images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

1 Mei 2012. We staan aan de vooravond van de VN-milieutop "Rio + 20" (20-22-juni) die over 50 dagen begint. En we herdenken dat het ’moderne’ milieubewustzijn een halve eeuw oud is.
 
Hier en daar wordt er terug- en vooruitgeblikt. Het literaire tijdschrift Ons Erfdeel - gesticht door Jozef Deleu en nu geleid door Luc Devolder - wa één van de eerste .In zijn nummer van februari 2012 vatte Pieter Leroy (*1954) op 8 pagina’s samen wat het milieubeleid in "de lage landen" (België en Nederland) heeft opgeleverd. "40 jaar na Grenzen aan de Groei" (Club van Rome) blijken er ook duidelijk "Grenzen aan het milieubeleid", zoals Leroy titelt.
 
Ook het weekblad Knack had het onlangs over de Club van Rome. "De voorspellingen van de Club van Rome zijn overduidelijk niet uitgekomen" beweerde Knacks hoofdredacteur Johan Van Overtveldt in zijn stuk "Uitputting, welke uitputting ?". Daarin stelde hij dat "de uitputting van de grondstoffen een tamelijk onzinnig concept is. Tenminste als de oveheden de prijsvorming haar normale werk laten doen." De markten dus. Hebben die dan nog niet genoeg financieel en ander onheil aangericht ? Maar Van Overtveldt beweerde in dezelfde Knack van 17 april doodleuk dat de enorme paradox van deze tijd deze is: "Een almaar groeiend gevoel van frustratie en ontgoocheling, in een samenleving met nooit eerder geziene mogelijkheden tot zelfontplooiïng en vooruitgang."
 
Voor we hoofdpijn krijgen van zoveel ontkenning, snel naar het Franstalig Belgisch tijdschrift Imagine. Dat neemt in zijn nummer van mei 2012 het rapport van de Club van Rome wel ernstig. Het sprak ook met de samensteller ervan, Denis Meadows. Om de klimaatchaos te voorkomen is het volgens hem al te laat. We zullen die niet alleen moeten proberen te beperken - vooral in het belang van de armste en kwetsbaarste landen, in het Zuiden - maar er ons ook weerbaar tegenover maken.
 

50 jaar geleden verscheen "Silent spring". De Amerikaanse biologiste Rachel Carson toonde in haar boek uit 1962 welke vernietigende effecten het gebruik van pesticiden op de natuur had.  "Dode lente" wordt nu beschouwd als het begin van het moderne milieubewustzijn. Natuurlijk waren er eerder al andere mensen die getuigden van een groot milieubewustzijn, zoals bijvoorbeeld de Italianen Petrarca en Franciscus van Assissi,  zoals Indianenleider Seattle (aan wie de befaamde toespraak van Seattle wordt toegeschreven) en Henry David Thoreau (Walden or life in the woods, 1854).
 
In 1968 bezorgt de Apollo 8-missie ons foto’s van de aarde, gezien vanuit de ruimte. Onze blauwe planeet oogt opeens heel klein en fragiel. Het is een eenzaam Spaceship. En in de verste omgeving is er geen spoor van een Planeet B.
 
 
Tien jaar na "Dode lente" publiceert de Club van Rome haar rapport "Grenzen aan de groei" (1972). De stelling: een continue economische groei valt simpelweg niet te verenigen met de beperktheid van alles wat op Aarde bestaat: landbouwgronden, grondstoffen, drinkbaar water, visbestanden enzoverder. Als dit rapport zich ergens wel trompeerde, was het zoals Pieter Leroy stelt, dat het de compleksiteit van de materie onderschatte. "Er blijven veel fundamentele en praktische vragen over de gevoeligheden en de grenzen van het ecosysteem." Zie ook het klimaatvraagstuk en de vragen bij de langdurige blootstelling van mensen aan "de hedendaagse cocktail van vervuilers." We blijven daar zitten met "een kennisprobleem".
 
Nog in 1972 vindt ook de eerste grote VN-milieuconferentie plaats, in Stockholm. En er zullen er nog volgen. Zonder veel resultaat.
 
