Om de huidige, meervoudige crisis aan te pakken, is een tienpuntenplan nodig dat zowel op sociaal als op ecologisch vlak positieve effecten heeft.

Een goede twee jaar geleden lanceerde dit blad samen met tien andere organisaties een oproep om de wereld #BeterNaCorona te maken. Spoel twee jaar door, en we zitten in een meervoudige crisis. Natuurlijk is er de oorlogssituatie in Oekraïne, waar naast de desastreuze situatie voor de mensen in Oekraïne en Rusland ook nog steeds het risico op escalatie dreigt, met potentieel verwoestende gevolgen.

Als gevolg van die oorlog is ook de energiecrisis in Europa versterkt, met hoge prijzen voor gezinnen en bedrijven. Europa is niet alleen afhankelijk van Rusland voor de gasleveringen, maar ook voor olie en uranium, en een boycot kan dan weer leiden tot een bevoorradingscrisis.

Bovendien heeft de inflatie, die vooral het gevolg is van de hoge energieprijzen, grote gevolgen. Gelukkig is er voor werknemers en uitkeringsgerechtigden nog de automatische index die een deel van de stijging van de energiekosten opvangt (autobrandstoffen zitten niet in de gezondheidsindex). Maar de inflatie wordt door rechtse economen en commentatoren aangegrepen om de automatische index aan te vallen, wat de koopkrachtcrisis bij de gezinnen uiteraard nog zou vergroten.

Daarnaast dreigt, mede als gevolg van de oorlog en de extra noden en investeringen die die met zich meebrengt, nog een groot gevaar: het begrotingstekort is weer toegenomen. De antwoorden die mainstream economen en commentatoren naar voren schuiven dreigen de situatie voor veel werknemers en gezinnen dramatisch te maken. Naast de indexsprong ijveren sommigen ook voor een nieuw austeriteitsbeleid met besparingen in de sociale zekerheid en de openbare diensten. Bovendien klinken er ook veel ondoordachte pleidooien voor een restrictiever monetair beleid als antwoord op de inflatie, met renteverhogingen die de economie mogelijks verder zullen verstikken.

Tot slot is er natuurlijk nog die grote crisis: de klimaatcrisis. Ondanks veel beloftes, wordt er nog steeds veel te weinig gedaan om de klimaatontwrichting te beperken tot 1,5°C. En zelfs 2°C is verre van verzekerd. De klimaatcrisis is natuurlijk ook verbonden met de energiecrisis en het gas- en olieverbruik. Tot slot dreigt een dom macro-economisch beleid de klimaatcrisis te versterken, doordat een bot besparingsbeleid overheidsinvesteringen in klimaatvriendelijke oplossingen verhindert, of doordat een hogere rente klimaatinvesteringen minder aantrekkelijk maakt.

Het is duidelijk: we zitten in een crisissituatie, en die situatie kan nog even aanslepen. Je merkt het ook aan de noodvoorstellen en noodcampagnes die gelanceerd worden. Zo kwam de federale overheid met de campagne 'Ik heb IMPACT!', met vijf tips om individueel energie te besparen. Al een pak serieuzer waren de twee tienpuntenplannen die het Internationaal Energieagentschap (IEA) opstelde, één om de Europese afhankelijkheid van Russisch gas te verminderen, en één om het olieverbruik terug te dringen.

Maar relatief afwezig in het debat zijn creatieve oplossingen vanuit de linkerzijde. Oplossingen die zowel op sociaal als op ecologisch vlak positieve effecten hebben, die op korte termijn al een verschil kunnen maken, maar die ook het potentieel hebben om structureel positieve veranderingen in gang te zetten of precedenten te creëren.

1. Laat een publiek bouwbedrijf een isolatiegolf uitvoeren

De goedkoopste energie is energie die je niet gebruikt. We weten dat onze huizen tot de meest energieverslindende in Europa behoren. Elk jaar zouden in Vlaanderen zo'n 95.000 woningen gerenoveerd moeten worden, dat zijn er 11 per uur. Vandaag rekenen overheden nog steeds op een individuele aanpak, waarbij 'consumenten' gestimuleerd worden om via de markt oplossingen te zoeken, gesubsidieerd via individuele premies en fiscale aftrekken.

