images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

MG 0357 for web
Ik denk dat het ergens rond de eeuwwisseling moet zijn geweest, of misschien al veel eerder. In het Europees Parlement kon ik maandelijks luisteren naar de harde maar goed gestructureerde speeches van het uiterst rechtse Front National tegen het ‘mondialisme’, hun versie van wat meer en meer de globalisering of de mondialisering ging heten. Hun discours ging uiteraard over nationale trots, over het kwaad van internationale handel, tégen migratie, tegen Europese samenwerking.

Wie de namen en de politieke familie van de parlementsleden niet kent, loopt dan al gauw in de val. Facebook was nog niet zo populair als nu, maar het gebeurde wel meer dat iemand van links het nodig vond om die anti-globaliseringaanvallen te publiceren, denkend dat het om bondgenoten ging.

Hetzelfde gebeurde later eveneens, toen de partij van Nigel Farage in het Europees Parlement kwam en daar vurige anti-Europese speeches hield. De linkerzijde wist niet beter en deed mee.

Dat noch uiterst rechts, noch dit nationalisme bondgenoten van de linkerzijde kunnen zijn, is wel duidelijk. Maar toch blijft het vaak spitsroedenlopen.

Multilateralisme
Denk maar aan de huidige neergang van nagenoeg alle multilaterale instellingen en akkoorden. Toen Donald Trump aan de macht kwam was meteen duidelijk dat zijn ‘Make America Great Again’ niet kon slagen als niet ook alle internationale compromissen voor de bijl gingen.

Het begon met het opzeggen van internationale handelsakkoorden zoals TPP en TTIP. De V.S. stapten uit het Akkoord van Parijs over milieu en uit de gesprekken over een mondiaal migratiepact. Ze verlieten Unesco en de VN-Mensenrechtenraad. Trump liet weten niet zo gesteld te zijn op de NATO als de Europeanen niet zelf een veel groter deel van de begroting op zich zouden nemen.

In de WTO weigerde de Amerikaanse President om rechters aan te stellen voor de geschillencommissie zodat alle activiteiten er stil vielen.

Dit is beslist geen positieve evolutie. Hoeveel kritiek de linkerzijde heel terecht mag hebben op de WTO of op handelsakkoorden, internationale samenwerking is cruciaal om een aantal per definitie mondiale problemen op te lossen. We weten helaas al te goed hoe in het verleden nationaal botsende belangen tot oorlogen hebben geleid. Wij zijn nu eenmaal onderling afhankelijk van elkaar en noch het milieu, noch migratie, noch sociale rechtvaardigheid of vrede kunnen nationaal afdoende worden aangepakt.

De afbouw van het multilateralisme moet dan ook met de grootste achterdocht worden bekeken en het is juist de internationalistische linkerzijde die dit moet verdedigen. Op de Algemene Vergadering van de V.N. die momenteel – virtueel – plaats vindt, zijn er gelukkig wel Staatshoofden die op het belang van samenwerking en solidariteit wijzen.

Er is op dit vlak trouwens wel een groot verschil tussen de Democraten en de Republikeinen in de V.S. Wie dit over het hoofd ziet, mist een wezenlijk deel van de politieke werkelijkheid.

Buitenlands beleid
De kritiek van de linkerzijde op de naoorlogse internationale orde heeft uiteraard een goede reden. Internationale instellingen werden gecreëerd door de winnaars van de tweede wereldoorlog en voor de V.S. was dit het moment waarop het zijn nieuwe dominantie in de praktijk kon brengen. Niet geheel onterecht werd er op gewezen dat al die instellingen gewoon de erg lange arm van het buitenlands beleid van de V.S. waren. Wat evenwel niet wegneemt dat ook de kapitalistische grootmacht haar macht moest delen met anderen, hoe beperkt ook.

Het is precies daarom goed om toch iets meer details te bekijken van wat nu aan het gebeuren is. Zetten de V.S. inderdaad een grote stap achteruit op het vlak van multilaterale samenwerking?

Zo eenvoudig is het duidelijk niet.

President Trump kijkt naar het nationale belang van de V.S. en doet alles om de groeiende macht van China af te remmen. De Chinezen hebben nu de leiding van enkele niet onbelangrijke instellingen, zoals die voor Landbouw en Voeding (FAO), voor Industriële ontwikkeling (UNOID), voor telecommunicatie (UIT), bijna hadden ze ook de organisatie voor intellectuele eigendom in handen en hun invloed in de Wereldgezondheidsorganisatie is groot.

