Met de sluiting van Koerdische en andere oppositiemedia en de arrestatie van 10 parlementsleden van de Democratische Partij der Volkeren (HDP), verkozen voor het Turkse parlement, overschrijdt president Erdogan een nieuwe rode lijn. In plaats van de Koerden de hand te reiken om tot een politieke oplossing te komen, criminaliseert hij hen. Het hindernissenparcours van de Koerdische politieke beweging in Turkije gaat verder en het élan van deze partij - die naast Koerden ook Armeense en Assyrisch-Chaldeeuwse minderheden, voorvechters voor LGTB-rechten en linkse Turkse groeperingen samenbrengt – zal enkel groeien. Een terugblik.
Dogan Özgüden, die in 1936 geboren werd in een gezin van Turkse spoorwegarbeiders uit Ankara, is schrijver en hoofdredacteur van het persagentschap Info-Türk, gebaseerd in Brussel. Özgüden en zijn vrouw Tugsavul, waren gedwongen Turkije te verlaten na de militaire staatsgreep van 1971, na een vijftigtal rechtszaken rond vrije meningsuiting naar aanleiding van de artikels die ze gepubliceerd hadden. Het is hem tot op vandaag verboden terug te keren naar Turkije.
Dogan Özgüden: “Na 60 jaar actief te zijn in het politieke leven van Turkije, kan ik u verzekeren dat de Armeense genocide en de Koerdische kwestie taboeonderwerpen zijn.
Toen de Arbeiderspartij van Turkije (TIP) opgericht werd door linkse syndicalisten, die zich verzetten tegen het pro-Amerikaanse syndicalisme in Turkije, werd deze partij groot mede dankzij de steun van hun Koerdische kameraden. Onder de 15 parlementsleden die in 1965 op basis van een socialistisch programma verkozen werden voor de TIP, bevonden zich verschillende Koerden. De Arbeiderspartij van Turkije (TIP) werd verboden na de staatsgreep van 1971 omdat de partij verklaard had dat “ het Koerdische volk het recht heeft om hun politieke rechten uit te oefenen in Turkije”. Vervolgens gingen de Koerden op zoek naar een autonome politieke oplossing. Verschillenden van hen allieerden zich met de Iraakse Democratische Partij van Koerdistan (KDP) van Barzani, maar na de staatsgreep van 1980, was het de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK) die een gewapende strijd lanceerde en die massale steun wist te verkrijgen in het Turkse gedeelte van Koerdistan.”
De Koerdische bevolking zocht naar politieke oplossingen in een oorlogssituatie waarbij in de Koerdische regio van Turkije een 4000-tal Koerdische dorpen ontvlokt en platgebrand werden en in een politieke sfeer die vertolkt werd door de leuze “één staat, één volk, één taal, Turks”.
Dogan Özgüden: "De eerste keer toen Koerdische politici zich kandidaat stelden met de pro-Koerdische Arbeiderspartij van het Volk (HEP) via de lijst van de Sociaal-Democratische Partij (SHP), wonnen ze 12 zetels. Toen Leyla Zana haar eed aflegde in het Koerdisch met de woorden: “Leve de broederschap tussen het Turkse en het Koerdische volk”, werd zij samen met haar collega-politici verdreven uit het Turkse parlement en veroordeeld tot 15 jaar gevangenis wegens ‘verraad’ en ‘banden met de PKK’. Ze kwijnden 10 jaar weg in de gevangenis. De SHP met wie ze een alliantie hadden aangegaan, maar die van nature een etatistische en Kemalistische partij was, liet de Koerdische verkozenen vallen. Leyla Zana kreeg de Sakharov-prijs van het Europees parlement, maar dat haalde haar niet uit de gevangenis.”
Cemile Renklicay, een Koerdische politieke activist en gemeenteraadslid in de regio Parijs: “De opeenvolgende Koerdische politieke partijen werden steeds opnieuw gesloten en heropgericht onder een andere naam, soms zelfs in dezelfde lokalen en met grotendeels hetzelfde personeel. Ze veranderen het logo al op voorhand, klaar voor het volgende verbod.”
Van HEP naar HDP
Vaak, om niet in een politieke leegte te vallen, werd al op voorhand een nieuwe naam voor de pro-Koerdische politieke partij juridisch geregistreerd, nog vooraleer de andere partij verboden werd. Hieronder de lijst:
HEP: opgericht in 1990, verboden in 1993
OZDEP: opgericht in 1993, verboden in 1993
DEP: opgericht in 1993, verboden in 1994
HADEP: opgericht in 1994, verboden in 2003
DEHAP: opgericht in 1997, verboden in 2005
DTP: opgericht in 2005, verboden in 2009
BDP: opgericht in 2008, omgedoopt tot Partij van de Democratische Regio’s (DBP), een lokale zusterpartij van de HDP, die opgericht werd in 2013, en verboden in ...