We hebben een plan nodig, waarbij (lokale) overheden wijk-per-wijk een totaalaanpak hanteren. Van verdichting, met prioriteit voor sociale huisvesting, over collectieve warmtenetten waar mogelijk en collectieve of individuele warmtepompen waar nodig, tot isolatie- en zonneplannen om volledige wijken beter te isoleren en daken massaal te voorzien van zonnepanelen. Overheden kunnen daarbij beginnen met de gemiddeld armere wijken.

Om snel te gaan, zouden we een publiek bouwbedrijf kunnen oprichten. Dat kan verschillende voordelen bieden. Het kan een antwoord zijn op een dreigend gebrek aan arbeidskrachten in de bouwsector, en prioriteit geven aan nuttige en sociale projecten (in plaats van aan de bouw van een nieuwe villa of hoeve in een afgelegen gebied). Zo'n bouwbedrijf kan goede voorwaarden aanbieden en zo een extra deel van de oplossing zijn voor sociale dumping in de sector.

Goed voor (vaak kortgeschoolde) werknemers, een snellere vermindering van het energieverbruik, en meer kwalitatieve huisvesting en een lagere energiefactuur voor gezinnen, met voorrang voor precaire gezinnen: wie kan tegen zijn?

2. Ban SUV’s uit de steden

Eén van de voorstellen – naast autovrije zondagen – die gedaan wordt om olie te besparen is een snelheidsbegrenzing van 100 kilometer per uur op de Belgische en Europese autostrades. Een goed voorstel, met weinig nadelen en veel voordelen (minder uitstoot, betere luchtkwaliteit, minder verkeersongevallen, minder files), dat helaas door rechtse dogma's niet eens overwogen wordt.

Maar we kunnen ook verder gaan. We kennen al de Lage-Emissiezones (LEZ's). Daar zijn argumenten voor en tegen, maar we weten ook dat het vaker wat armere gezinnen zijn die verouderde, vervuilende auto's hebben en dus getroffen worden. Waarom kijken we niet eens naar de hoge inkomens en introduceren we SUV-Onbezette Zones (SOZ's)?

SUV's stoten veel meer CO₂ uit omdat ze meer verbruiken, in die mate dat ze in 2021 volgens het IEA wereldwijd de tweede grootste verantwoordelijke waren voor de toename van CO₂-uitstoot. Ze zijn ook gevaarlijk en veroorzaken meer verkeersdoden. Uit onderzoek blijkt dat vooral hogere inkomens meer een SUV bezitten. Ze nemen meer openbare ruimte in als ze op straat rijden of geparkeerd staan.

We kunnen de verkoop aan banden leggen of de autobelasting op SUV's verhogen, of we kunnen het privégebruik van SUV's (eventueel met een overgangsperiode) verbieden binnen de stadscentra van de grote steden, en op termijn overal in de bebouwde kom. Minder olieverbruik, minder CO₂-uitstoot, minder verkeersdoden, meer publieke ruimte, en in tegenstelling tot bij de LEZ worden vooral de rijken geraakt.

3. Maak het openbaar vervoer (tijdelijk) gratis

Een 'modal split' van de auto naar het openbaar vervoer heeft meerdere voordelen: goed voor het klimaat, voor de luchtkwaliteit, voor de verkeersveiligheid, voor de openbare ruimte, én voor de portefeuille (want individueel autobezit is duur). In maart besliste de federale regering om de accijnzen voor benzine en diesel te verlagen met 17,5 cent per liter. Voor het spoor besliste de regering enkel om de prijzen niet te laten stijgen door een in juli geplande prijsverhoging te schrappen, waarbij de regering de NMBS compenseert voor de niet-doorgevoerde prijsverhoging. Later besliste de regering ook om de NMBS te compenseren voor de gestegen energieprijzen. Geschatte kostprijs van de verlaagde accijnzen: 3,2 miljoen euro per dag. Kostprijs van het tweede: 95 miljoen euro. Op minder dan anderhalve maand gaat er dus meer extra geld naar automobiliteit dan extra geld naar de trein op 9 maanden tijd. Het kan nog bonter: op 1 april ging de prijs van een m-ticket bij De Lijn omhoog van 2 euro naar 2,50 euro, de prijzen van een reeks andere ritten en abonnementen werden geïndexeerd.

