Zonder in te gaan op uitspraken van ministers over hoe dan wel een tax shift er moet uitzien, kunnen we niet genoeg benadrukken dat een verschuiving van bijdragen op arbeid richting btw de onrechtvaardigheid nog vergroot! En dit om volgende zes redenen:
1. De BTW is een degressieve belasting
Berekeningen leren dat als België zijn gemiddelde btw-tarief met 1 procentpunt verhoogt, dit de schatkist 1,2 miljard euro oplevert. Het is dus een gemakkelijke maatregel om snel veel inkomsten te innen. Maar een grotere impact van de btw leidt ongetwijfeld tot een vermindering van het herverdelend karakter van de belastingen. De ongelijkheid zal zelfs nog toenemen, omdat alle inkomenscategorieën, zonder onderscheid, op dezelfde manier belast worden. Zo betaalt iemand met een maandinkomen van 10.000 euro evenveel belastingen bij de aankoop van een brood, als iemand met een maandinkomen van 1.000 euro. Een verhoging van de btw-tarieven treft dus vooral de laagste inkomens.
2. Een verschuiving van arbeid naar BTW is geen waarborg voor de overheidsontvangsten
In de discussie over de tax shift verkiest de Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) hogere lasten op consumptie (btw) omdat die een stabielere bron van inkomsten zouden zijn dan extra lasten op vermogen of milieuvervuiling. Dat is nog niet zo zeker! Bij een geringere koopkracht bijvoorbeeld door werkloosheid, door ziekte of door prijsstijgingen, neemt het verbruik af, waardoor de overheid minder belastingen zal ontvangen. En wat doet zowel de Vlaamse als de federale regering? Zij besparen op de gewone burger waardoor de koopkracht zwaar wordt aangetast: een indexsprong, duurder openbaar vervoer, duurder onderwijs, duurdere ontspanning en cultuur, duurdere zorgverzekering, duurdere advocaten en duurdere energie.
3. Een verschuiving van arbeid naar BTW doet de koopkracht dalen
Voorstanders van een verschuiving naar hogere btw-tarieven beweren dat de prijzen niet zullen stijgen, omdat door de vermindering van de sociale bijdragen de loonkost daalt. De lagere loonkost compenseert dus een hogere btw. De consument zal er niets van voelen en we worden, vergeleken met het buitenland, competitiever. Maar in de kapitalistische logica is dat nog niet zo zeker! De belangrijkste reden waarom de consumptieprijzen op termijn toch zullen stijgen, heeft de maken met de import. De buitenlandse bedrijven die niet genieten van de vermindering van de werkgeversbijdragen, maar die bij de verkoop in België geconfronteerd worden met consumenten die op hun producten een hogere btw moeten betalen, zien hun omzet dalen. De Belgische bedrijven zullen dit kunnen aangrijpen om toch hun prijzen te laten stijgen, omdat de buitenlandse producten duurder zijn geworden door de hogere btw. Met andere woorden: de Belgische werkgevers zullen de verschuiving van de sociale bijdragen naar btw, waardoor ze lagere loonkosten hebben, toch nog hun prijzen kunnen verhogen om hun winstmarges nog verder aan te scherpen. Maar de buitenlandse bedrijven zullen natuurlijk ook niet stil blijven zitten en zullen uiteindelijk ook hun loonkosten verminderen door te verschuiven naar btw. Gevolg: een spiraal naar beneden van prijsverhogingen en koopkrachtverlies. Dat is de pure kapitalistische logica die gebaseerd is op hebzucht en winstbejag!
4. Een verschuiving van arbeid naar BTW doet het nettoloon dalen
Als men het heeft over een verschuiving van de zware ‘lasten’ op arbeid naar btw, dan heeft men het niet over jouw brutoloon. Dikwijls geeft men de indruk dat het de werknemer is die minder belastingen en sociale bijdragen zal betalen als men het heeft over minder ‘lasten’ op arbeid. Maar voor alle duidelijkheid zijn het niet de belastingen en de sociale bijdragen op het brutoloon van de werknemers die zouden verlagen, maar gaat het over de bijdrage die de werkgever doorstort naar de sociale zekerheid: de werkgeversbijdrage. De werkgeversorganisaties hebben dit woord omgetoverd in het begrip ‘last’ waarvan ze zeggen dat dit de concurrentie schaadt. Maar wat is nu het resultaat? De werkgevers en de aandeelhouders winnen, omdat ze de werknemers minder loon moeten betalen. De werknemers zijn de verliezers, omdat ze door de verschuiving van de werkgeversbijdragen naar btw meer zullen moeten gaan betalen van hun nettoloon om het verlies in de sociale zekerheid te compenseren. Nog eens anders gezegd: de inkomsten van deze verhoging van btw moeten dan dienen om dat wat er minder aan de sociale zekerheid wordt gestort door de verlaging van de werkgeversbijdrage, te compenseren.