Cemile Renklicay: "HADEP, opgericht in 1994 en verboden in 2003, heeft het langste kunnen blijven bestaan. Ondanks de arrestatie van Öcalan in 1999 en de massabetogingen over de hele wereld, ondanks het verbod op de Koerdische tv-zender, ondanks het verbod in maart 1999 om het Koerdische nieuwjaarsfeest, Newroz, te vieren, ondanks de militaire noodtoestand OHAL die in de hele Koerdische regio van Turkije was uitgeroepen (1987–2002), slaagde de pro-Koerdische HADEP erin deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen van 1999. Dit was van groot belang omdat dit het enige mogelijke politieke expressiemiddel was dat de Turkse overheid de Koerden nog overgelaten had. HADEP slaagde er niet in de nationale kiesdrempel van 10% te halen waardoor ze geen enkele vertegenwoordiger hadden op nationaal niveau. Ze behaalden wel de meerderheid in 37 gemeentes, waaronder een heel aantal belangrijke Koerdische steden in Turkije, zoals Diyarbakir, Van en Batman, vaak ten nadele van de Refah-partij, de voorganger van de huidige AKP."
Met Öcalan achter de tralies en de Turkse wens om lid te worden van de Europese Unie, zag Turkije zich genoodzaakt wat minder repressief op te treden op het vlak van de democratische rechten in Turkije. De Koerdische beweging zag haar kans schoon om een opening te forceren en wist zelfs enkele rechten te verkrijgen op het vlak van taal en cultuur. De Turkse staat werkte deze Koerdische politieke stuwkracht ondertussen nog steeds tegen. Zo verbieden door de staat aangestelde gouverneurs bijvoorbeeld een groot Newroz-feest (het Koerdische nieuwjaar) verbieden, omdat in de toelatingsaanvraag van de Koerdische burgemeesters Newroz, op zijn Koerdisch met een ‘w’ werd geschreven in plaats van met een ‘v’ zoals in Nevruz, in het Turks, wat gezien werd als ‘separatistisch’.
Maar in het algemeen slaagde de Koerdische politieke beweging er tijdens de jaren 2000 in zich aanzienlijk te versterken. Zelfs al bleef de macht van de gemeentes zeer beperkt, de militaire noodtoestand OHAL werd in 2002 in de hele Koerdische regio terug afgeschaft en de bevolking kon opnieuw een beetje ademhalen.
Dogan Özgüden: "Toen Turkije lid wou worden van de Europese Unie moest de Turkse staat criteria rond mensenrechten respecteren. De Turkse overheid besefte dat ze rekening moest houden met de Koerden, maar ook met de Armeniërs, de Assyriërs, … Hierdoor werd in de jaren 2000 een vredesproces gevoerd, althans minstens voor de schijn, met Abdullah Öcalan als onderhandelaar.”
In 2002 nam de Koerdische politieke beweging onder de naam DEHAP deel aan de nationale verkiezingen en behaalde met 3 miljoen stemmen 7%, maar door de hoge kiesdrempel van 10% leverde hen dat geen enkele vertegenwoordiger op in het Turkse parlement.
In 2007 besloot de opvolger van DEHAP, de Partij voor een Democratische Samenleving (DTP), om niet als partij deel te nemen aan de verkiezingen, maar om individuele kandidaten te steunen, met als doel zo wel parlementsleden te kunnen leveren. Op die manier wist de Koerdische politieke beweging 22 zetels te veroveren in het Turkse parlement.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2009 won de DTP in meer dan 100 steden en dorpen in de Koerdische regio. Een record tot dan toe. De opvolger van de DTP, de BDP, verkreeg 36 zetels in het parlement via dezelfde methode als haar voorganger: steun aan individuele kandidaten.
Via allianties slaagt HDP erin de 10%-kiesdrempel te overwinnen
Door de toenemende politieke kracht van de Koerdische politieke beweging in Turkije en haar politieke vertegenwoordiging, besloot de Koerdische beweging om een nieuw obstakel te overwinnen: de kiesdrempel van 10% overstijgen en zichzelf presenteren als politieke kracht, en dus niet meer enkel individuele kandidaten ondersteunen. De vraag rond allianties met andere politieke krachten in Turkije wordt heel ernstig genomen.
Cemile Renklicay: "HADEP had moeilijkheden met het smeden van allianties, maar het omgekeerde is ook waar: de Turkse linkerzijde vond het moeilijk om zich te alliëren met een politieke partij die beschouwd werd als de vitrine van de “terroristische PKK”. Maar met de HDP gaan de zaken veranderen.”