Het kan ook anders. Nieuw-Zeeland halveerde als reactie op de hoge brandstofprijzen ten gevolge van de oorlog in Oekraïne de prijzen van het openbaar vervoer. Duitsland zou dan weer voor 90 dagen mensen voor 9 euro per maand onbeperkt met het openbaar vervoer laten reizen. In België zouden de spoorwegen voor zo'n 700 miljoen euro per jaar volledig gratis kunnen worden. De prijs om de bussen en trams in Vlaanderen gratis te maken zou minder zijn dan 200 miljoen euro, het bedrag dat de tickets en abonnementen De Lijn opleveren (in het laatste jaar 2021, deels een coronajaar, was dat zelfs nog geen 122.000 euro).

Het openbaar vervoer (tijdelijk) gratis maken zou misschien een schokeffect(je) teweeg kunnen brengen dat ons openbaar vervoer nodig heeft. Geld nodig? Er valt vast nog wel wat te rapen bij de voor bedrijven zéér voordelige regeling voor salariswagens en salaristankkaarten.

4. Installeer een (tijdelijke) vierdagenwerkweek

Ook een kortere werkweek zorgt voor minder energieverbruik. Diverse studies geven aan waarom. Afhankelijk van de manier waarop het geïmplementeerd wordt, kan het leiden tot minder woon-werkverkeer met de auto, kan het het energieverbruik van bepaalde kantoorgebouwen en bedrijven verminderen, en kan het leiden tot meer duurzame consumptiepatronen omdat mensen meer vrije tijd hebben.

Er zijn precedenten. In 1974 introduceerde de conservatieve regering onder leiding van eerste minister Edward Heath een soort van driedagenweek voor bepaalde industrieën. De aanleiding was de stakingen van de Britse mijnwerkers. Daardoor dreigde een elektriciteitstekort en werd het commercieel verbruik van elektriciteit begrensd. In 2008-2009 stapte de Amerikaanse staat Utah bij stijgende gasprijzen over op een vierdagenweek voor ambtenaren. Het energieverbruik van de staatsoverheid verminderde met 13%. Venezuela besliste dan weer om bij de elektriciteitscrisis in 2015 de werkdag voor ambtenaren te verminderen van 8,5 à 9 uur naar 5,5 uur.

Als de kortere werkweek op een sociale manier geïntroduceerd wordt, kan dat het energieverbruik en de uitval van werknemers reduceren, en de vrije tijd en de levenskwaliteit verhogen. Een klassieke eis van de vakbeweging verzoenen met de eis voor minder energieverbruik van de milieu- en klimaatbeweging: een winnende formule!

5. Houd de windparken op zee in publieke handen voor goedkope elektriciteit

De elektriciteitsprijzen blijven hoog, omdat we afhankelijk zijn van gascentrales. Zelfs als we energie besparen, zelfs met de twee kerncentrales die uiteindelijk tien jaar langer zullen openblijven, zal dat nog een tijd zo blijven. Een belangrijke oorzaak is ons 'marktmodel', waarbij de duurste elektriciteitscentrale – meestal een gascentrale – de marktprijs bepaalt, met potentieel grote overwinsten voor centrales met lagere kosten die dezelfde marktprijs krijgen.

Eén van de oplossingen die ook het IEA al vooropstelde, is het belasten van die overwinsten en ze gebruiken om (precaire) gezinnen te compenseren voor de hoge prijzen. Maar we kunnen ook verdergaan en het marktmodel in vraag stellen. Op (middel)lange termijn betekent dat dat we van de energiesector opnieuw een openbare dienst maken, met een zeer groot aandeel voor publieke bedrijven en coöperaties.

Op korte termijn kunnen we alvast nadenken over de windparken op zee. Ik schreef eerder al in Samenleving & Politiek (maart 2020) dat de kosten en baten van windenergie op zee niet rechtvaardig verdeeld zijn. Binnenkort beginnen we aan de bouw van nieuwe windparken op zee. We zouden die in publieke handen kunnen houden in plaats van ze opnieuw in handen van grote (buitenlandse) privébedrijven te geven. We kunnen een publieke energieleverancier oprichten die die relatief goedkope elektriciteit dan 'opkoopt', en doorverkoopt aan precaire gezinnen. Dat kunnen bijvoorbeeld gezinnen zijn die recht hebben op het sociaal tarief, of gezinnen net daarboven.

Groene energie waarvan de winsten terugvloeien naar de belastingbetaler, en waarbij precaire gezinnen profiteren van goedkopere elektriciteit: een driedubbele win.

