Samen op een andere leest geschoeid. Voedsel, klimaat en de mens moeten beter op elkaar worden afgestemd.
Beter landgebruik voor klimaatverandering
Op 8 augustus keurden de regeringen de – voor beleidsmakers bedoelde – samenvatting goed van het rapport over klimaatverandering en landgebruik dat door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) werd opgemaakt. Het rapport stelt dat 23 procent van de broeikasgasemissies het gevolg is van landgebruik, met name voor landbouw en veeteelt, maar dat een derde van de totale uitstoot van fossiele brandstoffen en industrie wordt geabsorbeerd door datzelfde land als goed beheerde bodems als koolstofputten kunnen functioneren.
Het huidige beleid in vraag gesteld
In een post-electorale context, waar, op de Vlaamse regering na, alle coalities gevormd zijn, demonstreerden, op 16 september de Belgische boeren massaal in Ciney, waar ze met hun tractoren samenkwamen om te protesteren tegen de daling van hun marges, de impact van de volatiliteit van de landbouwgrondstoffenprijzen en hun zwakke onderhandelingspositie in de voedselketens. Van 19 tot 25 september zullen activisten uit heel Europa, waaronder België, samenkomen in het kader van de operatie 'Free the Soil'. Daarmee willen ze de nadelige effecten van de agro-industrie aanklagen tijdens een grote burgerlijke ongehoorzaamheidsactie rond een Yara-kunstmestfabriek in de buurt van Hamburg.
Deze stemmen komen uit wetenschappelijke middens, de landbouwsector en sociale bewegingen. Hun taalgebruik verschilt, en de gestelde eisen overlappen niet helemaal. Maar op drie essentiële punten komen ze overeen.
Ten eerste wijzen zij erop dat ons huidige agro-industrieel systeem louter gericht is op kortetermijnwinsten, en dat zo’n winstbejag ten koste gaat van zowel de bodemgezondheid, van het klimaat, als van de levensvatbaarheid van het beroep van landbouwer en van de volksgezondheid.
Zowel producent als consument begrijpen dat iedereen verliest in een systeem dat het overwicht van grote agro-industriële groepen in stand houdt.
Ten tweede toont de gelijktijdige mobilisatie door het IPCC, de boeren en het maatschappelijk middenveld aan dat er nieuwe allianties rond het voedselvraagstuk worden gevormd. In het verleden was het té gemakkelijk om het recht van de consument op toegang tot goedkope levensmiddelen te plaatsen tegenover het recht van de producent op redelijke prijzen. Deze tegenstelling houdt niet langer stand. De consumenten zijn zich nu bewust geworden van de impact van voedsel op hun gezondheid en op het milieu, en de twee kanten begrijpen dat iedereen verliest in een systeem dat het overwicht van grote agro-industriële groepen in stand houdt: de landbouwers omdat ze in een zwakke onderhandelingspositie zitten, en de consumenten omdat ze in naam van de low cost opgezadeld worden met voedsel dat een bedreiging voor hun gezondheid vormt.
Er is nood aan een grondige hervorming van de voedselsystemen, die voorrang geeft aan kwaliteit en duurzaamheid boven de superwinsten van de dominante spelers in de voedselketen.
Tenslotte, of we nu zoals het IPCC bezorgd zijn over bodembeheer (en dus over het vermogen van de bodem om beter koolstof op te slaan), of zoals de boerenverenigingen over de inkomens van boeren, of zoals de activisten van de 'Free the Soil'-campagne over de kwaliteit en duurzaamheid van onze voedselsystemen, het leidt tot dezelfde vraag: die van een grondige hervorming van de voedselsystemen, die voorrang geeft aan kwaliteit en duurzaamheid boven de superwinsten van de dominante spelers in de voedselketen.
Eén van de hoofddoelstellingen van deze transformatie moet de afstemming zijn van het handelsbeleid op de regionale transitiedoelstellingen: het is bijvoorbeeld niet geloofwaardig om te beweren kleine bedrijven te steunen of de overgang naar de agro-ecologie te bevorderen – wat volgens heel wat wetenschappers dringend noodzakelijk is – en tezelfdertijd goedkope landbouwproducten in te voeren uit landen die zelf deze principes niet toepassen. Hetzelfde geldt voor de ononderbroken stimulering binnen Europa zelf van exportgerichte landbouwgewassen en dierlijke producten, meestal onder de vorm van grote monoculturen en niet- grondgebonden veeteelt, die enkel gericht zijn op massaproductie.
In die zin moet de globalisering van de toeleveringsketens dringend in vraag worden gesteld. Deze globalisering is de afgelopen veertig jaar in een stroomversnelling geraakt, en ze leidt ertoe dat de logistieke schakel tussen producenten en consumenten in handen is gekomen van grote groepen. Deze stimuleren de massaproductie van basisgewassen waarmee de agrovoedingsbedrijven goedkope verwerkte voedingsproducten op de markt brengen. Dit heeft een nefaste invloed op zowel de gezondheid van de bodem als van de bevolking, en leidt tot een onaanvaardbare algemene concurrentiesituatie op wereldschaal voor de producenten.
Een Europese 'Green Deal'
De Europese Commissie plant een brede raadpleging te houden over de inhoud van een duurzaam Europees voedselbeleid. De verwachtingen zijn nog nooit zo hoog gespannen geweest.
De nieuwe Europese Commissie treedt aan op 1 november. Bij de voorstelling van haar politieke prioriteiten stelde Ursula von der Leyen (in het kader van de 'Green Deal' die zij zal opzetten) een strategie voor "Van de hooivork tot het bord" die productie en consumptie met mekaar in verband brengt met het oog op meer duurzame voedselsystemen. Interne documenten van de diensten van de Europese Commissie bevestigen dat de Commissie van plan is een brede raadpleging te houden over de inhoud van een duurzaam Europees voedselbeleid, grotendeels geïnspireerd door het proces dat sinds 2016 onder leiding van IPES-Food met bijna 400 belanghebbenden uit de voedselsector in Europa wordt gevoerd.
De verwachtingen zijn nog nooit zo hoog gespannen geweest. Door de afbouw van de olie-afhankelijke landbouw met massaal gebruik van pesticiden en kunstmest te versnellen, door agro- ecologische praktijken die de gezondheid van de bodem herstellen te bevorderen, door de herlocalisatie van voedselsystemen aan te moedigen, en door haar handelsbeleid af te stemmen op de noodzaak van deze transitie, kan de Europese Unie laten zien dat zij de boodschap van de wetenschappers gehoord heeft en dat zij wil rekening houden met alle actoren in de voedselsector.
Van haar wordt nu verwacht dat ze zich aan haar beloften houdt.
Olivier De Schutter, Voormalig speciaal VN-rapporteur voor het recht op voedsel (2008-2014) en medevoorzitter, internationaal panel van deskundigen op het gebied van duurzame voedselsystemen (IPES-voedsel). Marjolein Visser, leerstoel agroecologie, ULB. Arnaud Zacharie, algemeen voorzitter CNCD-11.11.11. Philippe Duvivier, voorzitter FUGEA – Fédération Unie de Groupements d’Eleveurs et d’Agriculteurs. Hanne Flachet, FIAN Belgium. Jean Pascal Labille, Secrétaire général de Solidaris. Filip De Bodt, Climaxi. Lieve Herijgers, directeur Broederlijk Delen. Oxfam. Velt. Voedsel Anders. Maritiem onderzoekscentrum (MOC). Agroecology in Action (AIA).