Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

Vorige donderdag (16/2) verzamelden enkele honderden studenten sociaal werk, maatschappelijk werkers, vertegenwoordigers van middenveld organisaties, waaronder vakbonden en mensenrechten verdedigers op het Poelaertplein voor het Brusselse Justitiepaleis om hun bezorgdheid te uiten over de bedreiging van het beroepsgeheim die uitgaat van het wetsvoorstel van Valérie Van Peel (N-VA).


Dit wetsvoorstel zou normaal diezelfde dag gestemd worden in de Kamer maar werd op het laatste ogenblik voor advies naar de Raad van State verstuurd. Nadien wordt het zeer waarschijnlijk gestemd in het parlement. Alle regeringspartijen zijn immers voor.

Wij brengen u de originele versie van het opiniestuk van Prof. Jan Buelens en Lies Michielsen, juristen bij Progress Lawyers Network, dat het wetsvoorstel fileert en beeldmateriaal van onszelf en diverse media over de actie.

Opinie - Alsof het middenveld terroristen beschermt


Een provocerende titel, maar dat is ook het wetsvoorstel van Valérie Van Peel (N-VA) dat deze namiddag nochtans in de plenaire vergadering van de Kamer ter stemming voorligt en door de regeringspartijen wordt gesteun. Als het voorstel wet wordt, bevat het twee luiken die gelden voor alle personeelsleden van de instellingen van sociale zekerheid. Ten eerste zullen ze op vraag van het openbaar ministerie "noodzakelijke administratieve maatregelen" moeten meedelen (passieve meldingsplicht). Ten tweede moeten ze zelf verplicht aan aangifte doen aan het openbaar ministerie "indien ze kennis krijgen van één of meerdere informaties die ernstige aanwijzingen kunnen uitmaken van een terroristisch misdrijf" (actieve meldingsplicht). De indienster van het wetsvoorstel wil af van de huidige situatie waarbij personeelsleden van de instellingen van sociale zekerheid zouden weigeren bepaalde informaties door te geven door zich te "verschuilen" achter hun beroepsgeheim. Ze zouden dit kunnen doen omdat wie het beroepsgeheim schendt, strafrechtelijk kan worden gesanctioneerd. Worden vooral geviseerd sociaal assistenten.


Op het eerste gezicht kan zo'n meldingsplicht niet provocatief ogen, maar juist heel redelijk. Nochtans is het voorstel hoogst problematisch om tal van redenen.


Het beroepsgeheim heeft een reden en bovendien kan er al van worden afgeweken


Het beroepsgeheim wordt nu voorgesteld als iets negatiefs maar is eigenlijk een positieve en cruciale zaak. Het zorgt ervoor dat iedere burger weet dat hij in vertrouwen iets kan zeggen aan zijn sociaal assistent, en bij uitbreiding dokter, advocaat of een journalist en dat deze informatie niet verder wordt verspreid. Zonder beroepsgeheim kan men niet aan hulpverlening doen. Mensen die hulp vragen bij het OCMW, de mutualiteit of de vakbond mogen erop vertrouwen dat wat ze met de maatschappelijk werker delen vertrouwelijk blijft.


Het is een mythe dat het beroepsgeheim absoluut is. In uitzonderlijke gevallen kan er van worden afgeweken en gebeurt dat ook. Zonder al te technisch te worden, is dit nu al in minstens drie omstandigheden het geval. Vooreerst is dit het geval indien de houder van het beroepsgeheim voor de rechtbank, een onderzoeksrechter of voor een parlementaire onderzoekscommissie moet getuigen. Daarnaast bestaat er het begrip noodtoestand, zijnde een situatie waarin het overtreden van strafrechtelijke bepalingen, zoals het beroepsgeheim, het enige middel is om andere, meer belangrijke, door de wet erkende waarden of belangen te vrijwaren. Het is evident dat dit geldt voor ernstige inbreuken op het recht op fysieke integriteit. Wie verzuimt hulp te verlenen of te verschaffen aan iemand die in groot gevaar verkeert, is tot slot strafbaar.

Sociaal assistenten doen hun job in eer en geweten en kunnen met de huidige wet perfect beoordelen wanneer ze informatie moeten doorgeven. Niet zonder reden werd het voorstel dan ook op kritiek onthaald door alle actoren van het terrein, zoals de VVSG, de federatie van OCMW's en tal van andere organisaties. De bewering van de regering dat de sociaal assistenten zelf vragende partij zijn voor een regeling klinkt dan ook heel hol.

