Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

Rechtvaardige belastingen maken besparingen op de kap van gewone mensen overbodig.

Een regering heeft niet veel keuzes: het gaat enkel tussen gelijkheid of ongelijkheid. Ofwel voert men een politiek voor ‘alle’ mensen, ofwel bevoordeelt men een bepaalde groep in de samenleving. Als er vooral bespaard wordt in de sociale zekerheid, in onderwijs, in openbare diensten, op kinderopvang, op cultuur, op de lonen en uitkeringen, dan kan men moeilijk zeggen dat het doorsnee individu profijt ondervindt van de politiek die de huidige regeringen voeren. Als je bepaalde maatregelen gaat analyseren, en ook gaat kijken naar de maatregelen die niet worden genomen, wordt het pas duidelijk dat bepaalde groepen in de samenleving worden bevoordeeld.

Zo is het niet invoeren van een vermogensbelasting op het totale bezit een goed voorbeeld ! Als je weet dat de rijkste 1% van de bevolking over een vermogen beschikt dat net iets groter is dan wat de 60% minst rijken bezitten, dan zou je toch denken dat men eerst aan deze onrechtvaardigheid iets gaat doen? Als weet dat de rijkste 500 Franse families via 54 holdings 17 miljard euro in België hebben geparkeerd, dan is het toch duidelijk dat er iets grondig fout zit in de Belgische fiscale wetgeving? Inderdaad, want België heeft geen budgettair probleem, maar een groot fiscaal probleem!

Een vermogensbelasting: + 8 miljard euro

Als de regering zou kiezen voor een progressieve vermogensbelasting op het totale bezit met een vrijstelling van 1,5 miljoen euro, kan zo’n vermogensbelasting meer dan 8 miljard euro opbrengen. Als men op het totale bezit volgende drie aanslagvoeten toepast: 1% op de schijf tussen 1 en 2 miljoen euro, 2% op de schijf tussen 2 en 3 miljoen euro en 3% op alles boven de 3 miljoen euro, dan komt slechts 3 procent van de bevolking in aanmerking. Dat zijn 138.000 gezinnen!

De belastingdruk op een billijke manier verdelen, en een vermogensbelasting invoeren, kan maar pas als in België het bankgeheim volledig wordt opgeheven. In de omliggende landen, waarmee men België zo graag vergelijkt, staan ze op dat gebied veel verder! In Nederland is er geen fiscaal bankgeheim en wordt er jaarlijks een vermogensstaat opgemaakt van alle gezinnen. In Frankrijk moeten de banken jaarlijks aan de fiscus ‘alle’ fiscale bankgegevens bezorgen en Duitsland heeft de bevoegdheden van de overheid uitgebreid om bankgegevens in te zien. In België hebben de ambtenaren van de belastingadministratie het bijzonder moeilijk om aan informatie te geraken over de verdeling van de rijkdom en over de waarde van het vermogen. Daardoor ligt het fraudepercentage van België hoger dan in dat van de omringende landen.

Strijd tegen zwarte economie: + 8 miljard euro

Een onderzoek van een van de meest vooraanstaande specialisten op het vlak van het meten van de ondergrondse economie, is professor Friedrich Schneider van de Johannes Keppler Universiteit in Oostenrijk. Uit zijn laatste rapport schat hij de zwarte economie in België op 61 miljard euro. Ruw geschat betekent dit dat de schatkist 26 tot 30 miljard euro aan inkomsten heeft gemist! Michel Maus schrijft hierover in zijn boek ‘Iedereen doet het’ het volgende: ‘Als we dit nu vergelijken met de omringende landen waar de zwarte economie gemiddeld 11 procent van het bbp bedraagt, hetzij 5 procent lager dan in België, en we zouden erin slagen in België het fraudepercentage terug te dringen tot het niveau van onze directe buurlanden, dan zou dit volgens het theoretisch model van professor Schneider de facto tot gevolg hebben dat er per jaar ongeveer 8 miljard euro extra in de Belgische Schatkist terechtkomt.’

En we konden er niet naast kijken. De werkgeversorganisaties konden hun geluk niet onder stoelen of banken steken na het bekend maken van het federaal regeerakkoord van Michel Ι. De bedrijven krijgen nu eindelijk van de regering de zuurstof die de werkgevers al lang vragen. Er zou nu wel meer tewerkstelling komen. Zaten de bedrijven dan in het verleden met ademnood? We zetten wat feiten op een rij: bedrijfswinsten worden normaal belast aan een tarief van 33,99%. Wel, volgens een recent onderzoek van de OESO betalen de bedrijven in België het allerlaagste gemiddelde tarief van 8,5%. Hoe dit komt? Door de vele mogelijkheden die bedrijven krijgen om hun belastingen te verminderen kregen de 1000 meest winstgevende bedrijven een fiscale korting van 13 miljard euro! Ja, je leest dit goed, dit is meer dan het bedrag dat de regering als doel heeft gesteld om te besparen tegen 2018.