Murat Ronî, Koerdische Democratische Raad van Frankrijk (Conseil Démocratique Kurde de France, CDK-F): "De gewapende strijd bestaat ondertussen 40 jaar, omdat er geen andere keuze was dan ons met de wapens in de hand te verdedigen. Maar we wisten dat er langs militaire weg alleen nooit een oplossing bereikt zou kunnen worden. Het heeft veel tijd gekost om verschillende linkse groepen in Turkije en de Koerdische politieke beweging te bewegen tot het project van de HDP, d.w.z. de vereniging van alle democratische krachten. We hebben altijd geroepen dat de enige oplossing van het conflict een politieke oplossing is, vandaar het belang van een politieke formatie zoals de HDP. Het geweld van Erdogan tegen de HDP is juist het gevolg van het groeiende belang van de HDP in de Turkse samenleving. Vandaag is de HDP als een virus voor Turkije, maar een goed virus, zou ik zeggen. De aanval van Erdogan tegen de HDP raakt immers niet enkel de Koerden, maar is gericht tegen iedereen die min of meer vergeten wordt in Turkije, de LGBT, de Assyrisch-Chaldeeërs, de Armeniërs, … en ook journalisten en kunstenaars.”
Het is een riskante gok, want als de HDP niet de 10% haalt op nationaal niveau, zou er geen enkele afgevaardigde meer in het parlement zitten en de ontgoocheling zou de Koerdische beweging vast en zeker verwijderen van elke politieke oplossing voor de Koerdische kwestie in Turkije.
Emre Öngün, een Frans-Turkse dokter in de Politieke Wetenschappen en activist van de links-ecologische politieke beweging l’Ensemble/Front de Gauche: “De HDP is van groot belang voor alle bevolkingsgroepen in Turkije, want ze is gebaseerd op een opening van de Koerdische beweging naar andere krachten in Turkije. De HDP ving ook veel op van wat overbleef van de Gezi-beweging. Turkse jongeren staan meer open voor de Koerdische kwestie. De HDP is de enige partij die opkomt voor de rechten van de LGBT-gemeenschap en het was een parlementslid van de HDP dat de eerste vraag indiende in het parlement om de Armeense genocide te erkennen. De HDP vertegenwoordigt deze hoop en het is daarom dat de partij vandaag zo gewelddadig onderdrukt wordt.”
Bij de verkiezingen van mei 2015 behaalt de HDP 13% en 80 zetels, met Selahettin Demirtaş, de "Koerdische Obama", als jonge en charismatische covoorzitter. Feest bij de enen en razernij bij de anderen. De HDP ontneemt Erdogan de stemmen die hij nodig had om de grondwet te wijzigen en de sultan-president te worden van Turkije. Erdogan lokt de oorlog uit en een deel van de Koerdische beweging loopt in de val en brengt de gewapende strijd naar de steden in de Turkse regio van Koerdistan. Hetgeen overbleef van een cosmetisch vredesproces wordt begraven. Een aantal van de bondgenoten van de HDP keren de partij de rug toe, Erdogan roept nieuwe verkiezingen uit, maar de HDP slaagt er ondanks bloederige aanslagen op hun campagnebijeenkomsten en een orgie van haat in bepaalde media alsnog in net iets meer te halen dan 10% en ontneemt Erdogan opnieuw van de benodigde meerderheid om de grondwet te wijzigen.
Voor Erdogan zat er niets anders meer op dan de immuniteit van de resterende 59 HDP-parlementsleden op te heffen. De mislukte staatsgreep helpt hem om hen te beschuldigen van banden met het “terrorisme” van de PKK en hen op te sluiten.
De kaart hertekenen
Ondanks de harde hand van het Turkse regime blijft de Koerdische politieke beweging groeien. Waar de Koerden in de jaren 1960 en 1970 nog deel uitmaakten van andere linkse organisaties in Turkije, zag men in de jaren 1990 en 2000 een groeiende onafhankelijkheid van de Koerdische beweging. Vandaag stellen we vast dat het niet langer alleen de Koerden zijn die zich willen alliëren met linkse organisaties in Turkije, maar dat delen van de Turkse linkerzijde zich willen alliëren met de Koerdische politieke beweging. Een teken van de groeiende politieke kracht van de Koerdische beweging.
Dogan Özgüden: "De opdeling van het Midden-Oosten is een koloniale opdeling, vandaag grijpen de Koerden hun kans om de kaart van het Midden-Oosten te hertekenen, om zo het koloniale onrecht goed te maken dat hen is aangedaan door de akkoorden van Sykes-Picot.
De strijd tegen de Islamitische Staat heeft de machtsverhoudingen in het Midden-Oosten aanzienlijk veranderd. De Koerden spelen een belangrijke rol in de nieuwe samenstelling van het Midden-Oosten. Ik weet niet onder welke vorm Koerdistan zal verrijzen, waarschijnlijk niet in de vorm van een natiestaat. Maar als enkele landen met een bevolkingsaantal van enkele honderdduizenden inwoners vertegenwoordigd worden binnen de Verenigde Naties, dan heeft een volk van 35 miljoen mensen zeker het recht op één of andere vorm van autonoom bestaan.”
Chris Den Hond - november 2016
Vertaling uit het Frans door Kristel Cuvelier, stafmedewerker Koerdisch Instituut vzw
In het Frans gepubliceerd op de website OrientXXI