Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

▶ Het verhaal van Khaybar


De slag bij Khaybar in 628 was de 22ste veldtocht van Mohamed. Hij was niet alleen een profeet maar ook een militair bevelhebber en zo de grondlegger van een Arabisch rijk. Vandaar die veldslagen.


De joden van Khaybar deden aan landbouw en zagen een overheersing door Mohamed, een karavaanhandelaar en zijn medestanders, die vanuit Medina een handelsrijk wilden uitbouwen, niet zitten. Ze lieerden zich met de Arabische stam Ghafatan tegen de Medinezen en Mohamed, maar werden verslagen en onderworpen. Ze mochten hun landbouw-bedrijvigheid verder zetten, maar moesten de helft van hun opbrengst afstaan aan Mohamed en zijn staat in Medina. De tweede opvolger van Mohamed verdreef hen, maar ze konden later weerkeren. De Andalusische rabbijn Benjamin van Tudela die de stad in 1173 bezocht, dus meer dan vijfhonderd jaar na de verdrijving, schatte de joodse bevolking er op 1150 inwoners (Bron: Encyclopaedia of Islam, in Leiden uitgegeven door een internationaal collectief van islamologen). Het ging dus niet om een massamoordpartij.


Er is zelfs een overlevering over Mohamed die zegt dat na de overwinning een jodin, Zaynab, een schaap voor hem moest bereiden, en dat zij het vlees vergiftigde. Hij merkte het en spuwde het uit en vroeg haar: waarom doe je dit? Ze antwoordde: als je een militaire despoot als een ander was, dan waren we van jou vanaf, maar als je een profeet was, zou je het wel merken. Mohamed vergaf het haar. (Bron: Maxime Rodinson, joodse Franse islamoloog, in "Mohammed").


Khaybar wordt niet enkel in de moslim traditie vermeld als een grote militaire overwinning, maar ook omdat Mohamed daar toen de 'halal' reglementering afkondigde, waarschijnlijk onder invloed van de joods kashrut regels.


▶ Is de slogan "Khaybar, Khaybar, ya yahud" relevant tijdens een manifestatie tegen Israëlische oorlogsmisdaden in Gaza?


Ik denk van niet, niemand kent de geschiedenis achter Khaybar en wie van kwade wil is kan er allerlei kwaadwilligheid achter zoeken. Wat hier het geval is.


▶ Moeten wij een duidelijk onderscheid maken tussen joden en de kolonisatiepolitiek van Israël?

 

Zeer zeker. Maar het probleem heeft twee kanten. Israël is indertijd uitgeroepen als Joodse Staat en men wou dat de bevolking zo homogeen mogelijk joods zou zijn, vandaar de verdrijving van de overgrote meerderheid van de oorspronkelijk Palestijnse bevolking.


Deze definitie als Joodse Staat wordt niet alleen geproclameerd in de basiswet van Israël (de Joodse Staat heeft geen grondwet), maar men heeft er nog een tweede luik aan toegevoegd, nog een andere basiswet van de Joodse Staat: De Wet op het Recht op Terugkeer. Hierin stelt men dat de staat Israël niet alleen de staat is van de joden die er wonen, maar ook van alle joden ter wereld. Deze wet roept hen op om naar Palestina te emigreren.


Sinds de oprichting van de Joodse Staat heeft Israël er alles aangedaan om zich op te werpen als vertegenwoordiger van alle joden, waar ook ter wereld. En met enig succes. Op een enkele zeer minoritaire streng-orthodoxe strekkingen na en – in België – UPJB, Union des Juifs Progressistes de Belgique, en EAJS, Een Andere Joodse Stem, identificeren joodse verenigingen voorgezeten door heren zoals Pinhas Kornfeld zich meer dan honderd procent met de staat Israël en zijn kolonisatiepolitiek. Ze hebben zich nog nooit gedistantieerd van de Israëlische oorlogsmisdaden. Niet verwonderlijk dan enkele manifestanten geen onderscheid maakten tussen joden en de koloniale politiek van Israël.


Bijkomend element is dat een vijfde van de Israëlische inwoners van Israël Palestijnen zijn – afstammelingen van zij die het geluk hadden niet te worden verdreven – en die geen dienstplicht hebben in het leger van de Joodse Staat, dus dat het moeilijk wordt om niet specifiek over joden te spreken als het om militaire repressie gaat.


Deze verwarring tussen joden en de Israëlische staatspolitiek is trouwens niet alleen hun probleem, maar ook dit van onze media. Om een recent voorbeeld te geven: toen Brigitte Hermans van Broederlijk Delen door de staat Israël werd uitgewezen gingen onze media niet echt te rade bij de Israëlische ambassade, maar bij mensen die ze beschouwden als spreekbuis van de Joodse Staat, namelijk de heren Freilich en C°. Als de joodse gemeenschap in Antwerpen zich duidelijk zou distantiëren van de schending van de mensenrechten door de staat Israël zou dergelijke verwarring vermeden kunnen worden, en niet geïnterpreteerd als een vorm van racisme.


Lucas Catherine.