De voorbije week heeft nogmaals aangetoond hoe het politieke spel zal worden gespeeld tot aan de volgende verkiezingen. De N-VA wil het over het culturele hebben en de linkse oppositie over het sociale. Wie die heftige strijd wint, wint de verkiezingen in 2019. In die optiek was het een goede week voor de linkse oppositie. SP.A kon de regering vastzetten rond de pensioenhervorming en Groen scoorde met 'tijd voor de volledige waarheid' over het Zomerakkoord. Beide partijen beseffen dat ze all-in moeten gaan op de sociale flank van de regering.
'Weg met ons'
Maar het is een constant gevecht om de sociale thema's op de agenda te krijgen. Incidenten over moeilijk samenleven beheersen de media. Zo was er onlangs de afbeelding van een afgeplakte vrouw in bikini op een kermisattractie in Sint-Agatha-Berchem en een dag eerder ophef over weggehaalde kruisen op Griekse yoghurt. 'Weg met ons', tweette staatssecretaris Theo Francken (N-VA) daarover.
In de communicatie van de N-VA zit een zeker onbehagen over de tijd waarin we leven, een nostalgie naar een onbestaande tijd, naar een gemeenschap waar iedereen elkaar kende en we allemaal op elkaar leken. In beleidstermen vertaalt zich dat als: de handrem op, de grenzen dicht en een sociale zekerheid alleen voor diegenen die het 'echt' verdienen.
De 'weg met ons'-frame is een vette kluif voor de linkse oppositie. Kleine incidenten over het moeizame samenleven worden opgeblazen. Soumission. In de feiten draaien ze om twee keer niets, maar ze houden de (sociale) media een volledige dag in de greep. Het onbehagen ettert verder.
Hoe kan de linkse oppositie zich tegen die frame verweren? Ze kan er systematisch de vraag 'is het nog van ons?' tegenover plaatsen. Want als de publieke voorzieningen worden afgebouwd en de ziel er efficiënt wordt uitgemanaged, creëert dat evenzeer onbehagen in de samenleving. Want in hoeverre 'is het nog van ons' als overheidsbedrijven worden geprivatiseerd, zorg vermarkt en jobs alleen nog gecreëerd door gigaplatformbedrijven in Silicon Valley? De toekomst hebben we dan alvast niet meer in eigen handen. Ze beter maken, kunnen we dan al helemaal niet meer.
Er is nog een andere tegenframe voor 'weg met ons': namelijk 'weg met ons sociaal model'. Elk onderzoek toont aan dat de overgrote meerderheid van de bevolking veel belang hecht aan onze gezondheidszorg en dat de vakbonden nog veel legitimiteit hebben als behoeder van ons sociaal stelsel (zet alleen al het ledenaantal van de ABVV af tegen dat van de N-VA). Mensen willen niet dat de sociale zekerheid wordt drooggelegd.
Toch is het dat wat de regering-Michel beoogt. In de woorden van vicepremier Alexander De Croo (Open VLD) in De Tijd: 'Met onze hervormingen en taxshift zetten we onszelf met de rug tegen de muur, zodat we niet anders kunnen dan besparen op de overheidsuitgaven.' Minister Didier Reynders (MR) verduidelijkte deze week nog op RTL-radio waar de regering zal besparen: in de pensioenen en in de gezondheidszorg.
'Dingen benoemen'
Nog zo'n dooddoener is dat we 'de dingen moeten durven te benoemen' en dat de tijd van het wegkijken voorbij is. Er is, met andere woorden, een probleem met religie en migranten.
Vorige week nog 'benoemde' staatssecretaris Zuhal Demir (N-VA) zo'n probleem. Ze merkte een sterke stijging op van het aantal Roemenen en Bulgaren dat een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) krijgt en 'dat roept vragen op'. Het systeem is te inschikkelijk. Daarom verscherpt ze de regels voor buitenlanders met een handicap. Uitleg: we moeten onze sociale zekerheid beschermen.
Dat laatste argument is op zijn minst merkwaardig. Want tot op vandaag hebben we van de staatssecretaris nog geen antwoord gekregen op de vraag hoeveel Bulgaren en Roemenen dan wel een IVT ontvangen, hoeveel er zouden worden uitgesloten door de strengere verblijfsvoorwaarden en welk percentage van onze sociale zekerheid dit misbruik dan bedraagt. Dat laatste ligt waarschijnlijk in de grootteorde van de clenbuterolwaarde van Alberto Contador. Hoezo, onze sociale zekerheid beschermen?
Antwoorden zal Demir niet meer doen. Waarom zou ze ook? De frame is gezet: we worden overstelpt door migranten die ten onrechte rechten claimen.
We horen dat we de problemen niet 'durven te benoemen' en dat kritiek op religie of islam gecensureerd wordt, maar het lijkt er eerder op dat we niets anders doen dan praten over migranten.
Maar waar we niet over 'durven te praten', is hoe de enorme kinderarmoede in ons land een heel mensenleven hypothekeert nog voor het goed en wel begonnen is, hoe werkarme gezinnen steeds armer worden en werkrijke steeds rijker, en hoe armoede bij gepensioneerden een steeds groter probleem wordt.
Als we echt de dingen moeten 'durven te benoemen', dan moeten we durven te stellen dat vorig jaar 853 Belgische bedrijven meer dan 221 miljard euro hebben ondergebracht in belastingparadijzen, dat meer dan vier op de tien van de tien procent rijkste huishoudens twee tot drie woningen bezit en dat 80 procent van de waarde van de aandelen bij de tien procent grootste vermogens zit.
De sociale agenda!
De uitdaging voor de linkse oppositie is dus even simpel als moeilijk: voer een politieke guerrilla om het sociale op de maatschappelijke agenda te krijgen. Dat is uiteraard een ongelijke strijd, – over het culturele kan je elke dag een relletje schoppen, over het sociale is dat veel moeilijker – maar deze week heeft aangetoond dat het kan. De onduidelijkheid over het pensioen van de werkloze 50-plussers heeft de linkse oppositie opnieuw op de kaart gezet. Zo belooft het onverwacht dus toch nog een boeiende race te worden richting 2019.
Wim Vermeersch
Hoofdredacteur van het tijdschrift SAMPOL
Dit opiniestuk verscheen eerder in licht gewijzigde vorm in De Standaard op 8 september 2017