Peter Veltmans staat op de 46ste plaats op de PVDA-lijst voor de gemeenteraad van Antwerpen als
Verruimingskandidaat namens SAP – Antikapitalisten (SAP = Stroming voor een Antikapitalistisch Project). Hij is 58 jaar oud en actief als vakbondsmilitant van de ACOD bij d FOD Financiën.
Affiliatie?
Ik ben een individueel kandidaat, die opkomt in het kader van een afspraak tussen de PVDA en de SAP.
Hoe bent u tot uw huidig politiek engagement gekomen?
Sinds mijn 15de levensjaar ben ik politiek actief vanuit een marxistisch, antikapitalistisch gedachtegoed. Het begon voor mij bij de Socialistische Jonge Wacht, destijds (in 1975) de jeugdorganisatie van de Revolutionaire Arbeidersliga (RAL), de voorloper van de huidige SAP. Een jaar later trad ik toe tot de RAL, terwijl ik tegelijk actief bleef meewerken met de SJW. Doorheen de SJW was ik in het begin van de jaren '80 betrokken bij de Jongerenmarsen voor Werk en bij de agitatie tegen de plaatsing van kernwapens in België. Beide thema's ontmoetten elkaar in de slogan 'Weg die Bommen, Werk Verdomme!'. De SJW was tegenstander van het toentertijd enigszins populaire 'totaalweigeren' (van leger- en burgerdienst) en voorstander van antimilitaristische agitatie binnenin het leger, wat ik ook concreet heb helpen maken tijdens mijn legerdienst. Na het voltooien van mijn middelbare studies en het volbrengen van mijn legerdienst werd ik actief in de vakbeweging. Zo werd ik vakbondsafgevaardigde voor de ACOD (de socialistische overheidsvakbond), eerst bij de stad Antwerpen, daarna voor korte tijd bij de Regie der Posterijen en tenslotte (en tot op heden) bij de Federale Overheidsdienst Financiën. In het begin van de jaren '90 ontstonden er steeds meer breuklijnen tussen vakbondsmilitanten en lokale activisten aan de ene kant en de sociaaldemocratische partij (toen nog SP) aan de andere kant. Dit kwam bijvoorbeeld tot uiting in het conflict over het zogenaamde 'Globaal Plan' van de toenmalige rooms-rode regering. Toen dit plan uiteindelijk goedgekeurd werd in het parlement – zonder ook maar één enkele socialistische tegenstem – gingen verschillende syndicalisten op zoek naar een politiek alternatief. In Antwerpen kwam Patsy Sörensen, SP-gemeenteraadslid en bezielster van Payoke (hulporganisatie voor prostituees), ondertussen steeds meer op ramkoers te liggen met de lokale 'baronnen' van de SP. Een relatief brede laag van Antwerpse jongeren en buurtactivisten zocht ook naar een politieke uitweg, aangevuurd door hun afkeer van het groeiende succes van het fascistische Vlaams Blok. Het belangrijkste probleem in de stad Antwerpen was in die tijd de omvang van de stedelijke schuldenlast en de vraag hoe die kon worden aangepakt: door besparingen op de dienstverlening of door de bankiers en renteniers ervoor te laten opdraaien? In een opiniestuk in de krant De Morgen – onder de titel 'Pleidooi voor een Ommekeer in Antwerpen' – werd deze kwestie van de schuldenlast door mij verbonden met het groeiende ongenoegen over het ontbreken van socialistische antwoorden op de maatschappelijke uitdagingen. Na talrijke contacten met zeer velen werd uiteindelijk de Beweging voor Sociale Vernieuwing (BSV) opgestart, met een programma dat sterk door mijzelf werd beïnvloed. Mede door de inzet