images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

Om Belgische werknemers en bedrijven te beschermen tegen grote schokken door een harde Brexit, keurde het parlement gisteren een reeks maatregelen goed inzake tijdelijke werkloosheid, tijdkrediet en collectieve arbeidsduurvermindering. Mocht het nodig zijn kan de sociale zekerheid zo zware sociaaleconomische gevolgen van de Brexit mee helpen indijken. Dezelfde batterij aan maatregelen loodste het land eerder al door de financiële crisis van 2008.

“Het is goed dat de sociale zekerheid opnieuw haar rol als stabilisator kan vervullen. En dat politici dat beseffen, ” zegt nationaal secretaris Mathieu Verjans. “Maar we rekenen er tegelijk op dat de politici beseffen dat de sociale zekerheid daar voldoende middelen voor nodig heeft. Koken kost nu eenmaal geld. Ik hoop dat het parlement met evenveel enthousiasme werk maakt van de financiering van de sociale zekerheid als van de Brexit-maatregelen. De voorbije jaren is die financiering immers heel zwaar uitgehold. Onder meer door een verlaging van de werkgeversbijdragen en door allerlei nepstatuten.”

“Het is ook zeer positief dat we in dit dossier afspraken hebben gemaakt over het optrekken en gelijkschakelen van de minimum-toeslag die de werkgever bovenop de RVA-uitkering bij economische werkloosheid betaalt. Deze toeslag hebben we voor Brexit-slachtoffers kunnen gelijkschakelen voor arbeiders en bedienden én kunnen indexeren. Voor hen komt de toeslag nu op 5,63 euro extra per dag of 146,38 euro per maand. Het is echter onbegrijpelijk dat dit niet wordt doorgetrokken naar de algemene regeling tijdelijke werkloosheid. Iemand die tijdelijk werkloos wordt door hacking, de coronapandemie of stormschade is toch niet minder slachtoffer?” besluit Verjans.