Nochtans stapelen de milieuproblemen zich op, met soms regelrechte rampen die veel media-aandacht kregen, zoals

* de tragedie in Minamata (1975) waar duizenden Japanners het slachtoffer werden van methyl-kwikvergiftiging.
* de giframp in het Noord-Italiaanse Seveso (1976), waar uit een fabriek een dioxinewolk ontsnapte, die leidde tot het sterven en afmaken van tienduizenden dieren, de verontreiniging van veel landbouwgrond en een onbekend aantal ziektes bij de bevolking. Deze ramp werd de aanleiding voor de Europese ’Seveso-richtlijn’ inzake gevaarlijke industrieën. De fabrieksdirecteur van de chemische fabriek Icmesa werd later vermoord door de ’Rode Brigades’.
* het centraal-Indische Bhopal waar in 1984 een fabriek van Union Carbide (Dow Chemical nu) ontplofte. Gevolg: in één klap 3.500 mensen dood. De schattingen over het aantal slachotffers nadien, lopen op tot 25 000.
* de kernramp in Tjsernobyl (Oekraïne, 1986 ) 40% van Europa kreeg te maken met radioactief materiaal uit de reactor. Volgens het Chernobyl Forum van de VN zou de ramp ‘maar’ 4.000 slachtoffers eisen. Dat werd na een golf van kritiek bijgesteld tot 9.000. Maar niemand weet hoeveel mensen er echt - via kankers met name - slachtoffer werden van de ramp. Veel overheden deden ook niet echt de moeite, om het te weten te komen.

In die contekst kwam er in 1992 een grote VN-milieutop in Rio. Rond die top heerst er grote hoop op verandering. Het wordt zoals André Ruwet van Imagine in zijn editoriaal van de maand mei schrijft, "de meest belangrijke bijeenkomst van staatsleiders ooit georganiseerd." Er is een consensus dat er iets gebeuren moet. Het begrip "duurzame ontwikkeling" wordt gelanceerd, wat de "ontwikkelingslanden" toelaat zich zogezegd ook te "ontwikkelen", richting moderne staten. Maar "duurzame ontwikkeling" blijkt snel een te vage term, te makkelijk te misbruiken.
 
De grote hoop van Rio 1992 werd in de jaren nadien de bodem ingeslagen. De conferenties, met name over de klimaatopwarming, volgden zich op maar er werd weinig overeengekomen, behalve het zwakke Kyoto-protocol. Dat werd overeengekomen in 1997en trad in werking vanaf 2005. Maar de Verenigde Staten tekenden niet en in 2011 stapte Canada uit het protocol.
 
Bij de onderhandelingen over een nieuw protocol liggen ook nogal wat ’nieuwe industrielanden’ - waaronder grootvervuilers China en India - dwars. Op de Klimaattop van 2011 in het Zuid-Afrikaanse Durban werd wel overeengekomen dat men een wettelijk bindende overeenkomst zou uitwerken voor heel de wereld, een overeenkomst die er moet komen in 2015, en die in werking zal treden in 2020. Zo verliezen we nog eens een volledig decennium kostbare tijd.
 
Of de milieutop in Rio van zomer 2012 op een zelfde uitstel-gedrag zal uitlopen, valt nog af te wachten.
 
Waar staan we nu ?
Het is onbegonnen werk om in enkele lijnen de ecologische toestand van de planeet te schetsen. Maar met de volgende 6 lijnen, wordt wel het belangrijkste aangegeven. Het zijn maar enkele trefzinnen. Ik hoop dat u verder voldoende tijd besteedt aan het u informeren over het milieu, om niet zoals een Van Overtveldt ’out of the blue’ te komen beweren dat er geen vuiltje aan de lucht is.
* Wereldwijde vernietiging van bossen en andere natuurlijke landschappen
* Overbevissing die maakt dat over enkele decennia de oceanen ’leeg’ zullen zijn.
* Zesde grote uitstervingsgolf van planten en dieren: veel soorten verdwijnen nog voor we ze gekend hebben 
* Opkomende klimaatchaos, vooral nu al toeslaand in het arme zuiden: zeespiegelstijging, droogtes, overstromingen ...
* Wereldwijde vergiftiging van het milieu (tot in de Eskimo-moedermelk toe) via plastic, pesticiden, uitlaatgassen enz.
* Wereldwijde toename van de menselijke bevolking die nu 7 miljard bedraagt en die zal doorgroeien tot 9, 11 of nog meer miljarden mensen.

