images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

In Genève is de jaarlijkse Conferentie gestart van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Zeg maar het mondiale Ministerie van Werk. Met dat verschil dat de regels er niet worden gemaakt en gehandhaafd na – in het beste geval - vrijblijvend advies van de sociale partners. Maar dat de sociale partners er mee aan zet zijn. Waardoor die Internationale Arbeidsconferentie ook een tripartiet gebeuren is, met naast de nationale regeringen, ook stemrecht voor vakbonden en werkgeversorganisaties. Het ACV heeft daar altijd zwaar in geïnvesteerd. En dat is deze keer niet anders. Luc Cortebeeck, erevoorzitter van het ACV, is er de overkoepelende voorzitter van de werknemersgroep. En ACV-voorzitter Marc Leemans is de woordvoerder van de werknemers in de vaste commissie voor de toepassing van de normen.

Van de hel naar herstel

Blikvanger op deze conferentie is de commissie die de oude IAO-aanbeveling van 1944 over de transitie van oorlog naar vrede tegen het licht houdt. De eerste lezing gebeurde in 2016. Bedoeling is na de tweede lezing tot een nieuwe aanbeveling te komen, met een ruimere scope. De aanbeveling van 1944 was een antwoord op de ravage van de tweede wereldoorlog. Sindsdien kenden we een variëteit van oorlogen. Niet enkel oorlogen van staat tot staat, maar net zo goed burgeroorlogen of het nieuw soort oorlogen à la IS. En oorlogen zijn ook maar één soort rampen. Welke inspanningen zijn niet moeten gebeuren na de tsunami in Zuidoost-Azië, na de kernramp in Japan, na de aardbevingen in Haïti. En wat dreigt allemaal niet aan rampen ingevolge de opwarming van de aarde en het toenemende risico op oorlogen om water, energie en land?

Arbeidsmigratie en sociale bescherming van migranten

In een tweede commissie wordt een algemene discussie gehouden over internationale arbeidsmigratie. Migratie en vluchtelingenstromen staan vandaag hoog op de agenda van de Verenigde Naties. Het leidde in september 2016 tot de Verklaring van New York. En zou in 2018 op een intergouvernementele conferentie over migratie moeten leiden tot een mondiaal pact. Tussen die twee in wil de IAO met deze algemene discussie een eigen bijdrage leveren, met zijn focus op arbeidsmigratie en op de sociale bescherming van migranten. Van gelijk welke migrant. Een migrant is een migrant, klinkt regelmatig door. Tegen de tendens in om mensen zonder papieren en vluchtelingen verstoken te laten van rechten.

Harde kern van rechten

Een derde commissie bespreekt het zogenaamde recurrente item. Dat is op elke Conferentie, in een beurtrol, een van de vier strategische doelstellingen van de IAO-verklaring over sociale rechtvaardigheid van 2008. Dit keer is het opnieuw de beurt aan de fundamentele arbeidsnormen, zeg maar de harde kern van de IAO-normen: vrijheid van vereniging en recht op collectieve onderhandelingen, verbod op dwangarbeid, verbod op kinderarbeid en verbod op discriminatie op de arbeidsmarkt.

Landen op het strafbankje, van Ecuador tot Polen

En dan is er nog de vaste commissie over de toepassing van de arbeidsnormen, die jaarlijks een 25-tal gevallen onderzoekt van schending van IAO-normen. De definitieve lijst van landen die op het strafbankje moeten komen is nog niet afgeklopt. Maar quasi zeker is dat dat onder meer de vijf zijn die door de expertencommissie werden voorgeselecteerd:
- Ecuador, wegens schending van de vrijheid van vereniging (conventie 87).
- El Salvador, wegens miskenning van het principe van tripartiete dialoog (conventie 144).
- Maleisië: wegens ongelijke behandeling van migranten voor vergoedingen na arbeidsongeval (Conventie 19).
- Oekraïne, wegens het moratorium dat het in 2015 invoerde op arbeidsinspecties (conventies 81 en 129).
- En tot slot Polen, voor een merkwaardige zaak: zware schendingen van de rechten van een contingent van een 750 Noord-Koreaanse arbeidsmigranten, die in 2011 en 2012 naar Polen werden gestuurd.

Al start die commissie naar traditie eerst met de bespreking van een expertenrapport rond een bijzondere set van IAO-normen, de zgn. "étude d'ensemble". Dit keer over de algemene conventie 187 en de begeleidende aanbevelingen omtrent veiligheid en gezondheid op het werk , en de normen voor de drie risicosectoren bouw, mijnen en landbouw. Met al onmiddellijk de vraag of de werkgevers, de Europese voorop, die sectorale normen meteen gaan afdoen als hopeloos achterhaald. Wordt vervolgd.