Tijdens de coronacrisis hebben de dienstenchequebedrijven heel wat extra ondersteuning gekregen. Tussen maart en juni ging het om 65 miljoen euro extra subsidies vanuit Vlaanderen. Tussen november en december kregen de ondernemingen nog eens 40 miljoen euro. En vanaf januari 2021 verhoogt de terugbetaalwaarde voor de bedrijven met 12 cent per dienstencheque, zo’n 11 miljoen euro extra per jaar. Ondertussen kregen de huishoudhulpen tijdens de crisis … niks. Behalve als het Vlaams Parlement morgen anders stemt.
Zowel tijdens de eerste als de tweede golf was er een impact op de dienstenchequesector. Klanten waren minder geneigd om een huishoudhulp aan huis te laten komen, met tijdelijke werkloosheid voor de huishoudhulpen tot gevolg. En er was en is nog steeds een zeer groot veiligheidsprobleem voor de huishoudhulpen wanneer zij wel gaan poetsen bij klanten. Bijna 100.000 dienstenchequewerknemers -hoofdzakelijk vrouwen in een kwetsbare positie- zorg(d)en ook tijdens deze coronacrisis voor een betere work-life balance bij zo’n 750.000 Vlaamse gezinnen. De risico’s die ze hiervoor nemen zijn niet min: bij verschillende huishoudens langsgaan en de aanwezigheid van klanten zorgen voor onveilige situaties op de werkvloer. En al zeker omdat klanten zich niet altijd aan de opgelegde richtlijnen houden, waardoor het risico op besmetting toeneemt. Lees ook de getuigenissen op www.huishoudhulpenaanhetwoord.be.
Minister Crevits voorzag als reactie op de crisis reeds 105 miljoen euro extra subsidie voor de dienstencheque-ondernemingen. Dat moest dienen voor beschermingsmiddelen voor de huishoudhulpen, maar ook om de ondernemingskosten te dekken. De Vlaamse Regering had dus reeds heel wat aandacht voor de dienstenchequebedrijven. Daar wordt vanaf 1 januari 2021 een bijkomende subsidie aan toegevoegd. Het gaat om een verhoging van €0,12 per cheque, ofwel een extra recurrente investering van 11 miljoen euro. Voor vzw’s in de sector die vaak met kleine marges werken, is wat financiële ademruimte welgekomen. Voor de grote commerciële bedrijven ziet ABVV Dienstencheques de noodzaak niet.
Maar bovenal: wat met de huishoudhulpen zélf, die zich reeds in een kwetsbare situatie bevinden? Na meer dan 100 miljoen euro voor de bedrijven, vraagt ABVV Dienstencheques aan het Vlaams Parlement om ook aan de arbeidsvoorwaarden en een coronavergoeding van deze werknemers te denken.
Morgen ligt in het Vlaams Parlement een voorstel voor om de huishoudhulpen financieel te ondersteunen. In de plenaire vergadering zal gestemd worden over twee voorstellen van Caroline Gennez (sp.a). Enerzijds een voorstel om middelen vrij te maken voor een compensatie voor huishoudhulpen die zich in tijdelijke werkloosheid bevonden tijdens de tweede coronagolf. Anderzijds een risicopremie van €2 per gewerkt uur met terugwerkende kracht voor alle huishoudhulpen die tijdens de tweede golf gewerkt hebben. In totaal gaat het om 37 miljoen euro aan maatregelen. Amper een derde van wat de bedrijven reeds mochten ontvangen. En toch werden deze voorstellen door de meerderheid al tot tweemaal toe weggestemd in parlementaire commissies.
ABVV Dienstencheques doet een laatste oproep aan het Vlaams Parlement: neem een concrete beslissing en voorzie betere arbeidsvoorwaarden en een coronavergoeding voor deze werknemers, die voor veel gezinnen en ouderen onmisbaar zijn en zich reeds in kwetsbare financiële situaties bevinden. De échte slachtoffers van deze crisis zijn de huishoudhulpen, niet de commerciële bedrijven die reeds meer dan voldoende middelen ontvingen en nu dus opnieuw mogen rekenen op extra subsidies in 2021. Hoog tijd dat het vrijgemaakte geld dus rechtstreeks naar de werknemers gaat.
Issam Benali - Federaal secretaris