 
In Imagine schrijft André Ruwet dat volgens actualiseringen van de toekomstmodellen die werden opgesteld voor het eerste Rapport van de Club van Rome, de bevindingen almaar somberder worden. Volgens de laatste actualisering krijgen we echt grote problemen vanaf omstreeks 2030 en dat door de toenemende uitputting van niet-hernieuwbare grondstoffen. 2030, dat is over 18 jaar. Dat komt bijzonder snel op ons af.

En toch lijkt niets in de dagelijkse realiteit - tenminste in West-Europa, elders in de wereld is het al anders - te wijzen op de muur waar we tegen aan gaan knallen. De winkelrekken liggen vol. Iedereen blijft met de wagen rijden ook al is de benzine reeds flink duurder geworden. De vliegtuigen blijven opstijgen en overal wordt er druk bijgebouwd om de groeiende bevolking te huisvesten. "De schizofrenie is totaal", observeert Serge Latouche, professor economie aan de unief van Orsay. Latouche bracht recent de ronkende verklaringen over het milieu in herinnering van de voormalige Franse en Britse leiders Chirac en Blair. Maar ondertussen gaat de roofbouw op planeet en mens onverstoorbaar verder.
 
Is de mens in staat tot ommekeer ?

Onze planeet wordt op veel plaatsen niet onleefbaar gemaakt door marsmannetjes. Neen, we doen hetzelf. Voor een overduidelijk voorbeeld: kijk naar Haiti. Als de V.S. daar niet goedkoop hun landbouwproducten waren gaan dumpen en als men er niet bijna alle bossen gekapt had, dan zaten de Haitianen niet tot over hun oren in de armoede zoals nu het geval is.

Tegenover het desasteurs palmares van onze soort, staat het feit dat de mens over een brein beschikt dat het allemaal begrijpen kan, dat oplossingen zoeken kan.

En als je de opsomming leest die André Ruwet in Imagine geeft, is er niets dat ons ontbreekt om het succesvol over een andere boeg te gooien. "We hebben alle technieken en kennis in huis" schrijft hij. We weten hoe we huizen moeten bouwen die energie opleveren in plaats van opslokken. We weten heo we ons vervoer kunnen organiseren zonder fossiele brandstoffen. Onze architecten en urbanisten kunnen steden ontwerpen waar het goed en ecologisch verantwoord om leven is. De ecologische landbouw kan miljoenen jobs opleveren én gezond voedsel. "Het uur is aan de herontdekking van de gelukkige samenleving" schrijft Ruwet. Fini met het productivisme, het altijd meer willen produceren, het meer willen hebben. Het gaat om het zijn. Gelukkig zijn. Sociaal zijn. Het kan. Er is een alternatief, houdt Ruwet ons voor.
Een half uur nadat ik deze woorden intypte, had ik met een vriendin een gesprek over hoe mensen op geld uit zijn. Hoe een jongeman zijn nieuwe liefde aan haar voorstelde met de woorden "ze heeft twee eigen huizen." En een oudere vrouw kloeg over de stokoude vader van haar man, dat die "op zijn geld zit". Versta: hij wil niet doodgaan, we kunnen niet erven. Dreigt de droom over een ecologische maatschappij niet te kapseizen onder dezelfde menselijke hebzucht waaronder de communistische droom tenonderging ?

Wat hindert de ommekeer ?

Er staan nog hinderpaken op de weg naar het alternatief. De media met name en heel de reclame voor het rijke leven. Zie bijvoorbeeld dat onthutsend stuk van Van Overtveldt in Knack, dat alle ecologische waarschuwigen van de kaart veegt. Misschien moeten we maar eens bij de Raad voor Journalistiek klacht indienen tegen een dergelijke desinformatie van de publieke opinie. Het zou een testcase kunnen zijn. Die dan wel afhangt van het ecologisch bewustzijn van de journalisten aangeduid binnen de Raad voor Journalistiek, die over het dossier zouden gaan.

We moeten werk maken van ecologischer bewustere media. Media die wel professioneel blijven. Dus geen berichten verspreiden zoals ik er in mijn documentatie ééntje vond van de Belgische Natuur- en Vogelreservaten die in de jaren 70 in het tijdschrift Joepie een pagina liet afdrukken met daarop deze zin: ". . . En als morgen alle vogels dood zijn ?" Straf staaltje van overdrijven.

