images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels
Werkgeversorganisaties, de meeste economen en neo-liberaal denkende politici herhalen het als een mantra: België heeft een loonkostenhandicap! Het liefst zou men willen komaf maken met het indexmechanisme, maar er is meer! Zij die vinden dat de loonkosten in België te hoog zijn, hebben het voornamelijk over het deel van de totale loonkost dat naar de sociale zekerheid gaat. 

 

Werkgeversorganisaties vinden dit een zware last en volgens hen bemoeilijkt dit constant de concurrentiepositie. Maar een verlaging van de bijdrage aan de sociale zekerheid via het loon heeft gevolgen voor de betaalbaarheid van de sociale zekerheid! Om dit te compenseren worden er voorstellen gelanceerd om de bijdrage aan de sociale zekerheid via arbeid te verschuiven naar milieubelastingen of btw-verhogingen. Dat deze belastingen nog meer mensen in de armoede zal duwen, zal hun worst wezen!

 

Hoe wordt onze sociale zekerheid gefinancierd?

De basis van de financiering van de Sociale zekerheid komt voor het grootste deel via het loon: de werkgever stort een deel van de totale wedde door naar de sociale zekerheid. Ook wordt een deel van de bruto wedde van de werknemer doorgestort naar de sociale zekerheid. Door het onderscheid tussen het begrip werkgeversbijdrage en werknemersbijdrage, geeft men het gevoel dat de werkgever hier een extra inspanning levert! Het geeft de indruk dat deze bijdrage wordt betaald door de winsten die het bedrijf maakt. Wat natuurlijk niet waar is, want de werkgever rekent het volledige loon bij de kosten.

Om de winstmarge te berekenen, wordt dus de ‘totale loonkost’ in rekening genomen. De winst is dan het verschil tussen de omzet en de kosten, en de volledige loonkost wordt bij de kosten gerekend. Het deel van je loon dat de werkgever doorstort naar de sociale zekerheid is een uitgestelde wedde die terecht komt in een sociale zekerheidskas. Bij ziekte, werkloosheid of bij pensionering wordt het vervangingsinkomen vanuit die sociale zekerheidskas betaald. Dus… een daling van de bijdrage via het loon aan de sociale zekerheid, brengt de sociale zekerheid in gevaar!

 

Paul De Grauwe, Fons Verplaetse en Chris Serroyen nuanceren het debat over de hoge loonkost in België.

Is er een probleem met de hoge loonkosten? Ja, zegt topeconoom Paul De Grauwe, als de loonkosten sneller stijgen dan de productiviteit. Maar dat is in het Noorden van Europa nauwelijks het geval geweest in de laatste twee decennia, ook niet in België![1]

In het weekblad Knack van 22 juni 2011 zegt Eregouverneur Fons Verplaetse het volgende:” Als een Belgisch product of een Belgische dienst 100 euro kost, dan is daarvan gemiddeld maar 30 euro afkomstig van de loonkosten. Voor onze drie buurlanden is dat 42 euro, dus de loonkosten zijn daar belangrijker. (…) Maar veel belangrijker zijn voor België de invoerkosten, dus alles wat we moeten betalen aan invoer om onze producten en diensten te kunnen vervaardigen. Onze invoerkosten zijn goed voor 42 euro als een product of dienst 100 euro kost, bij onze drie buurlanden is dat maar 16 euro. Slotsom: als het over kostprijs – competitiviteit gaat, ligt het probleem voor België vooral bij de invoerprijzen en bij onze drie buurlanden vooral bij de loonkosten.” [2]

Chris Serroyen, hoofd van de ACV-studiedienst, pleit voor het aanpakken van de prijsstijgingen in de distributie en de energiesector. De loonkloof met de ons omringende landen is volgens Chris Serroyen niet zo groot als wordt gesuggereerd. "Er is een loonkostenhandicap, maar die blijft sinds 1996 binnen de marge van 1 procent. (…) We moeten ons ook durven afvragen of onze lonen het probleem zijn, of de voortdurende Duitse dumping. Door onze oosterburen worden de verhoudingen in heel Europa scheefgetrokken.[3]

Is er dan helemaal geen probleem?

Ja zeker, maar de hoge loonkost mag niet veralgemeend worden naar ‘alle’ sectoren. Kijk naar Ford! Volgens het Flemish centre for automotive research van Vic Heylen en ex-Ford Genk-ceo Peter Heller zijn de loonkosten in Ford Genk goed voor 5,5 procent van de totale kosten. De loonkosten kunnen dus moeilijk een rol gespeeld hebben in de beslissing om Ford Genk te sluiten. Ze zijn zelfs een bijna verwaarloosbaar onderdeel van de totale kosten!

Volgens Paul De Grauwe weerspiegelen de hoge loonkosten ook een hoog niveau van welvaart. En inderdaad: hij heeft gelijk, want die maken het mogelijk om collectieve diensten, gezondheidszorg, kwalitatief onderwijs, orde en veiligheid en een sociaal vangnet te financieren. Het is dus de prijs die we betalen voor onze beschaving!

Werkgevers moeten maar eens stoppen met te zeggen dat de loonkost in België een zwaar probleem is. Ten eerste geldt dit niet voor alle sectoren en ten tweede mogen ze niet vergeten dat de bedrijven vele subsidies krijgen om de loonkost te verlichten. Dat tellen ze er meestal niet bij als ze de loonkost vergelijken met andere landen. Wist je dat vandaag de werkgevers evenveel subsidies krijgen dan dat ze belastingen betalen? De totale loonsubsidie vanuit de overheid aan bedrijven steeg van 1,3 miljard euro in 1996 naar bijna 9 miljard euro vandaag.[4]

Om aan diegenen te geven die het nodig hebben moet de rijkdom herverdeeld worden! Dit zorgt voor alternatieve middelen om onze beschaving te financieren. Dit is werkelijk een noodzaak als je weet dat alleen al de 20 rijkste families van België een vermogen bezitten van 49,2 miljard euro./[5] Alleen al een vermogensbelasting invoeren op het vermogen van de 2 procent rijkste Belgen, kan bijna 8 miljard euro opbrengen.

 

Omdat een rechtvaardige fiscaliteit miljarden kan opbrengen.

Guido Deckers

Nationaal AVC-propagandist voor het thema rechtvaardige fiscaliteit

 

Bron:

1/De Morgen/08.10.2012

2/Knack/22.06.2011 en ACV-zomerblog 22.07.2011

3/ http://www.jobat.be/nl/artikels/de-loonindex-redder-of-doodgraver-van-onze-welvaart/

4/ Jef Maes/ Uw sociale zekerheid in gevaar/ p.71

5/Ludwig Verduyn, de 200 rijkste Belgen. Leuven, Van Halewijck, 2012