van Tom Lanoye kwam er een electoraal akkoord tot stand tussen de BSV en Agalev (voorloper van het huidige Groen). De gemeenteraadsverkiezingen van 1993 bezorgden deze feitelijke kartellijst met zeven zetels (waarvan 3 voor kandidaten van de BSV) een eclatante overwinning. Helaas werd deze overwinning niet aangewend om de BSV in de diepte uit te bouwen tot een maatschappelijke kracht. In plaats daarvan werd gekozen voor integratie in de bestaande machtsstructuren en daarmee ook voor aanvaarding van de nefaste besparingslogica. Zoals te verwachten viel, betekende dit algauw het einde van dit unieke, progressieve experiment. In de jaren die volgden was ik meermaals betrokken bij nieuwe pogingen om te komen tot een politiek alternatief aan de linkerzijde, gaande van het Comité voor een Andere Politiek tot Rood!. Ondanks aanzienlijke inspanningen leverde geen van deze pogingen substantiële resultaten op. In 2013 kwam er echter opnieuw een 'window of opportunity'. Onder impuls van het bestuur van het ABVV-gewest van Charleroi opende de Partij van de Arbeid (PVDA) de mogelijkheid tot een zekere verruiming. Dit leidde tot het indienen van lijsten in Franstalig België onder de noemer PTB-GO! – waarbij GO! stond voor 'Gauche d'Ouverture'. Mee dankzij deze opening behaalde de PVDA in Franstalig België niet één, maar twee parlementszetels in de verkiezingen van 2014. Langs Nederlandstalige kant ging de opening vanwege de PVDA niet zover. Niettemin stonden er ook in Vlaanderen verruimingskandidaten van de SAP op verschillende verkiezingslijsten van de PVDA. Deze kandidaten (waaronder ikzelf) behaalden een bescheiden, maar tegelijk ook respectabel aantal stemmen. Bij de voorbereidingen voor de campagne van de huidige gemeenteraadsverkiezingen herhaalde het scenario van 2013-2014 zich helaas niet. Terwijl de PVDA deze keer in Franstalig België niet meer openstond voor verruimingskandidaten, was dit in Vlaanderen wel het geval. In uitvoering van een akkoord tussen de SAP en PVDA verkreeg ik daardoor de 46ste plaats op de PVDA-lijst voor de gemeenteraad van Antwerpen.
Wat moet er volgens u gebeuren inzake de volgende thema's?
Woningproblematiek
In Antwerpen kunnen zowel huurders als kopers nauwelijks nog een betaalbare woning vinden. Om daaraan te verhelpen moeten twee dingen gebeuren: het afkoelen van de woningmarkt en het verhogen van het huuraanbod. Beide doelstellingen kunnen bereikt worden door het aantal sociale woningen drastisch op te drijven. Er moet dan ook absoluut een einde komen aan de bouwstop van sociale woningen, die het huidige rechtse stadsbestuur heeft ingesteld (te meer gezien de verwachte groei van de bevolking). Mijn voorstel is om met 10.000 nieuwe sociale woningen een inhaalbeweging te maken, na zes jaar schandelijke stilstand. De recente ontploffing van een heel appartementsblok (op de Paardenmarkt) ten gevolge van verwaarloosde gasleidingen vestigt daarnaast eens te meer de aandacht op het probleem van de huisjesmelkers – verwerpelijke profiteurs van arme mensen. Daarom pleit ik ervoor de eigendommen van deze huisjesmelkers te onteigenen – zonder schadeloosstelling. De renovatie van de aldus bekomen eigendommen dient ook te gebeuren op hun kosten. Ze hebben zich lang genoeg kunnen verrijken.