Maar ook het publiek moet meewillen. Moet zich willen engageren.
Ooit was er een partij "Anders Gaan Leven". Wegens al te groot succes (sic) heeft AGALEV haar naam moeten veranderen in ’Groen’.. En uit tal van interviews en het drukwerk van de partij, blijkt dat "Groen’ vooral uitpakt met een sociaal programma, maar nog weinig met ’groen’.
Volgens berichten in de pers is in tal van landen het milieubewustzijn eerder aan het af- dan aan het toenemen. Hiervoor zijn er vele verklaringen.

* De onbetwistbare verstedelijking van de wereldbevolking onder andere. Deze komt het milieubewustzijn niet ten goede. Onbekend maakt onbemind zegt een spreekwoord. Wie niet als kind in de bossen en over de weiden heeft kunnen rondhossen, zal er meestal weinig emotionele binding mee hebben.

* Ook de technologisering van het leven speelt ons parten. Geen boerekind dat een eeuw geleden heelder dagen achter spel- of werkcomputers doorbracht. Nu vindt voor steeds meer mensen, een groot deel van hun leven, plaats achter een computerscherm. Gek nietwaar ? Maar het is wel zo. Eén en ander maakt dat de mens meer en meer vervreemd geraakt van de natuur. Zelfs van zijn eigen lichaam. Zie die anekdote van een Canadees meisje van 18 dat vernam dat de borsten van een vrouw eigenlijk dienen om kinderen te zogen. Ze vond dat zo dierlijk dat ze het eerst niet wou geloven.

* En dan zijn er nog onze aantallen. Als de Belgen er al kunnen toe aangezet worden om bijvoorbeeld iets minder met de auto te rijden, dan wordt die inspanning teniet gedaan doordat er steeds meer Belgen bijkomen én steeds meer autorijders, zoals recent nog bleek.
 
Eigen betrokkenheid en het Belgisch milieubeleid
 
In "de dode lente" van 1964 was ik (°1958) zes jaar. Ik herinner me dat mijn grootvader langs vaders kant me toen al een profeet noemde. Feit is dat ik al jong door de milieukwestie gepakt werd. Via moeders lijfblad, "Het Rijk der Vrouw". Daarin stond achterin elke week een "S.O.S. Natuur"-pagina over een bedreigde dier- of plantensoort. Ik hield die pagina’s bij. Nu nog. Zo was er onder andere een bericht over de eksters die bij ons aan het uisterven waren door het gif in de landbouw. En de leeuwerikken. Van de dagen dat ik met vader op het veld doorbracht, herinner ik me de zang van de steeds hoger vliegende leeuwerik nog. Nu vliegen er thuis geen leeuwerikken meer. Verschwunden.
 
Van begin jaren zeventig vond ik ook correspondenties met VELT (Vereniging Ecologische Land- en Tuinbouw) en het World Wildlife Fund). Van het WWF heb ik een brief gericht aan "de jongeheer Jean-Pierre Everaerts en zijn makkers". Ik had toen thuis een natuurclub, de "Natuur Scouts" Daarmee maakten we jagers en vogelvangers het leven zuur. (Wat ze bij WWF niet goedkeurden.) Begin jaren 70, dat waren jaren van strijd tegen de vogelvangst. CVP-minister van landbouw Leo Tindemans heeft toen de vogelvangst met netten verboden. Alvast één strijd die we gewonnen hebben. In 2004 roemde Jan Rodts van Vogelbescherming Vlaanderen vzw in De Standaard, Tindemans nog om dat verbod: "Als ik iemand moet opnoemen die iets baanbrekends heeft gedaan voor de natuur, dan is dat Leo Tindemans. Toen hij in 1972 federaal minister van Landbouw was, heeft hij de vogelvangst afgeschaft. Daar moest je toen veel moed voor hebben, want de vogelvangstlobby was erg fanatiek."
 