Bij de grootste aftrekposten kennen we de notionele interest. Deze aftrek komt erop neer dat de bedrijven van hun belastbare basis een percentage van een deel van hun eigen vermogen mogen aftrekken. Deze aftrek alleen al kostte de Belgische staatskas 6,16 miljard euro voor het jaar 2012.

En ook hier bleef de tewerkstelling uit! Dit werd mooi verwoord door topmanager Wilfried Verstraete, een van ’s werelds grootste kredietverzekeraars, die de notionele intrestaftrek complete onzin vindt: "Ik ben een grote tegenstander van de notionele intrestaftrek. Natuurlijk hebben wij daar ook gebruik van gemaakt, maar hij heeft ons nog geen enkele job extra doen creëren. En als hij morgen wordt afgeschaft, zal ook niemand ontslagen worden. En die holdings die hier zitten, zoveel mensen werken daar nu ook weer niet. De extra inkomsten die je krijgt door de notionele intrestaftrek af te schaffen, zou je perfect kunnen aanwenden om de schuld af te bouwen. Of om opnieuw te investeren in de economie."

Voilà, het is uitgesproken: het afschaffen van de notionele intrestaftrek brengt de schatkist opnieuw enkele miljarden euro op.

Maar het verhaal is nog niet af! De bedrijven krijgen niet alleen fiscale voordelen. In het verleden kregen ze miljarden verminderingen van bijdragen voor de sociale zekerheid en loonsubsidies. Meer zelfs dan dat ze aan bedrijfsbelastingen betalen! In 2011 stond de teller op 11 miljard euro. De regering Di Rupo deed daar nog een schep bovenop van 1,3 miljard. De regering Michel I heeft deze bedragen overgenomen, maar gaat de uitvoering vervroegen. Maar daarbovenop geeft ze bijkomend 3,6 miljard euro onder de vorm van een verlaging van de bijdragen voor de sociale zekerheid en door de lonen één keer niet te indexeren.

Maar daar stopt het nog steeds niet bij!

Vóór het einde van deze regeringsperiode zal het basispercentage van de ‘werkgeversbijdragen’ verminderen van 33% naar 25%. De werkgeversbijdrage is dat deel van het globale loon dat de werkgever doorstort naar de sociale zekerheid. Het is het uitgestelde loon van de werknemer dat zorgt dat er bij ziekte, werkloosheid of bij pensionering een vervangingsinkomen gegarandeerd kan worden. Volgens socioloog Jan Hertogen kost de vermindering van de werkgeversbijdrage van 33% naar 25% de sociale zekerheid 12 miljard euro. Een rekening die zal doorgeschoven worden naar alle burgers. Het is nog koffiedik kijken wat de regering gaat doen met de bestaande loonkostverminderingen.

Belgische bedrijven zitten op 240 miljard euro cash

En hebben nu die loonkostverminderingen en subsidies geleid tot meer tewerkstelling?

In een interview met het weekblad Knack gaf de eregouverneur Fons Verplaetse van de Nationale Bank de cijfers. Tussen 2008 en 2013 verdwenen in de landbouw en de industrie, de sectoren die de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen, 110.000 jobs! Met andere woorden, de enorme som aan loonlastverlagingen in de industrie hebben niet geleid tot meer tewerkstelling. Neen in tegendeel: tot minder tewerkstelling!

Een grondige evaluatie om alle verminderingen en subsidies te geven aan ondernemers die het echt nodig hebben, kan opnieuw miljarden opbrengen. Maar moet dit geld van de sociale zekerheid blijven komen? Kan er ook geen solidariteit georganiseerd worden tussen de bedrijven onderling? Zo zouden de Belgische ondernemingen beschikken over 240 miljard euro. Dat cijfer komt van B-information, een bureau gespecialiseerd in financiële informatie. Dat betekent niet dat de Belgische ondernemingen onmiddellijk 240 miljard euro ter beschikking hebben om te investeren. Maar over dit enorme bedrag zegt Pascal Flisch, directeur van B-information het volgende: ‘Die cash omvat ook het bedrijfskapitaal van de ondernemingen. Maar het neemt niet weg dat een flink deel van dit bedrag als overschot beschouwd kan worden.’ Bedrijven die op een steeds grotere berg reserves zitten maken deel uit van een internationale trend. Ze beleggen hun opgespaarde winsten liever op financiële markten dan ze te investeren in hun bedrijfsactiviteit en werkgelegenheid.

