Toen in mei dit jaar de finale van het Eurovisie songfestival in Israël plaats had gebeurde dat in een arena, gebouwd op de ruïnes van een Palestijns dorp. Sheikh Muwannis werd in mei 1948 veroverd door de zionistische militie Irgun. De bewoners werden verjaagd en het dorp werd met de grond gelijk gemaakt. Op de ruïnes werd de wijk Ramat Aviv gebouwd waar onder andere de universiteit van Tel Aviv is verrezen. Slechts één huis van het voormalige Palestijnse dorp bleef overeind en wordt nu gebruikt als Faculty Club van de universiteit.

Sheikh Muwannis is geen alleenstaand geval. Sinds de verovering van Palestina door zionistische troepen in 1948 en de stichting van de staat Israël hebben meer dan 600 Palestijnse dorpen hetzelfde lot ondergaan. Israël is letterlijk gebouwd op de ruïnes van Palestina. 800000 oorspronkelijke bewoners werden van huis en grond verdreven: 80% van de toenmalige Palestijnse bevolking. Die gebeurtenissen noemen de Palestijnen de Nakba, de catastrofe die tot vandaag voortduurt. Tot vandaag worden Palestijnse dorpen en huizen vernietigd om plaats te maken voor Joodse kolonisten. Volgens internationaal recht gaat het om een oorlogsmisdaad.
Van de verdwenen dorpen blijft in de meeste gevallen niets over. De ruïnes werden begraven onder nieuw aangelegde bossen of onder Joodse nederzettingen en steden. Alleen hier en daar zijn een kerk, een moskee of een begraafplaats overeind gebleven. Voormalig VRT-journalist Johan Depoortere ging op zoek naar de overblijfselen van de verdwenen Palestijnse dorpen. Op een tiental plaatsen fotografeerde hij de stomme getuigen van de Nakba, de Palestijnse catastrofe. Zijn foto’s zijn te zien in de tentoonstellingsruimte van Zebrastraat van zondag 8 tot en met zondag 15 september.

Bron: http://www.zebrastraat.be/item.php?id=82076