Begin jaren zeventig was ook de tijd dat sommige media inspanningen begonnen doen om de bevolking bij de les te brengen. Uit "Volksmacht" heb ik artikels over de "BRT-Televisiecursus over milieubescherming" En het ACW "beveelt die cursus warm aan". Nu was die BRT-cursus eigenlijk een (Nederlandse) Teleac-cursus "Milieubescherming". Daar was in 1973 op televisie nog tijd voor. Hij bestond uit 13 delen. Mijn exemplaar heeft al mijn verhuizingen overleefd, want die cursus legde mijn basis om de compleksiteit van de kwestie te snappen:
 
Terug naar onze ministers. Leo Tindemans verbood de vogelvangst als Belgisch minister van Landbouw. Niet alleen werd landbouw nadien gesplitst over de drie landsdelen, maar we hebben ook al lang een ’Vlaams’ Minister van Milieu. Wist u dat al de volgende mensen zich ooit "Vlaams’ minister van milieu mochten noemen ?  Theo Kelchtermans, Ludo Sannen, Vera Dua, Kris Peeters, Hilde Krevits en Joke Schauvliege. En dan vergeet ik er nog een paar ? Welke stempel hebben ze op het milieubeleid gedrukt ?
 
Met zijn allen hebben ze veel verbodsbepalingen doorgedrukt maar het ’Vlaams’ milieubeleid slaagt er nog steeds niet in om essentiële door Europa vooropgestelde doelen - inzake onder andere waterzuivering en luchtkwaliteit - te realiseren.
 
Theo Kelchtermans zal bekend blijven van het milieuboxschandaal: een groene doos waar de mensen niet wisten wat mee aan te vangen. Een eerste mislukking. Maar ondertussen zijn er alvast in Brabant her en der groene en grijze bakken in gebruik voor de gescheiden huisvuilophaling. Die is goed maar duur georganiseerd geraakt. De kostprijs werkt het sluikstorten in de hand.
 
Huidig milieuminister is de CD&V’ster Joke Schauvliege. Over haar beleid zullen wellicht weinigen enthousiast zijn. Ze weegt te licht, tegenover de "economische" zwaargewichten in de ’Vlaamse’ deelregering. Moest ze overigens ook toegeven aan de jachtlobby tegen de vos, die nu heel het jaar door in ’Vlaanderen’ bejaagd kan worden ?
 
Wat het milieu nodig heeft zijn figuren zoals bijvoorbeeld Volksunie-politicus Jaak Vandemeulebroucke die jarenlang als een Don Quichote tegen de hormonenmaffia ten strijde trok. Een strijd waarvoor hij aan erkenning won na de moord in 1995 op veearts-keurder Karel Van Noppen. De strijd tegen de hormonenmaffia in de veelteelt werd dodelijke ernst.
 
 
Het moet overigens gezegd dat een groot deel van het milieubeleid inmiddels internationaal bepaald wordt. "Anno 2012 wordt naar schatting 80 % van de doelstellingen en normen in het milieubeleid op bovenstatelijk niveau bepaald", schrijft Pieter Leroy in Ons Erfdeel. "Het milieubeleid is dus sterk geïnternationaliseerd." Vandaar dat het ook bijzonder onzinnig is, dat het in het kleine België opgesplist is geraakt over de drie regio’s.
 
Leroy concludeerde in zijn overzicht van 40 jaar milieubeleid in de Lage Landen dat "de voorlopige balans ambivalent is". Tweeslachtig. Enerzijds heeft men bv. veel gevaarlijke producten verboden, maar anderzijds komt de industrie telkens weer met nieuwe producten waarvan de onschadelijkheid op termijn nog moet blijken. Door de toegenomen bevolking worden ook veel maatregelen weer teniet gedaan. En van een fundamentele omkering in het globale beleid, richting een echt mens- en milieuvriendelijke economie en samenleving is anno 2012 nog geen sprake. Het winststreven van de bedrijven en de economische wedijver met andere landen, blijven overeind. Leroy besluit: "Van het geleidelijk vervangen van de overvraging van het milieu door zelfbeheersing is, ook na veertig jaar milieubeleid, nauwelijks sprake."
 
Wat te doen ?
 
Leroy stelt in zijn artikel ook dat het begrip duurzaamheid "nergens in Europa lijkt te helpen om de diepe terugval te keren van het maatschappelijk milieubesef en het gebrek aan politieke milieubelanstelling sinds de eeuwwisseling."
 
Als zowel het brede publiek als de politiek én het bedrijfsleven niet daadwerkelijk in het milieu geïnteresseerd zijn en vooral aan "greenwashing" doen - door alles en nog wat als ecologisch te gaan voorstellen - wat kan het wel milieubewuste deel van de bevolking dan nog doen ?
 
