Het is niet de bedoeling om met deze bijdrage de film “Das Leben der Anderen” te beoordelen op zijn technische kwaliteiten, de opbouw van de dramaturgie of andere filmtechnische aspecten.
Wie zich na afloop van de film verontwaardigd zou voelen over de vervolgingmethodes van politieke dissidenten raad ik alleszins aan om eens “BIM-wet” in Google te zetten, waar je kennis kunt maken met analoge methodes van de Belgische veiligheidsdiensten om “radicale” organisaties te kunnen opvolgen. BIM – wet staat voor Wet voor Bijzondere Inlichtingsmethodes. In de lijst van radicale organisaties komt naast Sharia voor België ook Greenpeace en Gaia voor. Het Grondwettelijk Hof in België heeft zopas deze wet grotendeels intact gelaten ondanks bezwaren van de Ordes van advocaten en de Liga voor de mensenrechten. In deze wet wordt er een wettelijke basis geschapen voor inlichtingsmethodes zoals ze in de film worden getoond.
Wel wens ik een aantal bedenkingen en kanttekeningen te plaatsen wanneer de film pretendeert dat zijn verhaal zich afspeelt binnen een “ historische realiteit”.
Wel correct is dat het verhaal zich afspeelt binnen de clichématige voorstelling van de DDR als dictatoriale politiestaat en dat de naar vrijheid snakkende intellectuelen hierin geholpen worden door collega’s in West-Duitsland dat als baken van vrijheid en democratie wordt voorgesteld.
Deze clichématige voorstelling van de opdeling van Duitsland beantwoordt perfect aan de vanuit West-Duitsland decennia lang gestuurde propagandavisie.
De historische realiteit vergt toch enkele correcties op dit beeld dat binnen de openbare opinie algemeen verspreid is.
Zoals ik in 2009 in een artikel in “Het lopend vuurtje “ reeds aantoonde gebeurde de opdeling van Duitsland op initiatief van de Westelijke geallieerden o.a. met het invoeren van aan aparte Westmark voor de westelijke bezettingszones en enkele maanden later in West-Berlijn met een Russische blokkade tot gevolg.
De Bondsrepubliek zal in 1948 worden opgericht, de DDR een jaar later.
Van bij de oprichting zal de Bondsrepubliek zichzelf beschouwen als de juridische opvolger van de Dönitz regering.
Dönitz was de Duitse naziadmiraal die door Hitler in zijn testament als opvolger wordt benoemd. Zijn administratie zal binnen de Britse bezettingszone gedurende enkele maanden in 1945 een sluimerend bestaan leiden. Pas na hevige protesten van de Sovjets wordt deze schijnregering opgeheven. De eerste regering van de Bondsrepubliek onder leiding van Konrad Adenauer zal alle besluiten en decreten van de Dönitz regering als rechtsgeldig beschouwen. Door de besluiten van Potsdam, genomen door de vier geallieerden, acht de Bondsregering zich niet gebonden omdat “zij” hierop niet vertegenwoordigd was. Met “zij” bedoelt ze dan uiteraard de Dönitz regering…
Zo was één van de besluiten van de Dönitz regering het uitbetalen van een pensioen aan buitenlandse SS’ers of nabestaanden voor diensten bewezen aan Duitsland tijdens WOII.
Tot op vandaag betaalt de regering van de Bondsrepubliek een pensioen uit aan Vlaamse of Waalse SS’ers of hun nabestaanden. Dat dezen veroordeeld zijn geworden door het Belgische gerecht heeft nooit iets veranderd aan de gulheid van de Bondsrepubliek, een gulheid die tot op de dag van vandaag voortduurt.
De politieke gevangenen uit de kampen zijn er meer bekaaid vanaf gekomen. Hier had de opvolgregering van Hitler, Dönitz, immers geen schadevergoeding voor voorzien en zulke maatregel is ook nooit getroffen door de Bondsregering.
In Potsdam werd in 1945 besloten om alle nazirechters te ontslaan en de samenleving her op te voeden in een democratische geest. In 1950 zal de soevereine Bondsrepubliek opnieuw nazirechters en naziambtenaren benoemen in hun oude functies. Dit zal niet zonder gevolgen blijven voor de West-Duitse rechtspraak. De vonnissen worden zeer bedenkelijk bij het beoordelen van linkse activisten.
In 1956 wordt de Duitse Kommunistische Partij (KPD) buiten de wet gesteld en elke vervanging van die partij wordt op voorhand als niet-grondwettelijk beschouwd. Elk officieel contact met de DDR wordt in de Bondsrepubliek als een misdaad beschouwd en met gevangenisstraf gesanctioneerd.
In 1963 wordt een sociaaldemocratisch lid van een bedrijfsraad in Bremen door een vakbond in de DDR voor een congres uitgenodigd in Oost-Berlijn. Daar verklaart hij dat het beter is dat Duitsers uit Oost en West met elkaar praten dan op elkaar schieten. Terug in Bremen wordt hij aangeklaagd voor het bevoordelen van een verboden partij. De voorzitter van de rechtbank geeft hem “maar” zeven maanden opsluiting in plaats van de drie jaar zoals door het Openbaar ministerie gevraagd. De rechter stelde in zijn vonnis dat er verzachtende omstandigheden waren: “tijdens de oorlog was betrokkene immers als SS-soldaat mee met Hitlers troepen de Sovjet-Unie binnen gevallen en had daarmee als soldaat zijn plicht tegenover Duitsland voldaan…” In deze geest werd in de Bondsrepubliek tot laat in de jaren zestig recht gesproken.
