De huidige rechtse regeringen (zowel Vlaams als federaal) laten geen dag voorbij gaan zonder te pleiten voor een contractualisering van het personeel van overheidsdiensten. De federale regering doet dat in één stap via het zomerakkoord. De Vlaamse regering probeert dat weg te moffelen in verschillende kleine aanpassingen. Voor de lokale besturen werd de mogelijke contractualisering (hoewel fel bekritiseerd door de Raad van State) ingeschreven in het decreet van 3 juni 2016 tot wijziging van de organieke decreten. Het dienstverband kan vanaf toen vrij gekozen worden.
ACOD LRB heeft toen, als enige syndicale organisatie, een protocol van niet-akkoord getekend. Wij blijven onverminderd ijveren voor statutaire tewerkstelling in de publieke dienstverlening.
Ons protest heeft u al kunnen lezen in vorige bijdragen, maar we willen toch kort een schaderapport samenstellen. Wat betekent het immers als lokale besturen voluit kiezen voor contractuele tewerkstelling (in plaats van statutaire tewerkstelling).
Statuut Camu
Het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel zorgde voor een duidelijk onderbouwde motivering ten aanzien van statutaire tewerkstelling. Het vast dienstverband is noodzakelijk voor de continuïteit van de medewerking aan het beheer van de publieke zaak.
Bovendien vond men het noodzakelijk om de ambtenarenloopbaan te beschermen tegen elke willekeur, zoals politieke, economische of financiële inmenging.
Met andere woorden, een onafhankelijke en flexibele publieke dienstverlening vereist statutaire tewerkstelling. Zo wordt zowel de continuïteit (zolang een openbare dienst aan het algemeen belang blijft beantwoorden, moet deze dienst blijven functioneren), als de veranderlijkheid (de overheid moet de noden van de maatschappij vaststellen, en de dienstverlening in functie van die noden laten evolueren) gerespecteerd en gegarandeerd.
De huidige regeringen (met minister Homans als gewillige spreekbuis) vegen dit gemakshalve van tafel. Er wordt niet meer gesproken over het algemeen belang, en van een kerntakendebat hebben deze regeringen nog nooit gehoord. Ze spreken enkel over flexibiliteit en efficiëntiewinst, maar bedoelen eigenlijk alleen maar winst. En daarvoor is contractuele tewerkstelling nodig volgens hen.
Onherstelbare schade
We moeten toch even stilstaan bij de gevolgen van dergelijke operaties. Sommige besturen zouden in principe kunnen beslissen om voortaan alleen nog in contractueel verband aan te werven. Dit zorgt dan voor onherstelbare schade. Want eenmaal de contractualisering is voltooid, kan men niet meer terug. Wat zou de optie zijn voor een latere bestuursploeg die wel meent dat de publieke dienstverlening gegarandeerd moet worden door statutairen? Alle contractuele personeelsleden ontslaan? Dit is toch niet ernstig te nemen. We worden door deze regeringen teruggeplaatst naar de periode vóór 1937, waar willekeur hoogtij vierde en de patroons alle macht hadden.
We kunnen als ACOD LRB enkel blijven hameren op het belang van het algemeen belang. De nadruk op de winst betekent immers het failliet van de publieke dienstverlening.
Willy Van den Berghe , Geer Vlasselaar
Dit artikel verscheen eerder in De Tribune, ledenblad van ACOD