Opvallend is dat de aanleiding van de wet niet onmiddellijk te maken heeft met de strijd tegen terrorisme. De indienster van het wetsvoorstel was verbolgen over het feit dat enkele (teruggekeerde) Syriëstrijders een uitkering van het OCMW of de RVA kregen. Als dit inderdaad onterecht was, bestaan er voldoende juridische mogelijkheden om hiertegen te ageren met het huidige wettelijke arsenaal, zoals ook in de terreurcommissie werd aangegeven.


Een contraproductief voorstel


Zoals elk voorstel inzake terrorisme wordt ook het huidige verkocht als dat het de bevolking zal beschermen tegen terrorisme. Het voorstel zal de bevolking echter niet beschermen. Integendeel het is volkomen contraproductief en zelfs gevaarlijk. Sociaal assistenten hebben juist tot doel om een luisterend oor te bieden en te proberen samen met de werkloze, zieke of leefloner op zoek te gaan naar oplossingen. Indien er zich onder deze personen een aantal bevinden die vatbaar zijn voor indoctrinatie door terroristen, hoe zullen zij dit nog durven vertellen aan hun sociaal assistent als ze weten dat die verplicht is de informatie door te geven aan parket en politie? Van een groter deel van de mensen zal men dus niet weten hoe zij werkelijk beïnvloed worden door terroristen. Hoe kan men van regeringszijde nog ernstig beweren dat preventie "ook zeer belangrijk is in de strijd tegen terrorisme" als men deze preventie in een dergelijke dwangbuis steekt?


Bovendien riskeert de toevloed aan informatie te groot te zijn om te beheersen. Er bestaat geen exact cijfer van maar door deze wet zullen duizenden personen informatie moeten beginnen doorgeven. Het voorstel geldt immers voor alle personeelsleden van de instellingen van sociale zekerheid en dat zijn er heel wat. Het geldt zelfs voor de kok, tuinman en onthaalmedewerker (verslag terreurcommissie 2050/006, p.37). De kans is dan ook groot dat de parketten overstelpt zullen worden door informatie, want velen zullen geen risico durven nemen en alles doorgeven wat ze weten (Le Soir, p. 6). Dit terwijl de hoofdreden waarom de strijd tegen terrorisme in de VS mislukt is en ook in Europa regelmatig averij oploopt, het feit is dat men aan massacollectie doet en niet gericht focust op echt gevaarlijke individuen. Men ziet door het bos de bomen niet meer. Op dit risico werd gewezen in de terreurcommissie bij de bespreking van het wetsvoorstel (verslag terreurcommissie 2050/008, p.7), maar men zet tegen beter weten in maar voort.

Dit voorstel zal gauw op andere beroepen en voor andere misdrijven worden toegepast


Dat het voorstel nu "beperkt zou zijn" tot sociaal assistenten bij OCMW, mutualiteiten en vakbonden en dus niet dokters, advocaten en journalisten raakt, is oogverblinding.
De regeringspartijen geven trouwens toe dat dit een bewuste keuze was omdat ze op die manier het voorstel er sneller door kunnen krijgen (verslag 2050/006, terreurcommissie, p.11-13). En wat blijkt? In de aankomende "Potpourri V"-wet wil minister Geens het beroepsgeheim nog verder inperken, ook voor andere beroepsgroepen. Op termijn is dus allerminst uitgesloten dat de vraag aan de orde komt waarom een sociaal assistent wel maar een journalist immers niet moet melden als hij "kennis krijgt van één of meerdere informatie die ernstige aanwijzingen kunnen uitmaken van een terroristisch misdrijf"? Of een geneesheer? De discussies over het bronnengeheim van journalisten gingen al in die richting.


Hoe dienen al deze beroepsgroepen trouwens uit te maken of iets een "ernstige aanwijzing" van terrorisme is, niet toevallig een van de voornaamste kritiekpunten van de Raad van State? Dat is werk voor politiemensen. Tenzij de bedoeling van de indienster van het wetsvoorstel is, om van al deze mensen ook een soort politieagent te maken (verslag terreurcommissie 2050/006, p. 42). In de praktijk zal het daar wel op neerkomen, want in plaats van hun beroep uit te oefenen, moeten ze nu constant nadenken of ze deze dan wel gene informatie niet moeten melden.