President Trump denkt er echter zeker niet aan om de Wereldbank en het IMF te verlaten. Het gewicht van de stemmen van de V.S. en China verklaart alles: in de Wereldbank heeft de V.S. 15,75 % van de stemmen, tegenover 4,72 % voor China. In het IMF moet China het stellen met 6,08 % tegenover de V.S. met 16,51 %. Geen probleem voor Trump.

Daarnaast zijn de V.S. begonnen met hún mannetjes aan te stellen in de instellingen die ze belangrijk vinden. Twee weken geleden was dat in de Interamerikaanse Ontwikkelingsbank. De nummer één van de Wereldbank (David Malpass) en de nummer twee van het IMF (Geoffrey Okamoto) zijn trouwe Trumpaanhangers. In de WTO wil Trump zijn mannetje – Alan Wolff – om Roberto Azevedo op te volgen.

En in de OESO moet persé Christopher Liddell als secretaris-generaal worden aangesteld, momenteel kabinetschef op het Witte Huis. Op die manier wil hij de Europese pogingen om belastingen te heffen op de internetgiganten ondermijnen.

Wat ook de verkiezingsresultaten zullen zijn op 3 november, deze mensen blijven zitten en kunnen jarenlang het beleid beïnvloeden.

Van burgers naar stakeholders
Wat is er dan aan de hand? Trump zweert het multilateralisme niet af maar zet het naar zijn hand. En gebruikt daarmee een discours dat voor sommigen erg verleidelijk kan zijn.

‘Amerika’ staat op nummer één en het beleid moet in het belang van ‘de mensen’ zijn. Waar dit in feite op neerkomt in het Trump-tijdperk is dat zeer veel bevoegdheden van de overheid in handen komen van mensen uit het bedrijfsleven, en het meer en meer privé-belangen zijn die het overwicht halen.

De Verenigde Naties is al lang serieus ondermijnd. Veel VN-instellingen moeten, om te kunnen overleven, een beroep doen op de grote filantropen, type Bill Gates. Dat is niet de schuld van Trump, want die beweging is al veel langer aan de gang, maar het is wel een beweging die Trump met graagte versterkt.

Vorige secretarissen-generaal van de V.N., zoals Kofi Annan, sloten een Global Compact af met het bedrijfsleven, bij de goedkeuring van de Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen in 2015 werd over ‘multi-stakeholder partnershipS’ gesproken, een verleidelijk meervoud om de deur voor het bedrijfsleven open te zetten.

Het V.N. Handvest begint met de profetische woorden ‘Wij, de volken …’. Dat is nooit werkelijkheid geworden, maar het discours dat nu wordt gebruikt doet alsof dat wel de bedoeling is. In de plaats van de volken komen echter bedrijven en filantropen in de plaats die lak hebben aan burgerrechten. Ook nationaal zet die trend zich door, kijk naar de vele pleidooien om werknemers te laten ‘participeren’ in bedrijven, alsof het doordeweekse aandeelhouders zouden zijn in plaats van burgers met rechten.

Omnilateralisme
De rol van het Wereld Economisch Forum kan in deze evolutie niet worden onderschat. Het is daar dat een stevige samenwerking tussen overheden en bedrijfsleven wordt gesmeed. Het is daar dat filantropen kunnen beweren dat zij het best geplaatst zijn om de wereld te besturen, hun oude droom van de-politisering en machtsovername.

Na vijfenzeventig jaar mag de internationale rechtsorde best een keer afgestoft worden. De naoorlogse instellingen hebben hun diensten bewezen, soms positief, heel vaak negatief. Maar het was een stabiele orde die vandaag wel op de helling staat, niet enkel door de groeiende macht van China, ook door de nieuwe bewustwording in het Zuiden. Landen die door Keynes nog ‘apenlanden’ werden genoemd tijdens de onderhandelingen over Bretton Woods, eisen nu een volwaardige plaats op in alle internationale gesprekken. Terecht.

De linkerzijde heeft een belangrijke opdracht om een nieuwe internationale orde mee vorm te geven. De articulatie van lokale actie met nationaal belang en mondiale ordening is één van de grootste uitdagingen ooit. Wat vandaag nodig is, is minder een nieuw multilateralisme, dan een omnilateralisme om de echt mondiale problemen democratisch aan te pakken.

Dat betekent organisatie en overleg. Veel organisatie en veel overleg. Maar is er een andere keuze? Het alternatief is een terugkeer naar de negentiende eeuw, toen de filantropen hun ideologie ontwikkelden en besloten dat ze macht moesten hebben. En arbeiders nog aan hun lange strijd voor rechten moesten beginnen.

Bron: https://www.uitpers.be/trump-davos-en-wij-de-volken/