images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

Trump's opzeg van het Parijs Klimaatakkoord veroorzaakt veel inkt commotie. De opzeg verheldert ook belangrijke aspecten van het klimaatbeleid op mondiaal en Europees vlak.
Ten eerste, het mondiale klimaatbeleid is de Trump kliek beter kwijt dan rijk. Want het is een grote dwaasheid om ontkenners van onweerlegbare klimaatverandering toe te laten aan het stuur van het klimaatbeleid, Dus, dank Mr. Trump om zelf te vertrekken; dit bespaart veel heisa.


Ten tweede, Trump eruit zal de door de Verenigde Staten (VSA) "beoogde vrijwillige, niet-bindende inspanningen" voor emissievermindering weinig beïnvloeden. De technologie en industrieel-financiële belangen van de hernieuwbare energie zijn voldoende ontwikkeld om overal door te breken. In de VSA zijn het Toshiba-Westinghouse die kampen met het technologisch-financieel failliet van de atoomenergie. De uitfasering van fossiele brandstoffen gaat gepaard met erge conflicten in het Midden-Oosten, Afrika en vroegere Sovjet-Unie landen. De acties van de VSA en van de NATO zijn onder Trump van dezelfde soort als onder Obama. De bruutheid van Trump en het Tillerson-Exxon beleid openen meer ogen dan de fluwelen aanpak van Obama.
Ten derde, de meest bejubelde eigenschap van het Parijs Akkoord is de quasi mondiale eensgezindheid van de aanvaarding ervan in December 2015. Om die eensgezindheid te bereiken, is het Akkoord afgevijld tot vage algemeenheden, met uitzondering van wat het Kopenhagen Akkoord (2009) al had bereikt: 2°C maximum temperatuur stijging en rijke landen zorgen voor 100 miljard dollar per jaar vanaf 2020 om arme landen te helpen in hun klimaatinspanningen. Op beide concrete doelen zal de vaagheid van het Parijs Akkoord en zijn aanhangers falen: de stijging van de temperatuur is minstens 3°C als alle ondertekenaars hun aangekondigde "vrijwillige, niet-bindende inspanningen" volledig uitvoeren. Jaarlijks 100 miljard dollar vers geld op tafel leggen, daartoe zijn de rijke landen feitelijk niet bereid. Trump's uitstap vrijwaart hem van de blamage in 2020.

 

De overvloedige kritiek op Trump's uitstap verdoezelt de ondermaatse prestaties op energie en klimaatvlak van de meeste Europese landen. Het duo Michel-Marghem spant hier de kroon. Michel vindt dat de Europese grootbedrijven financiële bescherming moeten krijgen, alsof de Europese Emissiehandel dit al niet doet. Marghem vindt dat Trump het Belgische beleid niet op losse schroeven zet, alsof er in haar beleid aangespannen schroeven te vinden zijn.


In April 2014 verlamde de Europese Commissie het transitiebeleid naar duurzame hernieuwbare energie door zogenaamde "marktwerking" voorrang te geven op technologische innovatie en duurzaamheidscriteria. Sindsdien domineren de oude energiemonopolies weer het veld, met een energietransitie op hun snit (grootschalig) en tempo (levenslange uitbating van bestaande installaties). De EU gooide in 2014 haar koppositie in hernieuwbare energie ontwikkeling te grabbel. De kleinschalige toepassingen krijgen het steeds harder te verduren binnen de EU, maar ook daarbuiten. Zie de overvleugeling door Engie en EDF van het AREI (Africa Renewable Energy Initiative om Afrikaanse, duurzame energie onder controle van Afrikanen uit te rollen). Een van de bezielers van AREI, Youba Sokona, diende daarom zijn ontslag in (De Standaard 3-5 juni, p.6).

 

Dit patroon van verdergaande en veralgemeende dominantie van multinationale bedrijven in het mondiale, Amerikaanse en Europese, energie en klimaatbeleid, maakt dat de aanpak van de klimaatverandering en van de energietransitie te loom opschiet en duurzaamheid veronachtzaamt. De Europese landen, politici en opiniemakers kijken best eerst in eigen hart, voor ze een rondje Trump bashing draaien. De macht en invloed van de multinationals doen de Europese Commissie voortdurend zwichten: in April 2014 in het beleid tav duurzame hernieuwbare technologie; sinds de conceptie en bij elke nieuwe bijspijkerbeurt van de Europese Emissiehandel. De ongelooflijke vaagheid van het Parijs Akkoord (a.u.b. lees dit akkoord eens vooraleer het 'goed' te vinden) plaveit de weg voor de totale controle door de multinationale ondernemingen. De publieke overheden gaven een luid applaus aan een woordgekunstelde tekst voor een broze eensgezindheid. Behoud en herstel van het meest essentiële, mondiale publieke gemene goed (klimaatstabiliteit), vragen concrete, verifieerbare en afdwingbare bijdragen van alle verantwoordelijken. Zolang dit publiek beleid weinig te bespeuren valt, is het werpen van stenen naar een nog grotere hufter geen goede tijdsbesteding.

 

Aviel Verbruggen, emeritus hoogleraar, Universiteit Antwerpen

 

Dit opiniestuk verscheen in licht gewijzigde vorm in De Standaard van 7 juni 2017