Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

Schermafbeelding 2021 01 14 om 11.13.37
Er is veel beroering ontstaan over de brutopremie van 985 euro voor de zorgkundigen die na aftrek van de bedrijfsvoorheffing in hun loonzakje amper iets meer dan een derde als koopkracht overhouden. Zeer begrijpelijk vanuit het standpunt van de zorgverleners die nu al haast een jaar lang het beste van zichzelf moeten geven in de strijd tegen het coronavirus. En toch is dit niets nieuws onder de zon, want elke werknemer in sectoren waar de werkgever naast het vaste loon, op basis van prestaties of verdiensten, een variabel loon als wortel voorhoudt, kent dit fenomeen.

Het is een uitwas van ons belastingsysteem waar werknemers niet aan kunnen ontsnappen. Hoe groot de roep ook is naar een rechtvaardige fiscaliteit waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, doorheen de tijd is dit voor de opeenvolgende regeringen dode letter gebleven. Want terwijl de meest vermogenden er moeiteloos in slagen om nauwelijks belastingen te betalen – met dank aan de lobbygroepen die ons belastingstelsel van tal van achterpoortjes hebben voorzien – zijn de inkomens van werknemers tot de laatste eurocent gekend. Als het voor die sterkste schouders een nationale sport is om zo weinig mogelijk belastingen te betalen, dan moeten deze opgehaald worden bij de grote massa. Men spreekt dan over de “middenklasse” maar ook mensen met een inkomen dat zich nauwelijks boven de armoedegrens verheft, dragen hun steentje bij. De kans is groot dat ook zij zullen meebetalen voor de vele miljarden die nu op rekening van Covid-19 rondgestrooid worden.

Wat de uitzonderlijke coronamaatregelen betreft, mogen de tijdelijk werkloze werknemers zich aan een ferme belastingaanslag verwachten. De regering heeft weliswaar de bedrijfsvoorheffing op de uitkeringen voor technische werkloosheid in 2020 tijdelijk verlaagd tot 15 procent. Wetende dat deze uitkeringen bij hun jaarloon zullen gevoegd worden, is dit een vergiftigd geschenk. Dit staat schril in contrast met de “coronahinderpremie” voor zelfstandigen en vennootschappen die 100 procent belastingvrij is.

Dat de overheid zelfstandigen en vennootschappen ondersteunt, staat niet ter discussie, maar waarom worden hun vervangingsinkomens niet belast? Wat niet wil zeggen dat ze daarom belastingen zullen betalen want dat hangt af van hun geboekte resultaat. Bij verlies betalen ze niets, bij winst nu echter ook niet, terwijl daaruit blijkt dat zij deze coronasteun niet nodig hadden.

Kan deze discriminatie nog weggewerkt worden? Heel zeker, want in Nederland wordt aan het zorgpersoneel een belastingvrije premie van 1.000 euro toegekend. Ook voor de tijdelijk werklozen kan men uitzonderlijk hun uitkering afzonderlijk aan 15 procent belasten. Het zijn keuzes die moeten gemaakt worden.

In de regeringsverklaring staat dat de overheid zal streven naar een eerlijke bijdrage van die personen die de grootste draagkracht hebben om bij te dragen, met respect voor het ondernemerschap. Een zeer vage tekst, maar niet vaag genoeg om vast te stellen dat deze nu al niet gevolgd wordt. De coronamaatregelen bevoordelen de sterkste schouders en benadelen de zwakste.

Nu al kunnen wij ons de vraag stellen wat er van die vage verklaring zal terechtkomen als we kijken naar de eerste verwezenlijking van de federale regering op dat vlak. Een nieuwe effectentaks viseert alle effectenrekeningen met een waarde van meer dan één miljoen euro. Weliswaar is dat een maatregel die een stuk eerlijker is dan de vorige die door het Grondwettelijk Hof werd vernietigd, maar dit staat weer ver af van een rechtvaardige fiscaliteit die progressief geheven wordt op àlle inkomsten en vermogens (een euro is een euro). Alleen op die manier kan de belastingdruk op een rechtvaardige manier worden gespreid volgens vermogen. Zo kunnen de zwaksten, en ook de “middenklasse”, wat ontzien worden. Immers, hun koopkracht doet de economie draaien.

Volgens gegevens van de OESO concentreert de rijkste 10 procent in België 21 procent van al het inkomen en bijna de helft van het vermogen. Terwijl de 25 procent minstbedeelden minder dan 0,5 procent van het vermogen in handen hebben. De Nationale Bank geeft aan dat bijna een derde van de huishoudens niet langer dan drie maanden van hun spaargeld kan leven! De kloof tussen het minimumloon en de hoge lonen wordt ook steeds groter en de gezondheidscrisis verscherpt deze ongelijkheden.

België telde in 2019 meer dan 132.000 miljonairs met minstens één miljoen dollar aan activa (ongeveer 882.000 euro), een stijging van 8,5 procent ten opzichte van 2018, aldus het World Wealth Report dat door Capgemini werd gepubliceerd. Hun vermogen werd geschat op meer dan 332 miljard dollar, een stijging van 8,7 procent ten opzichte van 2018. Het zijn bedragen die ons doen duizelen.

De OESO heeft na een inventarisatie van de pandemie drie aanbevelingen gedaan, waaronder een oproep tot “doortastende maatregelen om de toename van de armoede en de inkomensongelijkheid op een duurzame manier om te keren”. Academici als Piketty, Bregman en vele anderen, waaronder ook Paul De Grauwe, argumenteren dat de rijken niet meer mogen ontsnappen aan hun faire bijdragen voor de samenleving.

Het coronavirus heeft het belang van de openbare diensten en de sociale zekerheid dik in de verf gezet. De slachtoffers van de crisis dienen de rekening niet te betalen, op een moment dat de staat zichzelf zal moeten herfinancieren. Bovendien hebben de belastingverlagingen voor de rijkste mensen in de ontwikkelde landen, in de voorbije vijftig 50 jaar, niet bijgedragen tot het scheppen van werkgelegenheid of aan economische groei. Ook het IMF is van mening dat de rijksten naar draagkracht moeten worden belast. Waar is de tijd dat de marginale belastingtarieven voor de rijksten na de Tweede Wereldoorlog in de Verenigde Staten 75 procent bedroegen?

Waarop wacht de federale regering om de tekst in het regeerakkoord concreet te maken met maatregelen voor een rechtvaardige fiscaliteit? Ieder zijn deel, naar draagkracht. Er moet niet getalmd worden, want er wacht na corona niet alleen een herstelbeleid maar ook de aanpak om de klimaattransitie in goede banen te loodsen.

Luc Soete is een gepensioneerde medewerker van Belfius, ex-vakbondsafgevaardigde ACV Puls, nu vrijwilliger bij FairFin vzw, een socio-culturele organisatie die streeft naar een fair financieel systeem, ten dienste van de samenleving, met als doel duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid. Gelijke verdeling van de welvaart, zowel voor de huidige als toekomstige generaties.

Bron: https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2021/01/14/rechtvaardige-fiscaliteit-in-coronatijden/