"Ernstige aanwijzingen" of vermoedens, het begint bekend in de oren te klinken. Vorige week donderdag werd immers de fel gecontesteerde vreemdelingenwet goedgekeurd in de Kamer, die de overheid de macht geeft iemand het land uit te zetten zonder dat hij veroordeeld is, enkel op basis van vermoedens dus. Het filmpje van De Ideale Wereld (over Luc Haekens en de vreemdelingenwet) was een perfecte illustratie van het hellend vlak dat daarmee wordt gecreëerd. Als het de geïnterviewden zelf betreft, reageerden ze allen op een principevolle manier, namelijk dat de overheid je niet kan sanctioneren op basis van vermoedens. Maar als het over terrorisme ging, verdwenen diezelfde principes als sneeuw voor de zon. Nochtans ligt de sleutel daar: duidelijk maken aan de publieke opinie dat de rechten die nu in de strijd tegen het terrorisme sneuvelen ook voor eenieder verloren dreigen te raken. Het begint immers een gekend patroon te worden: het wetsvoorstel wordt eerst beperkt tot "terrorisme", want wie kan daar nu tegen zijn? Maar op die manier nestelt zich wel een uitzondering in de wetgeving en je mag er gif op innemen dat het later zal worden uitgebreid voor andere soorten misdrijven. Dit laatste werd overigens eveneens expliciet voorgehouden in de terreurcommissie (verslag terreurcommissie 2050/10, p. 10).


Criminalisering van het middenveld


Meer fundamenteel vertolkt dit wetsvoorstel een wantrouwen, om niet te zeggen aversie, tegen het middenveld. Het is ver gekomen als een regeringspartij openlijk de idee verspreidt dat het het middenveld is dat terroristen beschermt. In de visual van de N-VA worden de pijlen schaamteloos gericht op "OCMW's, Fedasil, ziekenfondsen en vakbonden", wiens "beroepsgeheim niet langer de terroristen beschermt, maar wel de burger".


Terwijl een sterk middenveld juist een van de belangrijkste dammen is en zou moeten blijven in de strijd tegen het terrorisme, worden zij nu met één frase en in één voorstel gecriminaliseerd. Dit voorstel zal de polarisatie in de maatschappij op een niet te onderschatten manier versterken.

Net zoals voor de Vreemdelingenwet roept de positie van CD&V en Open VLD - die dit voorstel enthousiast hebben verdedigd in de Terreurcommissie - dan ook veel vragen op. Open VLD perkt de rechtsstaat in, die ze beweert te beschermen. In plaats van borg te staan voor een sterk middenveld, versterkt CD&V de tweedeling in de maatschappij. De tegenspraak tussen hun principes en het stemgedrag wordt met de dag groter.

Hoe is het gesteld met onze democratie als er geen plenaire vergadering meer kan voorbijgaan of er wordt wel een of andere wet goedgekeurd die de veiligheid van de burgers niet verhoogt maar wel de pijlers onder de rechtsstaat langzaam maar zeker weghaalt? Lange tijd bleef de kritiek op deze evoluties een zaak van enkelingen. De nieuwe vreemdelingenwet heeft bij een groeiend deel van het democratisch publiek de ogen geopend. Het beroepsgeheim is een nieuwe test. Vanaf nu heeft elke democraat er belang bij deze ontwikkelingen van nabij op te volgen en duidelijk te maken aan de bredere publieke opinie dat wat vandaag geschreven lijkt te zijn voor terroristen hen op termijn ook kan raken en helemaal niet zorgt voor die beloofde, veiligere samenleving.

Jan Buelens en Lies Michielsen

De auteurs zijn advocaten bij Progress Lawyers Network. Jan Buelens is professor sociaal recht aan de Universiteit Antwerpen.
Een ingekorte versie van dit opiniestuk verscheen in De Standaard van 17 februari.

Beeldmateriaal

Foto's van de actie (zonder rechten)
https://goo.gl/photos/vWzr1LXV8eAY9khC8


Zie ook de reportage op De Wereld Morgen
http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2017/02/16/actie-verklikkingswet-het-is-de-overheid-die-radicaliseert

Journaal RTBF van 16 februari http://www.rtbf.be/auvio/detail_jt-19h30?id=2186763
Debat Valérie Van Peel met Hans Bonte in De Zevende Dag http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/dezevendedag