images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

Het openbaar ministerie bij het Arbeidshof van Antwerpen heeft zich vorige week, bij de start van het gerechtelijk jaar, eens goed laten gaan. Als het met hun aanklacht van het asiel- en migratiebeleid de bedoeling was veel media- en politieke aandacht aan te zuigen, dan is dat mooi gelukt. Migratie en asiel problematiseren, de uitkeringsfraude aan de kaak stellen en wat uithalen naar de politiek, dat gaat er altijd in als zoete koek. En de cocktail die ze in Antwerpen van die drie hebben gemixt, daar kicken de media uiteraard op.

Ik wil nog wat begrip opbrengen voor die overdrijvingen. Je springt met genuanceerde boodschappen vandaag niet ver meer. Je zit bij de start van het gerechtelijk jaar in concurrentie met ‘rentree-interviews’ van politieke of maatschappelijke verantwoordelijken en dan moet je al wat straffer uit de hoek komen om de aandacht te trekken. En ongetwijfeld spelen ook frustraties over de traagheid van de justitiehervorming (overigens voor een belangrijk deel te wijten aan justitie zelf) en over het stroeve kader waarbinnen justitie moet werken. En uiteindelijk draag je ook geen verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke impact van je uitspraken. Dat je er dan een schepje bovenop doet, tot daar aan toe.
En eigenlijk is er ook geen probleem met de kern van de boodschap. Die ligt trouwens in lijn met de signalen die het ACV aanhoudend heeft uitgestuurd de laatste jaren. Een deel van de migratiestromen gaan samen met ernstige gevallen van sociale fraude en vereisen een versterkt handhavingsbeleid. Dat hebben we al op ons Congres van 2006 aangeklaagd. Nog eens in 2010. En recentelijk nog naar aanleiding van een HIVA-onderzoek over de nieuwe Europese migratiestromen.

Het probleem verdient beter
Maar het kernprobleem verdient beter dan de manier waarop het de media haalde. Het verdient vlijmscherpe analyse en op die basis haarfijne beleidsvoorstellen. Die kans werd niet gegrepen.
Alle migratiestromen werden op een hoopje gegooid: asiel, gezinshereniging en economische migratie; migratie binnen en buiten Europa. De analyse gaat ook totaal voorbij aan de inspanningen die – in almaar betere samenwerking – gebeuren tussen de sociale departementen en instellingen. Inspanningen waar de verantwoordelijken van de strijd tegen de fiscale fraude nog een puntje aan kunnen zuigen.
Dat de aandacht wordt toegetrokken naar de sociale en niet naar de fiscale fraude, tot daar aan toe. Je mag bezwaarlijk anders verwachten van een openbaar ministerie bij het Arbeidshof. Maar het is wel storend dat de focus vooral gelegd werd op de uitkeringsfraude, terwijl er overduidelijk ook een probleem is van loondiefstal en van bijdragefraude door werkgevers, met veel zwaardere budgettaire consequenties voor de sociale zekerheid. Dat komt in de mercuriale ook wel allemaal aan bod, maar de aanhoorder onthoudt toch vooral dat België een land zou zijn van melk en honing voor buitenlandse uitkeringsfraudeurs. Waarbij de Belgische overheid meteen ook het verwijt krijgt al na één dag tewerkstelling werkloosheidsuitkeringen uit te keren. Terwijl dat recht onderdeel is van internationale afspraken voor sociaal Europa. En overigens gaat het niet om uitkeringen na één dag, maar om uitkeringen op basis van voldoende arbeidsprestaties in het land van herkomst.
Met nog een bijkomend onevenwicht: sociale fraude wordt vooral gezien als een zaak van migranten. We willen ze niet de kost geven, de Belgen die knoeien met lonen, bijdragen en uitkeringen.
Oplossingsgericht denken
Na zo een probleemstelling mag je ook minstens verwachten dat, vanuit de rijke, justitiële ervaring, oplossingsrichtingen worden aangereikt. Want het is al lang duidelijk dat inspectiediensten en justitie de sociale fraude moeten bestrijden met één arm op de rug gebonden. En dan niet zozeer wat betreft de uitkeringsfraude. Op dat vlak is er trouwens een opmerkelijke vooruitgang, deels mogelijk gemaakt door de combinatie van sociale databanken.
Er ontbreken vooral een aantal essentiële hefbomen voor de bestrijding van misbruiken inzake lonen en sociale bijdragen: de hoofdelijke aansprakelijkheid van aannemers van werken voor hun onderaannemers, een adequaat beleid tegen schijnzelfstandigheid, paal en perk stellen aan het geknoei met vennootschappen, verstevigde Europese samenwerking tegen lonen- en bijdragefraude, maatregelen tegen sectorshopping (de vlucht naar de goedkoopste paritaire comités)… Ook de inspectiediensten klagen daar steen en been over. Justitie moet die problemen toch ook zien? In welke mate heeft justitie de problemen trouwens niet zelf mee in de hand gewerkt? Je kunt bijvoorbeeld bezwaarlijk voorhouden dat de evolutie in de rechtspraak over schijnzelfstandigen het werk van de inspectiediensten heeft gefaciliteerd.
Het zijn vooral die tekorten die moeten worden aangepakt in een actievere strijd tegen de sociale fraude. En het is jammer dat de mercuriale daar zo weinig toe bijdraagt. Niet enkel omdat overdrijvingen over het einde van de democratie en de rechtsstaat politici onmiddellijk in een egelstelling dwingen. Maar ook omdat ten langen leste niet meer de sociale fraude als probleem wordt gesteld, maar de migratie as such, zo al niet de migrant zelf. Ik ben er van overtuigd dat dit niet de bedoeling was. Het luik van Piet Van den Bon in de mercuriale is op dat vlak overigens bijzonder genuanceerd. Het is, zeker in een Antwerpse context, moedig te stellen dat de “multiculturele samenleving een bron is van rijkdom … de ware weg naar de toekomst van de mens”. Maar in één beweging België betitelen als “een land van melk en honing” voor migranten-uitkeringsfraudeurs - terwijl het vooral een land van melk en honing lijkt voor fiscale, loon- en bijdragefraudeurs - helpt die verrijking absoluut niet vooruit.

Internationale rechtsstaat
Maar laat ons vooral hopen dat alle deining van vorige week aanleiding geeft tot een grondig debat over wat essentiële instrumenten zijn om ons sociaal weefsel te vrijwaren van misbruiken. En dat begint met het misbruik dat malafide werkgevers ervan maken, ongeacht of ze van autochtone of allochtone origine zijn. En dat erkent best ook – vooraleer migratie en asiel onbehouwen te verbinden met het einde van de rechtsstaat en de democratie – dat er ook zoiets bestaat als een internationale rechtsstaat, met recht op asiel, en met rechten van migranten op sociale bescherming, binnen en buiten Europa.

Chris Serroyen
(De auteur is hoofd van de ACV-studiedienst)

Dit opiniestuk verscheen op 8.9.11 op de website van de VRT (www.deredactie.be)