Voor het dragen van een rode anjer op 1 mei werd tot twee jaar effectieve gevangenisstraf uitgesproken.
Tussen 1949 en 1968 werden niet minder dan 250.000 burgers van de Bondsrepubliek vervolgd op grond van linkse of antifascistische activiteiten. Tienduizend onder hen krijgen jarenlange gevangenisstraffen op grond van het bevoordelen van verboden communistische of antifascistische organisaties. Tijdens die vonnissen komen er motivaties in voor “…dat beklaagde reeds in 1935 veroordeeld werd voor communistische activiteiten en hieruit blijkbaar niet de nodige lessen heeft getrokken zodat betrokkene in 1958 een zwaardere straf krijgt wegens recidivisme…” In dit geval ging het om één en dezelfde nazirechter.
Voor het organiseren van goedkope kinderkampen in de DDR vanuit West-Duitsland kreeg men tot drie jaar gevangenis in de Bondsrepubliek.
Behoort de politieke vervolging in de Bondsrepubliek thans tot het verleden?
Er moet eerst en vooral vastgesteld worden dat de veroordelingen uit de koude oorlogsjaren tot op vandaag allen juridisch overeind blijven. Tot op vandaag weigert de Bondsregering amnestie voor de 250.000 Westburgers die verontrust werden en waarvan er ruim 10.000 tot jarenlange gevangenisstraffen werden veroordeeld. Nog in 2007 heeft de Bundestag een amnestie voorstel van Die Linke afgewezen. Het gevolg is dat de overlevende slachtoffers van de koude oorlog hysterie nog steeds een pensioennadeel hebben want pensioenrechten worden tijdens de gevangenisopsluiting niet opgebouwd. Erger nog, destijds werd in het vonnis eveneens bepaald dat de tuchtstraffen, zeer dikwijls in concentratiekampen voltrokken tijdens de nazitijd, eveneens worden afgetrokken van de actieve loopbaan en een eventuele reeds uitbetaalde schadevergoeding voor die jaren in de concentratiekampen moet moeten worden terugbetaald en elke verdere schadevergoeding wordt opgeschort omdat het om een geval van recidivisme gaat…
Bij de eenmaking van Duitsland in 1989 werd (terecht) een amnestiewet aangenomen voor politiek veroordeelden in de DDR. Communisten en leidende ambtenaren uit de DDR werden in de jaren 90 opnieuw vervolgd op basis van de West-Duitse anticommunistische verbodsbepalingen uit de jaren 50. Opnieuw worden honderden Duitse burgers tot jarenlange gevangenisstraffen veroordeeld.. De Bondsrepubliek beschouwde zichzelf als de enige Duitse vertegenwoordiger van het Duitse volk, inbegrepen de burgers van de DDR. Ook zij waren volgens de rechtspraak in de jaren 90 trouw verschuldigd aan de West-Duitse grondwet. Tot een staatsrechtelijke erkenning van de DDR door de Bondsrepubliek is het nooit gekomen. Ook niet van de grenzen tussen Polen en de DDR Het verdrag tussen Polen en de DDR uit 1952 over het vastleggen van de Oder-Neissegrens (zoals door de geallieerden bepaald in Potsdam) wordt tot op vandaag door de Bondsrepubliek niet erkend. Wel heeft men in 1991 een resolutie in het Duitse parlement aangenomen waarin men “vaststelt dat de grenzen tussen Duitsland en Polen de Oder-Neisselinie is”, maar “vaststelling” betekent geen “erkenning”. Die resolutie werd trouwens maar aangenomen omdat het een Franse eis was om het Duitse bezettingsstatuut op te heffen.
U merkt dus hoe actueel geschiedenis kan zijn.
Uiteraard blijven al deze kanttekeningen en bemerkingen onbesproken in de officiële geschiedenis van Europa, en nog minder komen deze aan bod in de film “Das Leben der Anderen”. Daarmee wordt niet beweerd dat er geen fundamentele fouten in de DDR werden begaan. Er is zeker sprake van een onaanvaardbaar gebrek aan persoonlijke vrijheid. Maar van een kat die in het nauw gedreven wordt kan men inderdaad geen goedmoedig gespin verwachten. Zelden is bij ons de literatuur waarin het vijandbeeld van de DDR niet bevestigd wordt. Een uitzondering hierop is het boek van Geert Van Istendael “Mijn Duitsland”, dat de DDR genuanceerd benadert.
Voor de vervolging van linksen en antifascisten in de Bondsrepubliek is men aangewezen op publicaties (in het Duits) van
Initiativgruppe für die Rehabilitirung der Opfer des Kalten Krieges
IROKK
Hoffnungsstasse 18
45127 Essen
Duitsland
Uit hun dossiers werden de aangehaalde voorbeelden geciteerd.
Alvin De Coninck