Leefmilieu
De kwestie van het leefmilieu hangt in Antwerpen nauw samen met de mobiliteitsproblematiek. Die kwestie – die zich onder meer uitdrukt in fileleed, maar ook in luchtvervuiling met fijn stof en in geluidsvervuiling – kan slechts opgelost worden met een alomvattende aanpak. Het is de verdienste van actiegroepen zoals Ademloos, StRaten-Generaal en Ringland dat zij daarrond brede lagen van de bevolking hebben kunnen sensibiliseren en mobiliseren. Die mobilisatie is ondertussen uitgemond in een compromis tussen de actiegroepen, de stad en het Vlaams Gewest. Of dat compromis afdoende zal zijn, zal in de toekomst moeten blijken. Dat wil wel niet zeggen dat er ondertussen niets meer kan gebeuren. Zo moeten de verkeersprioriteiten omgedraaid worden: eerst stappen, dan trappen, daarna het openbaar vervoer ontwikkelen en pas dan en voor zover echt nodig plaats geven aan de auto. Daartoe is het nodig te investeren in voet- en fietspaden én in openbaar vervoer. Zo kunnen we eindelijk ook zorgen voor de uitbouw van openbaar vervoer in, naar en binnen de haven van Antwerpen. Tegelijk kunnen de stiefmoederlijk bedeelde noorderdistricten (Berendrecht, Zandvliet en Lillo) eindelijk aangesloten worden op het openbaar vervoersnetwerk. Tram en bus dienen ook gratis gemaakt te worden voor iedereen – wat geen enorm probleem hoeft te zijn, aangezien de historische Antwerpse stadsschuld ondertussen volledig werd terugbetaald. Tenslotte is het verkieslijk dat er een lokaal openbaar vervoersbedrijf opgericht wordt, waardoor minder bureaucratisch, sneller en efficiënter kan ingespeeld worden op de lokale noden, zonder beroep te moeten doen op door winstbejag gemotiveerde vervoersbedrijven.
Lokale economie, tewerkstelling en onderwijs
De bevolking van de stad Antwerpen zal de komende zes jaar naar verwachting groeien met meer dan 30.000 nieuwe en voornamelijk jonge inwoners. Deze nieuwe stedelingen brengen een verhoogde nood met zich mee aan crèches, scholen en leerkrachten. Tegelijk blijft de werkloosheid – en dan vooral de jeugdwerkloosheid – in Antwerpen de hoogste van het Vlaams Gewest. Vandaar mijn pleidooi voor substantiële investeringen in nieuwe crèches, scholen en in leerkrachten. Samen met de bouw van 10.000 sociale woningen en mits een doorgedreven aanpak van racisme en discriminatie op de arbeidsmarkt, kunnen we zo meerdere vliegen in één klap slaan: de stedelijke economie stimuleren, de (jeugd)werkloosheid verminderen en de vorming en daardoor weerbaarheid van velen verbeteren. Daarnaast is het ook nodig om een einde te maken aan de afbouw van de tewerkstelling bij stad en OCMW. Er moet opnieuw ingezet worden op het uitbouwen van de stads- en OCMW-diensten doorheen de aanwerving van nieuw personeel.
Privatisering van gemeentelijke diensten
De afgelopen zes jaar heeft het rechtse stadsbestuur verschillende recepten van wijlen Margareth Thatcher overgenomen en uitgeprobeerd. Zo heeft ze het systeem van de 'tenders' ingevoerd – een soort openbare aanbesteding waarop dienstverlenende organisaties maar ook bedrijven konden inschrijven om een bepaalde dienst te mogen leveren. Vooralsnog is het stadsbestuur er niet in geslaagd op die manier de sociale dienstverlening toe te wijzen aan private, op winst beluste ondernemingen. Maar tegelijk zet ze zo wel sociale organisaties (inzake woon- en gezondheidszorg, samenlevingsopbouw, enz.) onder druk om steeds 'goedkoper' te functioneren, met minder personeel en daardoor ook minder kwalitatieve dienstverlening. Ik pleit ervoor om deze tender-procedures af te schaffen, de verschillende organisaties die instaan voor sociale dienstverlening te (her)integreren in het OCMW én ditzelfde OCMW opnieuw onafhankelijk te maken van het stadsbestuur. De sociale noden die het OCMW moet lenigen, mogen niet ingeperkt worden omwille van boekhoudkundige redenen! Zeker niet omdat de armoede ook in Antwerpen blijft toenemen. Het is dan ook het OCMW dat geactiveerd moet worden – NIET de armen.