Investeren in duurzame energie en mobiliteit door de overwinsten van Electrabel te belasten en door bedrijfswagens minder te subsidiëren

In een tijd waar beelden over ecologische rampen ons er regelmatig op wijzen dat we door het gebruik van fossiele brandstoffen het milieu aan het verpesten zijn, is het helemaal onbegrijpelijk dat de regering elk jaar 663 miljoen euro in de uitgaven voor de publieke spoordienst wegknipt. Tegelijkertijd blijft de regering wel royaal subsidies uitdelen voor bedrijfswagens. Het TV – programma De Zevende Dag toonde de cijfers: de totale overheidssteun aan alle openbare vervoersmaatschappijen tezamen bedraagt 2,4 miljard euro. Uit een studie uitgevoerd door Copenhagen Economics in opdracht van de Europese Commissie, blijkt dat de Belgische overheid door de fiscale gunstmaatregelen voor bedrijfsvoertuigen 4,1 miljard euro aan belastinginkomsten misloopt. Daarbovenop komen nog de sociale bijdragen die niet ontvangen werden. Hoe absurd is dat, in tijden van galopperende klimaatopwarming? Als wij een omslag willen realiseren in vervoersmodi, dan is het openbaar vervoer de sleutel. Een sleutel om in te investeren, een sleutel ook voor een ecologische omslag.

En alsof Tsjernobyl en Fukushima nooit hebben bestaan, wil de regering dit jaar nog beslissen om Doel 1 en 2 tot maximaal 2025 open te houden. In plaats van snel en daadkrachtig te investeren in nieuwe bijkomende duurzame energie, staat in het regeerakkoord dat de nucleaire taks herberekend zal worden. De nucleaire taks is een compensatie die Electrabel moet betalen. Electrabel maakt nu grote winsten op hun kerncentrales die al lang zijn afgeschreven, dankzij de consument die dat aan zijn factuur heeft kunnen voelen. Maar hopelijk betekent ‘herberekening’ niet ‘verlagen’? Want het is een publiek geheim dat Electrabel al jaren afwil van de nucleaire taks.

Zelfs rekening houdend met de kerncentrales die zijn uitgevallen wegens scheurtjes en sabotage (Doel 3 en 4 en Tihange 2), kunnen de nucleaire winsten, bij de huidige marktprijzen, geraamd worden op 830 miljoen euro voor 2014. Voor 2015, ervan uitgaande dat de scheurtjesreactoren groen licht krijgen vanaf april, zoals Electrabel vooropstelt, en als de regering haar plannen doorzet om Doel 1 en 2 langer open te houden, loopt de nucleaire winst op tot boven het miljard euro. Deze winsten volledig afromen is niet meer dan normaal om te investeren in duurzame en veilige energie.

Kernenergie blijft even onverantwoord als centrales die draaien op kolen. Bovendien klopt het sprookje niet dat een kerncentrale goed is voor het klimaat, omdat er geen CO2-uitstoot is bij de productie. Bij de bouw van de centrale, en bij de winning en transport van uranium komt wél CO2 vrij. Véél meer dan bij echte groene energie zoals windmolens en zonnepanelen. En dan zwijgen we nog over de onverantwoorde veiligheidsrisico’s van kernenergie en de opslag van nucleair afval, waarvoor nog altijd geen afdoende oplossing gevonden is. Dat begin oktober een schip met nucleair afval op weg naar Antwerpen op drift raakte voor de kust van Schotland, bewijst welke enorme risico’s voor mens en milieu nucleaire energie met zich meebrengt.

Hervorming inkomstenbelasting: + 9 miljard euro

Waar men vandaag op de politieke tribune niet meer over praat, is het opnieuw globaliseren van alle inkomens in de personenbelasting. Tot 1983 werden de inkomsten uit kapitaal (interesten en dividenden) opgeteld bij de andere inkomsten (beroeps-, onroerende en diverse inkomsten) en dit totaal werd aan het progressief tarief van de personenbelasting onderworpen. Dit is nog steeds de ideale methode om alle inkomsten op een rechtvaardige manier te belasten. Dat er geen samenvoeging meer is van alle inkomsten heeft te maken met de invoering van de ‘bevrijdende roerende voorheffing’. Dit werd in ons land ingevoerd in 1983. Vanaf toen werden de inkomsten uit kapitaal niet meer aangegeven in de personenbelasting en werden ze belast aan een vast tarief. Wat is nu het gevolg?

De sterk verschillende fiscale behandeling van arbeidsinkomsten en vermogensinkomsten, hollen het draagkracht- en gelijkheidsbeginsel uit. Een gezin met twee kinderen dat een gemiddeld arbeidsinkomen heeft en geen inkomsten uit vermogen, draagt 48 procent bij van hun loon aan fiscale en sociale bijdragen. De buren die eenzelfde bruto-inkomen uit hun beleggingsportefeuille halen en geen arbeidsinkomen hebben, dragen 15 of 25 procent bij. Ze hebben dezelfde financiële draagkracht, maar hun bijdrage is verre van dezelfde.

