images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

Eerst was er de heisa met de bibliotheken, maar ook andere takken dreigen de dupe te worden van het gemak waarmee de Vlaamse regering bevoegdheden naar het lokale niveau verkast. Het zou goed zijn mocht ze ingaan op de uitnodiging van het middenveld om hierover een hoorzitting te organiseren.

Investeert uw lokaal bestuur straks nog in de bibliotheek en naschoolse opvang? Kunnen kinderen nog naar de speelpleinwerking? Blijft het sportaanbod laagdrempelig? Is er straks nog degelijk theater in uw cultuurcentrum? Blijft er geld voor jeugdwerk met kwetsbare jongeren? Maakt uw bestuur nog werk van integratiebeleid, ontwikkelingssamenwerking of de strijd tegen kinderarmoede?

Dat kan, en laten we hopen dat het zo is. Maar niets is nog zeker, als de commissie Binnenlands Bestuur van het Vlaams Parlement vandaag de regering steunt in haar plan om maar liefst zeven decreten rond lokaal beleid tegelijk de papierversnipperaar in te schuiven. Daarvan zijn de decreten lokaal cultuur-, sport- en jeugdbeleid amper drie jaar oud. Op de afslankingskramp van Bourgeois I staat geen maat.

Autonomie zonder fond...

De relatieve stilte rond deze schrapping staat in schril contrast met de gevreesde impact. Jeugdwerkers, bibliothecarissen, cultuurprogrammatoren, armoedeverenigingen, de noord-zuidsector: alle zijn ze beducht voor kwaliteitsverlies. Meer dan elfduizend burgers tekenden een spoedpetitie van Hart boven Hard voor een hoorzitting over deze plannen. Maar alleen rond de bibliotheken was er in de media even tamtam. Hun onzekere toekomst is slechts het topje van de ijsberg. Heel wat lokale voorzieningen zijn straks niet meer gegarandeerd, want niet langer ‘geoormerkt’ vanuit een Vlaams beleidsperspectief.

Wat is er aan de hand? Onder het mom van een strijd tegen ‘betutteling’ van lokale besturen laat Vlaanderen de besteding van jaarlijks 130 miljoen steun voor lokaal sectoraal beleid volledig over aan de gemeenten zelf. Doe vanaf 2016 met dit geld wat je wil! Stop je het liever in riolen dan in jeugdwerkers, geen probleem. Bouw je liever schulden af dan nieuwkomers te integreren, doe gerust.

Aan de basis van deze beleidskeuze ligt geen afweging van lokale noden en behoeften, geen grondige becijfering, geen dialoog met het werkveld, maar een simpel ‘vertrouwen’. De Vlaamse regering heeft alle vertrouwen in de lokale besturen, tenzij ze in de Brusselse Rand liggen en dreigen te verfransen. Dat vertrouwen in de goede intenties van gemeentebesturen wil je nog wel delen. De meeste gemeenten willen wellicht blijven investeren in cultuur en flankerend onderwijsbeleid, in gelijke kansen binnen sport en jeugdwerk.

...en zonder middelen

Maar er is vandaag alle reden om géén vertrouwen te hebben in hun financiële situatie. Dat hebben steden en gemeenten ook zelf niet, als je hun herhaalde noodkreten ernstig neemt. Wat betekent hun autonomie dan eigenlijk? Vrijheid zonder middelen staat gelijk met de dwang om te schrappen. Wat Vlaanderen delegeert, is autonomie met een strop eromheen.

Een andere reden om dit plan te wantrouwen is de bestuurskracht. Deze beslissing gaat door voor goed bestuur, want vraagt minder papierwerk. Politiek zou zo dichter bij de burger komen. Maar tegelijk versterkt dit plan juist de democratische split waar heel Europa op afstevent: terwijl de eigenlijke macht steeds hoger kruipt, in globale kapitaalstromen die de politiek nog nauwelijks kan volgen, wordt bestuur steeds lager geduwd. Beleid maken komt steeds meer neer op beleid uitbesteden. Zullen we onderwijsbeleid straks ook overlaten aan de afzonderlijke scholen? En de regels rond sociale bescherming aan de ondernemingen zelf? Nee toch?

In plaats van één minister voor lokaal cultuur- of jeugdbeleid krijgen we nu 308 ministertjes. U zal het geluk moeten hebben in een rijke gemeente te wonen, als u geen cultuurcentrum wil dat volledig commercialiseert, zoals nu gebeurt in vele gemeenten in Nederland. Niemand die straks nog schoolzwemmen of jeugdwerk garandeert in armere gemeenten. Als het geen kaalslag wordt, valt minstens te vrezen voor een Vlaams hinterland met veel plukken en kale plekjes. Een lappendeken van ongelijk aanbod, dat niemand nog overziet.

Afslankingskramp

Misschien is dit nog het meest onrustwekkende: de evidentie waarmee deze regering zichzelf buitenspel zet en zelfs tegenspreekt. Minister Sven Gatz (Open VLD) wil werk maken van het ‘spreidingsprobleem’: het teruglopende kunstaanbod in cultuurcentra. Alleen heeft hij daarvoor straks geen enkel instrument meer.

Minister Liesbeth Homans (N-VA) wil het lokale integratiebeleid versterken, ‘want lokale besturen staan hier voor grote uitdagingen’. Alleen levert ze zelf de bevoegdheid erover uit. Regisseren zonder te willen regisseren? Hoe moet dat er in de praktijk uitzien?

Het kan niet dat de regering deze maatregel er zomaar doorjaagt, tegen de scepsis van het middenveld in. Eerst is een breed debat nodig over een kader voor lokale voorzieningen. Waarvan moet elke burger sowieso kunnen genieten? Willen we in Vlaanderen anno 2020 de lokale omgeving begrijpen als iets anders dan het verliesgewest van wisselende coalities? Dan moeten we kansen voor een kwalitatief lokaal bestuur creëren, in plaats van ze af te slanken zonder globale visie of inzicht in de gevolgen. Begin met een parlementaire hoorzitting van het middenveld. Ook die expertise verdient het vertrouwen van de regering in het lokale terrein.

Wouter Hillaert, woordvoerder Hart boven Hard - (eerder verschenen in De Standaard op) 25 mei 2015