5. Een verschuiving van arbeid naar BTW leidt tot inflatie
De voorstanders van een verschuiving van de belastingen op arbeid naar belastingen op consumptie, zitten nog met een probleem! Een hogere btw duwt de prijzen de hoogte in en leidt tot inflatie. Het gevolg is, en gelukkig maar ook, dat de lonen in België via het systeem van de automatische indexering worden opgetrokken. Het is natuurlijk daarom dat de regering Michel knabbelt aan het indexsysteem door de invoering van een indexsprong. Door een verschuiving van arbeid naar btw en een indexsprong vangt men dan twee vliegen in één klap: geen automatische loonstijging en lagere loonkosten!
6. Een verschuiving van belasting op arbeid naar BTW is asociaal
Voorstanders die een verschuiving van belasting op arbeid naar btw verdedigen, vinden dat een verhoging van de btw niet per se asociaal hoeft te zijn. Je betaalt enkel als je geld uitgeeft. Iemand die rijk is, geeft immers meer geld uit. Vermogende burgers dragen zo relatief meer bij. Als je dit zo stelt, ga je dan akkoord dat er een onderscheid mag zijn in de samenleving dat bepaalde groepen zich meer mogen toe-eigenen dan anderen? Leg me nu niet in de mond dat ik een samenleving verkies waarin iedereen hetzelfde heeft. Neen! Maar wel een samenleving waarin iedereen over voldoende ‘kwalitatieve goederen’ en ‘diensten’ beschikt die zorgen voor een aangenaam leven en dat rekening houdt met de schaarste en de duurzaamheid van onze planeet. En dat kan vandaag niet gezegd worden in een wereld waarin 3,5 miljard mensen moeten rondkomen met 2,5 dollar per dag! Of in een land als België waar 1,5 miljoen mensen moeten overleven met minder dan 1.000 euro per maand. En dat in een land waar de rijkste 1 procent van de Belgische bevolking beschikt over een vermogen dat net iets groter is dan wat de 60 procent minst rijken bezitten.
Stellen dat de rijken die meer uitgeven dan de armen en daardoor de verhoging van de btw niet asociaal is, is ook voorbijgaan aan de ongelijkheid die er is tussen de kwaliteit van de goederen en de diensten. Is het niet zo dat goederen van een mindere kwaliteit goedkoper zijn, maar ook sneller stuk gaan? Gaan we dan akkoord dat alleen de rijken degelijk materiaal kunnen kopen en in stevige goede huizen mogen wonen? Want zij geven toch meer uit?
Wat moet er dan wel gebeuren?
Volgens de Minister van Financiën Johan Van Overtveldt zouden de vakbonden de discussie over de tax shift verengen tot enkel en alleen een belasting op vermogen. Zou hij dan nooit de vakbondseisen lezen? Wat de vakbonden vragen is een tax shift naar rechtvaardige belastingen. Dat start bij een volledige opheffing van het bankgeheim en de invoering van een vermogenskadaster. Daaruit moet een vermogensbelasting op het bezit van de 3 procent rijkste families voortvloeien die meer dan 8 miljard euro kan opbrengen. Voeg daarbij het opnieuw invoeren van een globalisering van alle inkomens in de personenbelasting die gepaard gaat met een herziening van de belastingschalen en de belastingtarieven. Waarom zou het aantal belastingschalen niet kunnen worden verhoogd, door te voorzien in schijven lager dan 25 procent voor de lage inkomens en in schijven hoger dan 50 procent voor de hoge inkomens? Zo dragen de sterkste schouders de zwaarste lasten en krijgt de overheid meer inkomsten! Om je een idee te geven wat de kostprijs is van de belastinghervorming die in 2004 werd ingezet onder leiding van Didier Reynders (MR), en waarbij de twee hoogste belastingtarieven werden afgeschaft om de rijken te dienen, schreef Jan Béghin (sp.a) hierover in zijn boek ‘De schande van een rijk land’ het volgende: ‘de afschaffing van de belastingtarieven van 55% en 52,5% kost de overheid jaarlijks zo’n 6 miljard euro.’ Zo zie je maar wat dit kan opbrengen als je het omgekeerde doet!
Omdat een rechtvaardige fiscaliteit moet.
Guido Deckers (nationaal ACV-propagandist) - 13 februari 2015
Bronnen:
· De Tijd, 02-05-2013
· http://trends.knack.be/
· Leuvense economische standpunten 2013/138, zin en onzin van een verlaging van de patronale lasten, Paul De Grauwe, KU Leuven, p.1 en 2
· http://www.standaard.be/cnt/
· De Wereldmorgen, 18-02-2014, Michael Parenti, 85 miljardairs en de betere helft.
· De schande en de keerzijde, Jos Geysels & Erik Vlaminck, p.26
· Marco Van Hees, Belastingparadijs België, p.107
· De schande van een rijk land, Jan Béghin, p.152