De rijke klasse deed niet alleen profijt doordat hun inkomsten uit kapitaal werden bevrijd uit de personenbelasting, er kwam ook een afbraak van het progressieve stelsel, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Een kort overzicht van de geschiedenis: in 1988 werd het aantal belastingtarieven verminderd van 13 naar 7. De toenmalige tarieven van 61,90 procent, 67,80 procent en 70,30 procent werden afgeschaft. Vanaf aanslagjaar 1990 zou het hoogste tarief 55 procent bedragen op het gedeelte van het inkomen boven de 2.200.000 Belgische frank ( ± 54.500 euro). Met de belastinghervorming die werd opgestart vanaf 2002, heeft men de tarieven verder afgebouwd. In het aanslagjaar 2003 heeft men de tarieven van 55 procent en 52,5 procent afgeschaft en werd het hoogste tarief 52 procent. Vanaf het aanslagjaar 2004 werd het tarief van 52 procent afgeschaft en werd het hoogste tarief 50 procent.

De afbouw van de progressiviteit bezorgde de hoge inkomens profijt, de overheid leed verlies! Zo schreef Jan Béghin (sp.a) in zijn boek “ De schande van een rijk land” dat de afschaffing van de belastingtarieven van 55% en 52,5% de overheid jaarlijks zo’n 6 miljard euro kost. Waarom zou het aantal belastingschalen niet kunnen worden verhoogd, door te voorzien in schijven lager dan 25 % voor de lage inkomens en in schijven hoger dan 50 % voor de hoge inkomens? Zo dragen de sterkste schouders de zwaarste lasten en krijgt de overheid meer inkomsten! Om je een idee te geven wat dit voor de overheid kan opbrengen: een herinvoering van de belastingschalen van 52,5%, 55% en 65% voor de inkomens vanaf 6.000 euro per maand, zou 9 miljard euro opbrengen.

Rechtvaardige belastingen: ook op Europees en op internationaal niveau

Op eilanden waar de meeste mensen nooit zullen komen, hebben tienduizenden superrijken 25.000 miljard euro weggezet, veilig uit het zicht van de fiscus. De financiële ontwijkingsindustrie, een netwerk van banken, juristenkantoren en consultancybureaus hebben een sturende functie in de constructies die worden opgezet. Ze ondergraven de samenleving! Als op het bedrag van 25.000 miljard euro een belasting van 10 procent wordt geheven, dan los je probleemloos de hele eurocrisis op, de ouderenzorg, en in één klap zowat alle begrotingsproblemen van de Europese Unie. In de strijd tegen de belastingparadijzen moeten de banken verplicht worden alle financiële gegevens uit te wisselen.

Na meer dan 15 jaar strijd hebben 10 Europese landen, waaronder België, op 4 mei 2014 een akkoord gesloten om vanaf 1 januari 2016 een Europese Financiële Transactietaks (FTT) in te voeren. Een klein mirakel, gezien de sterke tegenwind die er kwam vanuit de financiële sector en in het bijzonder de bankenlobby. Het idee achter de taks is simpel: door een minimale heffing op transacties, ontmoedig je speculatie. Belangrijk is echter dat de belasting wordt ingevoerd op alle financiële transacties zodat toekomstige zeepbellen worden voorkomen. Een heffing heeft dan ook niet alleen tot gevolg dat speculatie kan worden ontmoedigd, het levert ook noodzakelijkerwijs een registratie op van alle transacties die worden gedaan. Veel van de praktijken die bijdroegen aan de kredietcrisis komen opeens boven water. Daarnaast kan een FTT veel geld opbrengen: 35 miljard euro per jaar. Dat geld is broodnodig voor de aanpak van mondiale problemen zoals klimaatverandering, armoede en werkloosheid.

Piketty: een mondiale, progressieve belasting op vermogen

De vruchten van onze economie worden niet eerlijk verdeeld: de Europese ongelijkheid is bijna even groot als aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Ongelijkheid is een mondiale ontwikkeling. Ook in opkomende landen als China, Brazilië en India neemt ongelijkheid hand over hand toe. Veel van de actuele discussies gaan vooral over topinkomens, maar we moeten niet vergeten dat juist vermogen een bron van toegenomen, extreme ongelijkheid is. Daarom is het belangrijk om het voorstel van de Franse econoom Thomas Piketty te verdedigen voor een mondiale, progressieve vermogensbelasting.

Guido Deckers - december 2014

Dit artikel verscheen eerder in De Wereld Morgen.