images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

 

Vlaamse Regering stort lokale besturen in chaos

Nu vrijdag 20 januari staat het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen (hierna BVR RPR) op de agenda van de Vlaamse Regering om definitief goedgekeurd te worden.

Hiermee drukt minister Bart Somers zijn plan door om een einde te maken aan een gemeenschappelijk personeelsbeleid voor de lokale en provinciale besturen. Voor alle duidelijkheid: het BVR RPR werd afgesloten met een protocol van niet-akkoord van de drie vakorganisaties en van één werkgeversorganisatie (Vlaamse Vereniging van Provincies). Het is ongezien dat een dergelijk belangrijk document doorgeduwd wordt zonder akkoord met de werknemers.

Zoals vroeger al meegedeeld hadden de werkgevers- en de werknemersvertegenwoordigers samen een consensustekst opgemaakt om een werkbare en realistische rechtspositieregeling mogelijk te maken. De Vlaamse Regering heeft deze opzij geschoven en werkt dus verder met hun oorspronkelijke ideeën.

Maar het wordt nog erger. Ook de Raad van State brengt geen advies uit over de tekst. De Vlaamse Regering vond 30 dagen immers voldoende om advies uit te brengen over dergelijk omvangrijk en complex dossier, terwijl de voorziene termijn van 60 dagen hier zeker op zijn plaats was geweest. De Raad van State heeft geoordeeld dat een advies binnen de termijn van 30 dagen niet mogelijk was en heeft het van de rol gehaald.

De Vlaamse Regering ziet hier geen probleem in en plaatst het BVR RPR dus op de agenda van vrijdag 20 januari 2023. Omdat dit het belangrijkste besluit is voor het personeel van de lokale en provinciale besturen en er maar om de ongeveer 15 jaar zo’n allesomvattende nieuwe regelgeving voor die personeelsleden wordt goedgekeurd, is het wenselijk om dit besluit nog eens bij de Raad van State in te dienen om advies te verkrijgen. Een deftige juridische screening zou er moeten gebeuren omdat er op het eerste zicht toch wel wat problemen zijn met de tekst zoals:

 foute verwijzingen;
 geen omzetting van de EU-richtlijn 2019/1158 evenwicht werk-privéleven (de deadline hiervoor is reeds verstreken, namelijk 22 augustus 2022);
 conformiteit met federale regelgeving voor statutaire personeelsleden ontbreekt (ondanks een specifieke vraag van de federale overheid);
 conformiteit met sectorale akkoorden ontbreekt.

Het gemeenschappelijk vakbondsfront heeft alle Vlaamse parlementsleden aangeschreven om hen te wijzen op de vele onvolkomenheden in het BVR RPR (zie bijlage). Dit BVR RPR biedt immers geen rechtszekerheid aan zowel de werkgevers als de werknemers.

Dergelijk besluit goedkeuren zonder advies van de Raad van State betekent dat het voor de komende jaren enorm vatbaar zal zijn voor allerhande klachten en procedures. Dit moet absoluut vermeden worden.

Voor verdere vragen kan u steeds terecht bij:

Christoph Vandenbulcke – nationaal secretaris ACV-OD – 0479 29 05 20

Willy Van Den Berge – federaal secretaris ACOD LRB – 0473 97 00 60

Christel Demerlier – voorzitter VSOA LRB – 0475 87 93 96

met vriendelijke groeten

 

chris camps

acod | stafmedewerker communicatie

t +32 2 508 58 36 | m +32 476 903 908