Opvang van asielzoekers en migranten
Het huidige rechtse stadsbestuur heeft een triest palmares opgebouwd van steeds heviger stigmatiserende en discriminerende maatregelen. Bevolkingsgroepen werden tegen elkaar opgezet – zoals Joden tegenover Berbers. Uitbaters van nachtwinkels kregen een draconische 'taks op imago-verlagende activiteit' opgelegd. Wie als moslima voor stad of OCMW wil werken, mag geen hoofddoek dragen. Tegelijk gedraagt de politie zich meer en meer als een bezettingsmacht, die ook actief op jacht gaat naar mensen zonder papieren (wat bovendien ook gepaard gaat met ontsporingen, zoals de afpersingsmethodes van de zogenaamde 'bende van Mega Toby en Sproetje', een verzameling van nog steeds niet veroordeelde politieagenten). Ik pleit er dan ook voor om gastvrij zijn voor wie er nood aan heeft door de jacht op vluchtelingen stop te zetten en door een einde te maken aan de stigmatisering en discriminatie van migranten.
Internationale samenwerking (vredes- en ontwikkelingsbeleid, handel, investeringen,...)
De stad is geen eiland, niet in het land en niet in de wereld. Zij moet en kan een actieve rol opnemen als motor van vooruitgang. Daarom vind ik dat de stad solidair moet zijn met elke strijd van onderdrukten voor hun eigen emancipatie. Bij wijze van voorbeeld kan Antwerpen mee het voortouw nemen in de zogenaamde BDS-campagne – BDS staat voor Boycot, Desinvestering en Sancties – tegen de zionistische apartheidsstaat Israël. In plaats van te verzusteren met de Israëlische havenstad Haifa, zou men beter verzusteren met bijvoorbeeld het Palestijnse Gaza en/of Ramallah.
Gemeentelijke democratie
Eigenlijk draait heel mijn visie rond democratie. Als we de kloof tussen burger en maatschappij echt willen dichten, dan komt het erop aan iedereen te emanciperen. Om te beginnen moeten zoveel mogelijk mensen bevrijdt worden van de soms al te naakte strijd om het bestaan, door hun kansen op werk, opleiding en ontspanning substantieel te vergroten. Dan moeten we echter wel de kans krijgen om daartoe een aangepaste politiek te ontwikkelen. Helaas is dat niet gegarandeerd. Zo moeten beslissingen van de gemeenteraad nog altijd goedgekeurd worden door de voogdij
van provincie en Vlaamse regering, die blijven zweren bij neoliberale besparingen. De gemeenteraad heeft overigens op zich al weinig te zeggen en de districten nog veel minder. Daarom pleit ik ervoor de voogdij om te draaien, zodat beslissingen van de Vlaamse regering en/of van het provinciebestuur moeten goedgekeurd worden door een meerderheid van de gemeenteraden, waardoor de macht opnieuw echt kan uitgaan van het volk. Verder zou het verkieslijk zijn als de gemeenteraad wordt voorgezeten door een gewoon gemeenteraadslid en NIET door de burgemeester, zoals dat vandaag in Antwerpen het geval is. Ook moeten we zorgen voor meer middelen en bevoegdheden voor de districten – de deelgemeenten van Antwerpen. Het is bovendien nodig om opnieuw in te zitten op volwaardig stads- en OCMW-personeel, door het opnieuw benoemen van statutaire ambtenaren. Dit zal niet enkel de stedelijke dienstverlening verbeteren; het zal het personeel ook onafhankelijker en daardoor mondiger maken tegenover de politieke overheid, wat in elk geval veel democratischer is.
Andere
Het is onmogelijk een progressieve, radicaal-democratische politiek te voeren enkel en alleen op het niveau van de stad. Daarom moet Antwerpen zich actief en solidair opstellen tegenover de strijd tegen de veralgemeende besparingspolitiek. Daarbij kan de stad ook samen met vakbonden en sociale bewegingen opkomen voor een echte vermogensbelasting.
Fractiediscipline?
Indien verkozen zal ik de fractiediscipline stemming per stemming bekijken. Dat lijkt mij de logica zelf van een verruimingskandidatuur.