images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

Eind november sloten de vakbonden en de Vlaamse regering het Vlaams intersectoraal akkoord af (VIA 6) voor de Vlaamse sectoren in de social profit. Nu is het luik koopkracht geconcretiseerd. En dat is goed nieuws voor de werknemers van de sector. Zij gaan er vanaf 1 januari 2021 structureel op vooruit. De BBTK eist al jaren duurzame investeringen in de sector. Er worden dan ook belangrijke stappen gezet om de huidige verschillen met de federale collega’s te verkleinen. Een belangrijk element als we willen voorkomen dat de sector leegloopt.

Eenmalige consumptiecheque
Na de mooie resultaten voor de federale social profit konden de Vlaamse sectoren niet achterblijven. De geregionaliseerde sectoren (ouderenzorg en revalidatiecentra, beschut wonen en PVT’s), gezins- en bejaardenhulp, de sector voor personen met een beperking en de kinderopvang hebben allemaal recht op een eenmalige consumptiecheque van € 300.

Structurele loonsverhogingen
In de geregionaliseerde sectoren ouderenzorg en revalidatiecentra, beschut wonen en PVT’s zal ten laatste tegen 1 juli de uitrol van IFIC 100% worden. Dat wil zeggen dat de werknemers dezelfde barema’s zullen hebben als hun federale collega’s. De loonsverhoging start echter al op 1 april 2021 en zal voor de periode april tot juli retroactief bijbetaald worden. Wie niet in IFIC stapt, heeft recht op een extra premie voor de periode januari tot juli. Deze premie is voor iedereen gelijk (zowel instappers in IFIC als niet IFIC-loonschalen) en wordt nog in detail berekend, maar het zal om zo’n € 200 netto gaan. Zo wordt het budget solidair verdeeld.

Wie niet in IFIC stapt zal recht hebben op een retroactieve premie voor januari, februari en maart 2021. Ook deze premie wordt nog in detail berekend, maar het zal opnieuw om zo’n € 200 netto gaan.

De gezins- en bejaardenhulp, de sector voor personen met een beperking en de kinderopvang zullen tegen 1 juli 2021 een eerste opstap naar IFIC maken. Dit gaat ook retroactief vanaf 1 januari in. Elke functie gaat er ten minste 1,7 % op vooruit. Maar de barema’s van de effectieve zorgfuncties worden maximaal gelijkgetrokken naar het federale niveau. Voor de gezins – en bejaardenhulp zal het verschil met de federale barema zo goed als verdwijnen voor 95% van het aantal VTE in de sector. In de sector voor personen met een beperking wordt er ook een grote eerste stap gezet voor zo’n 70% van het aantal VTE. De precieze barematabellen worden de komende dagen verder uitgewerkt en zullen tegen 15 januari beschikbaar zijn.

Niet onbelangrijk: de barema’s worden opgetrokken tot 35 jaar anciënniteit. Vandaag is dit 24 of 27 jaar afhankelijk van de sector. Een belangrijke stap in de erkenning van het personeel.

In de socio-culturele sector is er gekozen om tegen 15 januari de verhoging van de loonmassa met 1,1% en de kwaliteitsmaatregelen te concretiseren. Een tweede verhoging volgt in 2023 op basis van de loonnorm die dan geldig is.

Tegen 2023 zal het nieuwe IFIC-loonhuis voor de Vlaamse sectoren definitief zijn op basis van een loonstudie.

Federaal secretaris Johan Van Eeghem: “Het is essentieel om er voor te zorgen dat de lonen van de werknemers in de Vlaamse sectoren zo veel mogelijk gelijk zijn aan die van de federale sectoren en er op vooruit gaan. Deze werknemers verdienen deze erkenning. De sector kampt al jaren kampt met een zware onderfinanciering, wat leidt tot structurele problemen. Zij vragen al jaren investeringen en duurzame oplossingen. Betere loon – en arbeidsvoorwaarden waren dan ook één van onze grote eisen in het Zorgpact. Dit deelakkoord concretiseert onze eis.”.