images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels


Beste Achiel, Sinds 1944 bestaat in ons land een systeem van sociale zekerheid. Op 24 april viert ze haar 75ste verjaardag. Toen werd het Sociaal Pact ondertekend. Reden te meer om een ode te schrijven aan u, haar architect. Want als er een iemand is die zijn stempel drukte op het waarom en de intrinsieke waarde van dit zekerheidssysteem, dan bent u het wel. U heeft ons een prachtig iets nagelaten. De sociale zekerheid verzekert namelijk iedereen tegen de verschillende risico’s die tot armoede kunnen leiden: ziekte of invaliditeit, ouderdom, werkloosheid, maar ook arbeidsongevallen en beroepsziekten. Wat een menswaardige uitvinding. Het beschermt tegen armoede en zorgt dat we een bepaalde welvaart kunnen behouden. U bent een kind van het interbellum. Tussen de twee wereldoorlogen veranderde de wereld pijlsnel. U was daar getuige van. Dat lees ik toch in ‘Achiel Van Acker, peetvader van de sociale zekerheid’, dit fraaie artikel over u van de Brusselse Ere-hoogleraar Pierre Vandervorst en uw boek ‘Tochten’ waar ik onlangs zo van genoten heb. U was getuige van de fraaie dingen uit die tijd: de cinema, vliegtuigen, noem maar op. Maar ook van de minder fraaie: stijgende ongelijkheid, sociale onrechtvaardigheid, oorlogsdreiging en de opkomst van het nazisme en fascisme.

Uw leven leest als een roman: geboren in Brugge in 1898, in een gezin met 12 kinderen, werkte u uzelf op. U werd geconfronteerd met de sociale wantoestanden eigen aan die tijd. U werd achtereenvolgens binnenschipper, grondwerker, arbeider in een munitiefabriek, handelsreiziger en havenarbeider. Na de Eerste Wereldoorlog ging je werken bij de vakbond. Bij de Centrale Générale du Bâtiment breidde u uw vakbondsactiviteiten uit tot de metaalindustrie, de textiel, de havenarbeiders, de voedingssector. U stond bekend als een onvermoeibare propagandist en politiek activist en ging van dorp tot dorp om de socialistische boodschap uit te dragen en te verspreiden. 50 jaar ABVV, Brussel, 13 juni 1949. Met o.a. Louis Major, Paul-Henri Spaak, Achilles Van Acker. (c) Amsab-ISG U maakte de wereldwijde beurscrash van 1929 en daaropvolgende economische crisis op de politieke frontlijn mee. U zetelde sinds 1927 in de Kamer. Na de Tweede Wereldoorlog bouwde u een indrukwekkende politieke loopbaan uit. U was achtereenvolgens minister van Arbeid en Sociale Voorzorg, premier en minister van Steenkool, minister van Verkeerswezen en terug premier tot 1958. Ongelofelijk. Maar laat ons nu even terugkeren naar het systeem van sociale zekerheid dat u mee uitdokterde. In de jaren ‘30 hield u een aantal belangrijke voordrachten waarmee u de ‘look’ en ‘feel’ van dit systeem vastlegde. De economie moest ten dienste staan van de mens, van het sociale en moest zorgen voor een verbetering van de levensstandaard van de werkende klasse. Deze rode draad was uw leven lang een belangrijk onderdeel van uw rode basisfilosofie. De oorsprong van de uitdrukking “sociale zekerheid”, lezen we in het boeiende artikel van Vandervorst, kan worden toegeschreven aan Simon Bolivar, die in 1819 het volgende verklaarde: “Het meest perfecte regeringsstelsel is datgene dat de grootste hoeveelheid welzijn, de grootste hoeveelheid sociale zekerheden, de grootste hoeveelheid politieke zekerheid teweegbrengt.” Dat moeten jullie tijdens de Tweede Wereldoorlog in jullie achterhoofd hebben gehad met het geheim overleg tussen vakbondsleiders, werkgevers en politici over hoe die sociale zekerheid er na de oorlog moest uitzien. Dat leidde op 24 april 1944 tot het Sociaal Pact, een akkoord en een 'ontwerp van overeenkomst tot sociale solidariteit'. Het Beveridgerapport tekende de lijnen uit voor de welvaartsstaat die we vandaag kennen. Het is dat wat u toentertijd in de Kamer, in 1936, ongeveer al naar voor schoof tijdens een veelbesproken en invloedrijke redevoering. In 1944, en na de Tweede Wereldoorlog, zag dit systeem na lang onderhandelen het levenslicht, en dat moest ‘volledig worden toegeschreven aan Achiel Van Acker’. Een historische pluim op je socialistische hoed. Maar, beste Achiel, waarde kameraad, ik spoel even door naar 2019. De sociale zekerheid wordt onder vuur genomen. Zwaar onder vuur. Ze wordt maar al te vaak beschouwd als een besparingsvaatje, een kostenpostje, waar menig rechtse regering onuitputtelijk uit tapt om ofwel een begroting op orde te brengen, extra middelen vrij te maken, maar meestal uit pure ideologische overwegingen. Dit moet ophouden. Het was een bewuste strategie van de regering-Michel om onze sociale zekerheid ‘uit te roken’, de financiering ervan onzeker te maken (check ons bericht hierover uit 2017). Dit alles is zeer problematisch, beste Achiel. Een sterke sociale zekerheid is goed voor iedereen. Ze moet in het teken staan van de noden van de bevolking en niet in het teken van begrotingsdoelstellingen. Zoals u in 1936 zei in de Kamer, en tijdens het interbellum ondervond, wat de mensen nodig hebben, is een sterke sociale zekerheid en een goede sociale bescherming voor iedereen. Kwaliteitsvolle en toegankelijke gezondheidszorg is daarin een belangrijk element. Maar ook: een degelijk wettelijk pensioen waarmee ze waardig van hun leven na hun loopbaan kunnen genieten. Dit alles is een kwestie van politieke wil en visie. U zou waarschijnlijk akkoord zijn gegaan met feit dat de rijkdom die in ons land wordt gecreëerd, snel genoeg stijgt om duurzame financieringsbronnen te vinden. Een eerlijke en rechtvaardige fiscaliteit speelt daarin een belangrijke rol. Beste Achiel, wij bij het ABVV, ik als algemeen secretaris, zijn voor een groot stuk erfgenamen van dit door u uitgedokterde sociaal zekerheidssysteem. Wij doen er als vakbond alles aan om dit met hand en tand te verdedigen. Dat is onze taak, onze missie, ons bestaansrecht. Kameraadschappelijke en hartelijke groet, Miranda. p.s. Beide foto’s komen uit het fotoarchief van het Amsab. Echt de moeite!

Miranda Ulens
Algemeen Secretaris van het ABVV