images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

Mijnheer de minister-president

 

Op 14 juni 2017 vroeg u de SERV om advies over het voorontwerp van decreet houdende instemming met de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen de Europese Unie en haar lidstaten en Canada.


De SERV is zich bewust van de moeilijkheden in aanloop naar de ondertekening van het akkoord op 30 oktober 2016 in Brussel. In verschillende landen en middens werd er sterk gemobiliseerd rond dit dossier dat ingebed werd in het bredere thema van de globalisering en vrijhandel.
De SERV is het met de Vlaamse Regering eens dat een vrijere internationale handel en meer toegankelijke buitenlandse markten, jobs kunnen creëren in Vlaanderen en het Vlaamse economische weefsel kunnen versterken en verbreden. Globalisering heeft het potentieel om welvaart en banen te scheppen maar kan ook een verstorende werking hebben. Daarom wil de raad niet zomaar voorbij gaan aan de bezorgdheden die in de loop van deze onderhandelingen werden geuit. De debatten en kritieken, de verschillende opinies van verdedigers van het akkoord tot de resolute afkeuring door andere partijen hebben mede geleid tot een grotere transparantie, meer verantwoording en sensibilisatie door de EU-commissaris en haar diensten en tot aanpassingen aan het akkoord die sommige verzuchtingen trachtten tegemoet te treden.


Nu het CETA-vrijhandelsakkoord tussen Canada en de EU ook werd goedgekeurd door het Europees parlement op 15 februari 2017 en een deel van dat verdrag al in voorlopige werking zal treden vóór de ratificatie door de nationale parlementen van de lidstaten, zal de SERV geen advies meer geven. De SERV wil wel signaleren dat het Europese Hof zich zal moeten uitspreken over de conformiteit van de ICS met de Europese Verdragen op basis van vragen die hoogstwaarschijnlijk door verschillende EU-lidstaten, waaronder België, gesteld zullen worden.


Wel wenst de raad te herinneren aan zijn blijvende bekommernis voor een equal level playing field voor de Vlaamse ondernemingen met respect voor onder andere de arbeids- en milieunormen in de vrijhandels- en investeringsakkoorden. De sociale partners vestigen daarom de aandacht op de hoofdstukken handel en duurzame ontwikkeling, handel en arbeid en handel en milieu en op het feit dat CETA voorziet in de mogelijkheid om deze hoofdstukken aan te passen. Zij vragen aan de Vlaamse Regering geïnformeerd te worden over de naleving van de verbintenissen en over de activiteiten van het Comité handel en Duurzame Ontwikkeling en het Forum voor het maatschappelijke middenveld.