images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

 

Immo Somers. De waanzin van de uitverkoop

In zijn rijkgevulde politieke carrière is Bart Somers altijd trouw gebleven aan zijn aloude credo dat vakbonden ‘het primaat van de politiek moeten respecteren’. Hij combineert het als volbloed liberaal met een ideologisch geloof in de heilzame werking van de vrije markt. Niet alleen het middenveld, ook de overheid moet voor het vervullen van essentiële maatschappelijke behoeften een stap opzij zetten.

Het huidige parcours van Bart Somers als minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen spreekt in dit verband boekdelen. Binnen de regering Jambon is hij de verpersoonlijking van de uitholling van de openbare diensten, arbitraire vriendjespolitiek en de beknotting van de democratische rechtsorde. Minister Somers heeft zich voor de kar laten spannen van de commerciële zorglobby. Die wil aan marktexpansie doen en aast op de privatisering en uitbesteding van de openbare zorg- en welzijnssector. Minister Somers laat daarom zijn ambt uithollen tot een immokantoor als onderaannemer voor de zorgvastgoedfondsen.

Traditioneel wordt de zorgsector in België door lokale besturen of het gesubsidieerde middenveld uitgebaat. Met een uitgebreid openbaar zorgaanbod kunnen (lokale) overheden veel meer greep uitoefenen op de dagprijzen in functie van betaalbaarheid en toegankelijkheid. Zo kan de samenleving de toon zetten voor de gehele zorgsector. Het beleid van de minister daarentegen levert het speelveld over aan financiële investeringsmaatschappijen en commerciële zorgketens. Dat de gemiddelde dagprijs in de profit-woonzorgcentra 65 euro is tegenover 60 in die van de openbare sector, zal de minister worst wezen.

De minister tooit zichzelf als een ‘communalist’. Voor hem betekent dit de vrijheid van een lokaal bestuur om openbare diensten af te stoten en middenveldorganisaties – vakbonden in de eerste plaats – monddood te maken. De wet mag daarvoor wijken, zoals blijkt uit zijn optreden bij de afstoting van de Oostendse gezinszorg. Antwerpen mocht van hem zelfs beslissingen nemen op basis van voorstellen van het privatiseringsdecreet, dat nog niet eens goedgekeurd was. Het primaat van de politiek komt bij Somers niet alleen neer op een versterking van de uitvoerende macht. Hij gebruikt het ook om zijn eigen arbitraire machtsuitoefening – vriendjespolitiek – ten bate van partijgenoten (Tommelein in Oostende) en coalitiepartijen (De Wever in Antwerpen) goed te praten.

De overheid geeft de teugels uit handen wanneer ze van zorg een markt maakt met grote concentraties van privé eigendom en economische beslissingsmacht. De reductie van alles tot kosten en baten doet vergeten dat een overheid in de eerste plaats moet beantwoorden aan de democratische eisen van publieke verantwoordelijkheid, rechtsgelijkheid en dienstbaarheid aan de burgers. Democratie is het gezamenlijk bepalen van het algemene belang door middel van een politiek debat tussen verschillende actoren met tegengestelde visies en belangen. Het primaat van de politiek zou in essentie daarop moeten slaan. Het is exact deze politieke functie die de liberaal Somers veronachtzaamt door de controle over essentiële maatschappelijke domeinen zoals zorg en welzijn uit handen te geven aan de privésector.

Privatisering herleidt zorgverstrekking tot een vorm van koopwaar die alleen toegankelijk is voor zij die het zich financieel kunnen veroorloven. Hoeveel je verdient, mag echter nooit bepalen welke zorg je krijgt. De uitholling van de openbare zorg zal leiden tot minder performante lokale besturen die niet kunnen beantwoorden aan de zorgnoden van de bevolking. Privatisering zet daardoor het vertrouwen van de burger in de politiek op de helling.

De ACOD en de andere vakbonden hebben met talloze open brieven, publicaties, petities en acties het debat over de toekomst van de zorgsector zonder winstbejag aangewakkerd. We voelen ons gesteund door wetenschappers en de belangrijkste middenveldorganisaties van de brede zorg- en welzijnssector. De manier waarop de minister zich meent te kunnen bedienen van de prerogatieven van een politiek ambt maken hem politiek ongeloofwaardig en zo versterkt hij ook de antipolitieke sentimenten die leven bij de burger. De vakbonden hebben dan ook de democratische plicht om de uitverkoop van de democratie een halt toe te roepen.

Willy Van Den Berge, Nationaal Secretaris ACOD Lokale Besturen

“De vakbonden hebben de democratische plicht om de uitverkoop van de democratie een halt toe te roepen.”

Dit artikel verscheen eerder in De Tribune van juni 2022, maandblad van ACOD