Om te beginnen kan iedereen op kleine schaal al het verschil helpen maken. Door bijvoorbeeld zelf geen zwerfvuil rond te gooien maar te sorteren en te composteren. Zelf tuinieren en gezonde groenten kweken. Lokale producten kopen in plaats van ’stuff’ die van de overkant van een oceaan moet ingevlogen of ingevaren worden. En dan nog zo weinig mogelijk kopen en consumeren. Zoveel mogelijk je buiten het systeem zetten, des te meer ben je klaar voor als er grote mankementen in het systeem beginnen optreden. Zoals de Grieken nu al ervaren. Reden waarom er velen terug het platteland optrekken omdat je daar in je eigen voedselbehoefte voorzien kan.
 
Henry David Thoreau schreef al in 1849 het boek "Burgerlijke ongehoorzaamheid" in hetwelk hij het individuele verzet predikte tegen een onrechtvaardige regering. Voeg aan die regering ook onrechtvaardige, manipulerende bedrijven toe. Concreet voorbeeld: gebruik Google als zoekmachine, maar geef er verder niets aan prijs want het gaat niet op dat zulk een Amerikaanse multinational al die informatie in eigendom krijgt waarop het nu beslag aan het leggen is. De dag dat er weer autoritair rechtse regimes komen om het volksverzet tegen besparingen en sociale afbraak te onderdrukken, zullen we het geweten hebben. In China bv. werkte Google ook al samen met de dictatoriale regering.
 
Wie op een bredere schaal groen aktief wil zijn, kan financiële en andere steun geven en/of meewerken aan groene media - een abonnement op DGB én Imagine bv. - en tal van natuur-, milieu- en andere ecologische organisaties zoals Fietsersbond, Friends ot the Earth / Les amis de la terre, Greenpeace, Natuurpunt, Wereld Natuur Fonds. Wat zulke organisaties kunnen wat een individu niet vermag, is lobbywerk verrichten in politieke kringen. Alsook het grote publiek sensibiliseren via akties en informatiecampagnes. Fondsen samenbrengen ook.
 
Op het politieke niveau zouden we zoals Imagine het omschrijft tot een "ecologische democratie’" moeten komen. Maar misschien moeten we hier maar niet te veel van verwachten. De brede bevolking is (meestal) te ongeïnteresseerd opdat via het gewone democratische spel, groene regeringen zouden verkozen geraken. Wat stellen de groene partijen overigens zelf voor ?.Hoe snel laten zij zich niet inkapselen in het bestaande systeem en genieten ze volop van de voordelen die politici voor zichzelf reserveren ? Hoe vaak laten ze niet ook de besognes van hun kiezers voorgaan op de ecologische eisen ? Concreet: groene partijen die de landsgrenzen openzetten voor veel migranten, berokkenen daardoor meer schade dan ze goed kunnen doen, want de bevolkingsgroei maakt hun groene maatregelen ongedaan.
 
Veel zinniger is het de migranten te helpen in hun eigen land de toestand te verbeteren én dat in eigen land ook van onderuit zelf te doen. De beweging van steden in "transitie" (overgang) werkt hier aan.
 
Kortom: iedereen kan wel hier of daar zijn of haar steentje bijdragen. En de groee beweging heeft allerlei soorten mensen nodig: zachte predikers zowel als onversaagde vechters. Doeners zowel als denkers. Handige stielmannen en bewuste bedrijfsleiders, zowel als onderwijzers, proffen en journalisten. Mannen zowel als vrouwen. Jongeren zowel als ouderen.
 
Ontmoediging loert op ecologisch vlak vaak om de hoek maar bedenk, dat de toekomst nooit vast ligt. Het kan altijd en vaak onverwacht, zowel ten goede als ten slechte keren. We kunnen er altijd het beste proberen van te maken. En vaak krijgen we zowel ons deel van het leed als van de vreugde. Zelfs in de somberste dagen van WO II slaagden mensen er in de concentratiekampen in, om de moed er in te houden. Per slot van rekening is het ook geen alles of niets verhaal. Het is niet omdat niemand van ons niet "heel de planeet kan redden", dat we dan maar niet mogen proberen er interessante del van te "redden".
 
Jan-Pieter Everaerts

Dit artikel verscheen eerder in De Groene Belg nummer 700 en werd met dank aan de auteur overgenomen

Contact : Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.