6. Een indexsprong voor de huurgelden

Terwijl we rechtse commentatoren horen pleiten voor een indexsprong voor de lonen, horen we opvallend weinig pleidooien voor een indexsprong voor de huurgelden. Nochtans zou dat private huurders bij de huidige inflatie een belangrijk voordeel opleveren.

We weten uit onderzoek dat het inkomen van private huurders gemiddeld gezien een pak onder het inkomen van eigenaars van een woning ligt in Vlaanderen. We weten ook dat mensen die meer dan één woning bezitten bovengemiddeld tot de hogere inkomens behoren, en hoe meer woningen in het bezit, hoe groter de kans dat het gaat om hogere inkomens. Bovendien zijn de gepensioneerden die veel vastgoed bezitten meestal ook niet de gepensioneerden met een klein pensioentje, en zitten die ook eerder aan de bovenkant van de inkomenspiramide voor gepensioneerden. Uit onderzoek van het Steunpunt Wonen blijkt bovendien dat hoge rendementen niet altijd de hoofdbekommernis zijn van de kleine verhuurder, wel de (gepercipieerde) zekerheid van het bezitten van extra vastgoed. Tot slot weten we ook dat eigenaars in het verleden véél meer (fiscale) subsidies hebben gekregen dan huurders, vooral dankzij de woonbonus.

Een indexsprong voor de huurgelden zou in de huidige context dus een herverdeling van rijk naar arm inhouden, verlaagt de inflatie een beetje, en is ook rechtvaardig in het licht van de onrechtvaardige verdeelde overheidssubsidies in het verleden.

7. Maak de openbare diensten goedkoper

De overheid zou de inflatie kunnen temperen door prijscontroles op bedrijven met hoge winstmarges. Natuurlijk zal het kapitaal dat met man en macht bekampen, en is de vraag of een regering die niet volledig wil ingaan tegen de belangen van de kapitalistische klasse zo'n effectieve politiek zou voeren.

Maar de verschillende overheden bepalen ook sommige prijzen (quasi)rechtstreeks: die van de openbare diensten. We zien dat de voorbije decennia veel van die openbare diensten duurder geworden zijn. Net als bij het openbaar vervoer gaat het vaak om hogere prijsstijgingen dan de algemene inflatie. De overheid zou al dan niet tijdelijk de prijzen van die openbare diensten kunnen verlagen. Hierbij kan gedacht worden aan zaken als het hoger onderwijs (meer dan verdubbeld op minder dan 20 jaar tijd), aan kinderopvang, aan telecom/internet, aan de rusthuizen, ... Ook in de gezondheidszorg zijn nog mogelijkheden. Zo zouden eerstelijnszorg en tandzorg (inclusief orthodontie) gratis voor iedereen kunnen worden.

Het zijn tenslotte openbare diensten, die voor iedereen een basisrecht zouden moeten zijn. Door ze gratis te maken, gefinancierd door progressieve belastingen, garandeer je meer mensen een fatsoenlijk leven zonder dat ze zich zorgen moeten maken over de invulling van een aantal fundamentele behoeften. Zeker voor mensen met een laag inkomen kan dat een groot verschil maken.

8. Introduceer een frequent flyer tax

Bij de tips van het IEA om energie te besparen vinden we terug: 'skip the plane, take the train'. Het is ook één van de aanbevelingen in het 10-puntenplan van het IEA om olie te besparen. Eén van de problemen is dat vliegen vaak goedkoper is dan de trein, naast het probleem van een onvoldoende uitgebouwd internationaal treinnetwerk en internationale treinverbindingen.

Eén van de opties is de introductie van een frequent flyer taks: hoe meer je vliegt, hoe hoger de belasting wordt die je betaalt op tickets. Wie één keer om de paar jaar vliegt, wordt dus bijna niet geraakt, wie elk jaar vijf keer heen en weer vliegt, zal veel meer betalen. Zo'n progressieve consumptiebelasting raakt de rijke burgers, die veel vaker het vliegtuig nemen dan lage inkomens, dus ook veel harder.

Het geld kan worden gebruikt voor de algemene middelen, om te investeren in betere treinverbindingen, of om (internationaal) treinverkeer ook voor lagere inkomens betaalbaar te maken. Goed voor het klimaat en sociaal rechtvaardig.

