images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

De afgelopen weken stuurden meer dan 78.000 mensen op suggestie van het ACV een e-mail naar de premier, de vicepremiers, de minister van pensioenen en de leden van de commissie sociale zaken van het parlement over dit en ander pensioengeknoei. Het ACV hoopt dat de plenaire vergadering van het parlement alsnog oor heeft voor de ongerustheid van deze tienduizenden mensen. En alsnog het plan eenheid van loopbaan stopt.

Vandaag besprak de Kamercommissie sociale zaken voor een tweede maal het wetsontwerp van pensioenminister Bacquelaine over de 'eenheid van loopbaan'. Dit wetsontwerp is gekoppeld aan het ontwerp van KB voor de beperking van de gelijkstelling van niet-gewerkte periodes voor het pensioen. Dit houdt onder meer in dat bij een loopbaan langer dan 45 jaar die eindigt met periodes van werkloosheid of SWT, enkel nog de eerste 45 jaren meetellen in plaats van de 45 gunstigste jaren. Concreet betekent dit bijna altijd merkelijk minder pensioen voor wie tussen zijn 14 en 20 begon te werken en die op het einde van de loopbaan werkloos wordt of ontslagen wordt met het ook op SWT. Vaak zijn dit mensen die een zwaar beroep uitoefenden in bijvoorbeeld industrie, bouw, zorg of schoonmaak. Ze genieten vaak ook geen of een beperkt aanvullend pensioen en hangen dus enorm af van het wettelijke pensioen. Zij dreigen nu voor hun keiharde inzet stank voor dank te krijgen.

Daarmee worden ook mensen getroffen die al een tijd geleden ontslagen werden met het oog op SWT zijn, maar die op 1 september nog niet de 45 jaar pensioenloopbaan bereikten. Je reinste contractbreuk.

Heel wat van die mensen gaan trouwens twee keer worden getroffen. Enerzijds wegens de niet-gelijkstelling van de jaren boven de 45 jaar pensioenloopbaan. Anderzijds ook voor een aantal jaren voordien, omdat voor de algemene SWT-regimes, voor het SWT na 40 jaar loopbaan en voor de tweede periode werkloosheid ook wordt afgestapt van de gelijkstelling aan het laatste loon, maar aan een lager fictief loon (2020,58 euro per maand, dat is 35% minder dan het mediaanloon).

Een voorbeeld:

Fernand begon te werken op zijn 16e. Als hij 61 is, heeft hij een volledige pensioenloopbaan. Hij gaat met SWT (zwaar beroep) tot zijn 65e, dan kan hij zijn wettelijk pensioen opnemen. Op dit moment tellen de 45 beste jaren (de laatste jaren, met inbegrip van de jaren SWT) mee voor de berekening van het pensioen. Met het wetsontwerp dat nu voorligt tellen enkel nog de eerste 45 loopbaanjaren mee, dus de minst gunstige. Dit heeft ernstige gevolgen voor het pensioen van Fernand:


Pensioen dat Fernand      verliest per maand (bruto)
van 833 tot 1041 euro       113 euro
van 1042 tot 1249 euro       65 euro
van 1250 tot 1450 euro       93 euro
van 1450 tot 1650 euro      104 euro