Elio Di Rupo kreeg deze week heel wat kritiek voor zijn voorstel om naar een vierdagenweek te evolueren. Volgens Patrick Deboosere is het nochtans niet alleen haalbaar om minder te werken, maar ook noodzakelijk. Door het groeidogma in de economie verliezen we immers verworven arbeidsrechten en neemt de ongelijkheid in de maatschappij toe.
Tijd is zowat het belangrijkste goed waar een mens over beschikt. Hij komt nooit terug. Geen wonder dat tijd altijd een belangrijk punt van dispuut is geweest in de moderne economie. De strijd om de achturendag ligt aan de basis van de 1 meiviering. Betaald verlof en zelfs de instelling van de pensioenleeftijd. Telkens opnieuw gaat het over controle over de tijd van ons leven, ons enige leven.
Tot enkele jaren geleden domineerde in Europa het idee dat het goed was om tijd en inkomen te herverdelen. De arbeidsduurverkortingen, de vervroegde pensionering en het tijdskrediet waren daar toepassingen van. Ze bevestigden de stelling van Keynes die in de crisisdagen van 1930 poneerde dat de stijgende productiviteit ertoe zou leiden dat zijn kleinkinderen nog maar 15 uur per week zouden werken. Het afbouwen van arbeidstijd, ook door steeds langer te studeren en vroeger met pensioen te gaan, heeft niet verhinderd dat onze welvaart is blijven groeien.
Zombiedoctrine
Het Verdrag van Lissabon van 2000 heeft een bres in dat denken geslagen. Om van Europa de grootste economische macht ter wereld te maken, werd economische groei het ultieme doel. Groeiende productiviteit moest voortaan hand in hand gaan met een toename in arbeidsvolume. Europa lag achter op de VS omdat we hier 30 procent per jaar minder werken, klonk het (in de VS hebben werknemers bijvoorbeeld gemiddeld zes betaalde vakantiedagen). De prioriteit was niet langer de werkloosheid doen dalen, maar de 'activiteitsgraad' verhogen. Een nieuwe indicator deed zijn intrede en economen, politici en de gehele Europese pers blijven sindsdien de mantra herhalen: de 'activiteitsgraad' moet omhoog. Let wel, de 'activiteitsgraad' meet werkenden en iedereen die 'beschikbaar is voor de arbeidsmarkt'. In naam van die logica sneuvelt het tijdskrediet, wordt werkloosheid in de tijd beperkt, worden overuren geflexibiliseerd, wordt brugpensioen afgeschaft, gaat de pensioenleeftijd naar omhoog, leveren Finse ambtenaren acht vakantiedagen in en worden in België binnenkort langdurig zieken geactiveerd.
Die logica heeft een naam: supply-side economics of aanbodseconomie. Het is niet de vraag die de economie moet aansturen, noch de noden van de mensen, maar wel het aanbod. Maak de productiefactoren (arbeid en kapitaal) vrij en de economie zal groeien. Vertaald: flexibiliseer arbeid, dwing meer mensen op de arbeidsmarkt en verlaag de lasten op kapitaal, minder belasting, minder regulering. De Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar Paul Krugman noemt dit economische denken een klassiek voorbeeld van een zombiedoctrine: een denken dat al lang bewezen heeft niet te werken, maar wel de hersenen van politici opvreet. Dat het steeds opnieuw opduikt, is vooral omdat het een uitstekend voorwendsel vormt om de belastingen op de hoogste inkomens te doen dalen.
Sinds de bankencrisis hebben de aanhangers van die logica in Europa het gaspedaal dieper ingedrukt. Op 17 februari 2012 schreef de Wall Street Journal 'Europe's supply-side revolution: in navolging van Duitsland voeren de landen van de eurozone "pro-groei" hervormingen door waar Reagan en Thatcher jaloers op zouden geweest zijn'.
Ravage van het neoliberalisme
De gevolgen van dit economische denken worden perfect geïllustreerd in het land waar het neoliberalisme de grootste ravage heeft aangericht. De Amerikaanse economie groeit, maar tussen 1975 en 2007 is volgens de Oeso 50 procent van die groei naar de 1 procent hoogste inkomens gegaan, terwijl minder dan 20 procent naar de 90 procent laagste inkomens is gevloeid. De armoede, ook onder de werkenden, is dermate hoog dat 44 procent van de Amerikaanse huishoudens niet in staat is om een nooduitgave van 400 dollar te dekken zonder een lening te moeten aangaan. De schuldenberg van de Amerikaanse huishoudens is opnieuw hoger dan voor de crisis van 2007.
Het groeidogma in de economie, verkocht onder de slogan 'jobs, jobs, jobs', stuurt ons in een dramatische richting. Het breekt verworven arbeidsrechten af en doet de ongelijkheid in onze maatschappij toenemen. Het getuigt van een volkomen schizofreen denken om economie en klimaat in aparte vakjes te stoppen, alsof ze niets met elkaar te maken hebben. Vandaag overstijgt de ecologische voetafdruk van de Belg zesmaal de draagkracht van onze planeet. Willen we de klimaatopwarming tegengaan, dan moeten we de productie en consumptie heroriënteren. Onze technologische ontwikkeling staat niet stil. Ook in de toekomst zal de productiviteit blijven stijgen. De 30 urenweek, sinds lang een eis van Femma (het voormalige KAV), is niet alleen haalbaar, maar hoogst noodzakelijk. Zowel om de werkdruk, de stress, de burn-out, bij onze actieve bevolking te verlichten als om aan onze kinderen en kleinkinderen een leefbare planeet door te geven.
PATRICK DEBOOSERE
Demograaf, verbonden aan de VUB.
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard op 25.8.17