images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

DSC 2547Erik Grietens

Met de voorliggende plannen blijft Vlaanderen de rode lantaarn in Europa op het gebied van waterkwaliteit. (foto Hendrik Moeremans)

Het is niet goed gesteld met de kwaliteit van onze waterlopen: ze behoren tot de vuilste van Europa. En met de huidige plannen zal het nog minstens twintig jaar duren vooraleer het probleem echt is opgelost. Onbegrijpelijk, in een welvarende regio als Vlaanderen. Deze stroomgebiedbeheerplannen hebben nood aan veel meer en veel concretere acties om tot een goede waterkwaliteit te komen.

Een probleem voor iedereen
De belangrijkste bronnen van waterverontreiniging zijn afvalwater van woningen zonder riolering, overbemesting door landbouw en industriële lozingen. Alhoewel de afgelopen twintig jaar heel wat vooruitgang werd geboekt, zijn we er nog lang niet. Met de nu voorliggende plannen is het voor veel waterlopen niet haalbaar om zelfs in 2033 een goede waterkwaliteit te bereiken. De plannen bevatten te weinig concrete acties en maatregelen. Dat moet beter.

Huishoudens
De afgelopen twintig jaar werden miljarden geïnvesteerd om woningen aan te sluiten op riolering en riolering op waterzuiveringsinstallaties. Dat zorgde voor een gevoelige verbetering van de waterkwaliteit. Maar het venijn zit in de staart. Om de laatste 10% van de woningen aan te sluiten op riolering, moeten opnieuw miljarden geïnvesteerd worden. De meerkosten lopen hoog op, omdat vooral woningen in landelijke gebieden moeten aangesloten worden, wat veel meer kilometer riolering vraagt.

Het stroomgebiedbeheerplan wil verder inzetten op ondersteuning van gemeenten om riolering aan te leggen. Maar een aantal gemeenten doet dat niet. Dan moet het Vlaams Gewest in de plaats kunnen treden. Dat moet een concrete actie worden in het plan. Het is op korte termijn sowieso niet mogelijk om overal ontbrekende gescheiden riolering aan te leggen. Dat is -door de hoog oplopende kosten - een werk van vele jaren. In afwachting kan het niet langer dat er nog nieuwbouw gezet wordt in straten waar er geen riolering ligt, want dat gebeurt nog steeds, waardoor de waterkwaliteit verder achteruit boert. De Vlaamse regering moet dat wettelijk verbieden. Een verdere achteruitgang van waterkwaliteit kan echt niet meer volgens de Europese waterrichtlijn.

En de belangrijkste les: we betalen onze ruimtelijke wanorde cash aan riolering. Een echte betonshift naar de stads- en dorpskernen is een noodzaak in het dichtbevolkte Vlaanderen.

We betalen onze ruimtelijke wanorde cash aan riolering.

Industrie
De industriële lozingen van afvalwater zijn de afgelopen twintig jaar sterk afgenomen, voor sommige vervuilende stoffen met meer dan 60%. Dat is vooral te danken aan striktere lozingsnormen in de milieuwetgeving en in milieuvergunningen. Bovendien moeten bedrijven heffingen betalen op de vervuiling die ze wel nog lozen, wat heel wat bedrijven ertoe aanzette om te investeren in installaties die hun vervuiling verminderen. Maar sinds 2015 is de daling van de industriële lozingen zo goed als stilgevallen. Het beleid moet dan ook verder op de ingeslagen weg: striktere lozingsnormen in wetgeving en vergunningen, hogere taksen die kunnen vermeden worden door zelf afvalwater te zuiveren.

De maatregelen voor de industrie zijn zeer vaag in het stroomgebiedplan. Zo vaag zelfs, dat het milieu-effectenrapport (MER) niet kan beoordelen wat het effect ervan is: “er kon geen inschatting gebeuren van de evoluties van de drukken vanuit de industrie op basis van de maatregelen in het maatregelenprogramma omdat het maatregelenprogramma voor de industrie enkel generieke acties omvat, waarvan de impact op individuele bedrijven (en hun lozingen) niet ingeschat kan worden.”

Landbouw
Het totale gebruik van stikstofbemesting steeg van 2012 tot 2017 met 7%. Dat kunnen onze waterlopen missen als kiespijn. Om dit hardnekkig probleem eindelijk aan te pakken, wordt een afbouw van de te grote veestapel in Vlaanderen onvermijdelijk. Toch blijft het stroomgebiedplan heel erg op de vlakte: “een duurzame landbouw is nodig”. Maar dat wordt niet concreet gemaakt, want men mag niet vooruitlopen op het toekomstig mestbeleid (MAP 7). Volgens het MER is het aanscherpen van de bemestingsnormen met -10 % tot -30% nodig, afhankelijk van het soort gebied. Verder is een bemestingsvrije en teeltvrije strook van telkens 3m langs alle waterlopen noodzakelijk. En dat moet ook gecontroleerd worden. Dit soort doelstellingen en maatregelen moet absoluut opgenomen worden in het stroomgebiedbeheerplan, als we enige vooruitgang willen boeken.

Momenteel loopt een openbaar onderzoek. Tijd dus om ook als burger je stem te laten horen. Samen met vele partners en experts hebben we een bezwaarschrift opgesteld. Doel? De stroomgebiedbeheerplannen een pak ambitieuzer maken.

Ja, ik geef mijn stem voor proper water

Bron: https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/stroomgebiedbeheerplannen-schieten-te-kort-voor-waterkwaliteit-vlaanderen?utm_source=Mailing+Lijst&utm_medium=email&utm_campaign=InZicht+210115