9. Geef Bpost een grotere rol in de logistiek

Om 10u een bestelwagen van bpost aan je deur, om 14u van DPD en om 18u van PostNL: erg efficiënt is het niet. Waarom geven we bpost, net als voor de postbedeling, geen monopolie voor pakjeslevering in België? Dat maakt de inefficiënte dubbele/meervoudige rondes overbodig. Het biedt ook mogelijkheden voor de vergroening: de minister kan bpost opleggen om snel de overgang naar een volledig elektrische bestelwagenvloot te maken, en om het aandeel van de fietsbezorging te vergroten. Bovendien wordt het zo makkelijker om bij e-commerce ook een prijs op te leggen voor de (snelle) levering die de kosten weerspiegelt, in plaats van via een gratis-politiek overconsumptie (en over-distributie) aan te moedigen.

En natuurlijk kunnen de werknemers zo een degelijk statuut krijgen met degelijke arbeidsvoorwaarden, in plaats van via een systeem van onderaanneming een race to the bottom te organiseren, zoals de recente onthullingen rond kinderarbeid en sociale dumping bij PostNL nogmaals aantoonden.

Een stap verder zou zijn om bpost in samenwerking met supermarkten een crisissysteem te laten opzetten om tegen een bepaalde prijs leveringen per fiets aan huis te doen. Dat kan autoverplaatsingen vermijden van mensen die nu met de auto naar de supermarkt gaan, omdat ze het zo gewoon zijn of omdat ze geen degelijke fiets (inclusief bagagesysteem) hebben om het per fiets te doen. De supermarkten zouden verplicht kunnen worden om financieel bij te dragen aan zo'n systeem.

Dit leidt allemaal tot betere arbeidsvoorwaarden, minder autoverkeer, en eventueel zelfs tot meer vrije tijd en minder autokosten voor gezinnen.

10. Verhoog de uitkeringen en minimumlonen

Naast lagere uitgaven (bijvoorbeeld voor openbare diensten of via een verminderd energieverbruik) blijft een voldoende hoog inkomen de beste garantie tegen armoede. De belangrijkste manier om dat te doen is door alle uitkeringen tot boven de armoedegrens te verhogen. Zelfs in het regeerakkoord van de rechtse regering-Michel stond nog dat de regering de uitkeringen (geleidelijk) zou verhogen tot het niveau van de Europese armoededrempel.

De regering-De Croo deed al een eerste inspanning. Maar het is tijd om die inspanningen te vergroten en te versnellen. Volgens diverse studies zou dat tussen de 700 miljoen en de 1,2 miljard kosten. De federale regering wil de komende acht jaar 14 miljard extra investeren in defensie. Er is dus blijkbaar ruimte voor extra investeringen.

Dankzij de recent door de sociale partners onderhandelde verhoging van het minimumloon is het ook gemakkelijker om de uitkeringen op te trekken, aangezien het (gepercipieerde) probleem van een 'werkloosheidsval' zo kleiner is. Al is het nodig om ook de minimumlonen verder te laten stijgen, om werknemers loon naar werk te geven en werken voldoende te laten lonen. Uitkeringsgerechtigden en werkenden, samen vooruit!

Conclusie

Er zijn vast meer maatregelen nodig die in de huidige crisis Russische energie besparen, leiden tot een lager verbruik van fossiele brandstoffen en dus goed zijn voor het klimaat, en sociaal rechtvaardig zijn doordat ze de arbeidsvoorwaarden verbeteren, de armoede en ongelijkheid terugdringen en de levenskwaliteit verbeteren van mensen met weinig geld.

Er zijn ook meer maatregelen nodig om de maatregelen te financieren, zoals een serieuze vermogensbelasting die miljarden kan opbrengen, of monetaire financiering waarbij de Europese Centrale Bank rechtstreeks overheidsschuld van de eurozonelanden opkoopt om bijvoorbeeld groene overheidsinvesteringen te stimuleren.

In elk geval mag de linkerzijde best wat meer verbeelding en lef hebben, minder defaitistisch zijn en meer strijden voor een betere wereld in plaats zich neer te leggen bij de status quo of bij kleine stapjes vooruit. #BeterNaCorona was ijdele hoop. Zonder meer strijd en creativiteit zal '#BeterNaOekraïne' (met hopelijk zo snel mogelijk een rechtvaardig vredesakkoord) hetzelfde lot ondergaan.

 

 

 

Bron: https://www.denktankminerva.be/opinie/2022/5/12/10-maatregelen-om-de-energiecrisis-te-verlichten