Nog deze maand zouden de onderhandelingen afgerond worden over een handelsakkoord tussen de Europese Unie en Mercosur, een Zuid-Amerikaans vrijhandelsblok bestaande uit Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay. Voor Europa zou het vooral een boost kunnen betekenen voor de industriële sector – in de eerste plaats machine’s en auto’s – al moet het potentieel wellicht niet overschat worden. De Latijns-Amerikaanse landen rekenen dan weer op een gemakkelijker toegang voor hun landbouwproducten.
Je kan altijd al vraagtekens plaatsen bij de noodzaak en de vermeende positieve effecten van zo’n akkoord, en de mogelijke negatieve effecten worden meestal onvoldoende mee in overweging genomen. Maar sinds 1 januari 2019 maakt de verkiezing van de extreemrechtse president Jair Bolsonaro in Brazilië zo’n handelsakkoord onmogelijk. Op minstens drie vlakken botst het beleid in Brazilië compleet met de Europese waarden.
Ten eerste is er het beleid rond de klimaatontwrichting. Het Amazonewoud is van cruciaal belang om die klimaatontwrichting tegen te gaan (en kent bovendien een zeer grote biodiversiteit). Maar onder Bolsonaro steeg de ontbossing van het Amazonewoud naar een recordniveau voor de maand mei sinds het begin van de huidige monitoringmethode. Gemiddeld sneuvelden elke minuut twee voetbalvelden aan regenwoud. Bovendien is het aantal inspecties van eventuele inbreuken gedaald met 70% tegenover vorig jaar. Naast die grootste dreiging van ontbossing, zijn er nog andere gevaarlijke beleidskeuzes op vlak van klimaat- en milieubeleid, zoals het goedkeuren van het gebruik van honderden pesticiden, waarvan vele verboden zijn in de Europese Unie.
Dat beleid past in een breder plaatje. Tijdens zijn campagne zei Bolsonaro dat hij zich zou terugtrekken uit het Klimaatakkoord van Parijs, al is hij ondertussen min of meer teruggekomen op die “belofte”. Zijn milieuminister is eerder veroordeeld wegens milieufraude, en noemde de klimaatontwrichting “een ondergeschikt probleem”. De minister van buitenlandse zaken noemt de klimaatwetenschap niets meer dan een dogma, en denkt dat de klimaatontwrichting een cultuurmarxistisch complot is. En naast de evangelische kerk en de wapenlobby zijn de rurale grootgrondbezitters, die een belangrijke rol spelen in de ontbossing voor extra landbouwgronden (vooral voor soja en veeteelt), één van de steunende machtsblokken achter Bolsonaro.
Zelfs als er in het EU-Mercosur handelsakkoord een “zo ambitieus mogelijke “milieuclausule zou staan met “een referentie naar ontbossing”, zoals EU-handelscommissaris Cecilia Malmström belooft, is het “Hoofdstuk Handel en Duurzame Ontwikkeling” het enige waarbij overtreding niet tot sancties kan leiden (in tegenstelling tot bijvoorbeeld inbreuken op de niet-naleving van patenten).
Ten tweede zijn er de inbreuken in Brazilië op de regels van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). In 2017, nog voor Bolsonaro aan de macht kwam, werd een nieuwe arbeidswet ingevoerd. De ILO veroordeelt die arbeidswet omdat ze het recht op collectieve onderhandelingen ondermijnt. Brazilië wordt daarvoor dan ook op het matje geroepen door de ILO. Maar Bolsonaro wil nog veel verder gaan, en verlaagde al het minimumloon en schafte het Ministerie van Arbeid af. Hij maakte het ook de betaling van vakbondsbijdragen moeilijker, en tijdens zijn campagne zei hij: “Het leven van een vakbondsman is erg goed. Ze zitten daar maar en worden dik.” Het Ministerie van Economie wil zowat 90% van de voorschriften voor veiligheid en gezondheid op het werk afschaffen.
Ten derde zijn er de mensenrechtenschendingen in Brazilië. Bolsonaro criminaliseerde sociale bewegingen al tijdens zijn campagne door ze “terroristen” te noemen. Tijdens de verkiezingen klaagde Human Rights Watch de bedreiging van journalisten door supporters van Bolsonaro aan. Het linkse gemeenteraadslid Marielle Franco (PSOL) werd in maart 2018 vermoord door militieleden die banden zouden hebben met de zoon van de president. Parlementslid Jean Wyllys (PSOL) nam ontslag en ging in ballingschap wegens doodsbedreigingen. Het geweld tegen inheemse gemeenschappen die van hun land worden verdreven is aan een opgang bezig.
In een brief in het gerenommeerde wetenschappelijk tijdschrift Science spoorden meer dan 600 academici de EU al aan om duurzaamheid centraal te stellen in de onderhandelingen over een nieuw handelsakkoord. En meer dan 300 middenveldorganisaties riepen in een open brief de EU op om de onderhandelingen stop te zetten.
Inderdaad: een regering die de mensenrechten schendt, de arbeidsrechten nog verder afbreekt, en de klimaatontwrichting versterkt in plaats van tegengaat, verdient geen handelsakkoord maar handelssancties. Sinds TTIP is de tijd dat dit soort handelsverdragen onder de radar kon getekend worden gelukkig voorbij. Een puur commerciële logica die geen rekening houdt met de klimaatontwrichting, de mensenrechten of de arbeidsvoorwaarden kan niet meer getolereerd worden.
Politici in het Europese Parlement en in de nationale en regionale parlementen hebben dan ook de verantwoordelijkheid om het handelsakkoord met Mercosur te blokkeren, en verder na te denken hoe handel in de toekomst kan ingezet worden voor een meer sociale en ecologische wereld. Misschien kan Kris Peeters, als minister bevoegd voor Buitenlandse Handel, en toekomstig Europees parlementslid, daarin het voortouw nemen samen met zijn Belgische collega-parlementsleden? Zodat we hopelijk niet weer op het kleine maar dappere Waalse Gewest moeten rekenen om de rol van luis in de handelspels op te nemen.
Dit opiniestuk verscheen eerder bij Mo*.