België laat veel kansen liggen door het gebrek aan verbindingen tussen natuurgebieden. Bovendien reikt de overheid te veel vergunningen uit voor economische activiteiten die een negatieve impact hebben op natuur. Dat blijkt uit een Europees rapport dat 18 natuurorganisaties opgesteld hebben, één jaar na de start van het actieplan van de Europese Commissie dat de Europese natuurwetgeving beter moest doen toepassen op het terrein.
Het actieplan kwam er na een grootschalige efficiëntie-evaluatie van de belangrijkste Europese natuurwetten, de zogeheten Habitat- en Vogelrichtlijn. Dat onderzoek toonde in 2016 aan dat de natuurwetten hun werk doen, maar het wees tegelijk ook op de laksheid van vele lidstaten om een degelijk natuurbeleid uit te voeren. Met het actieplan wil de Europese Commissie de kwaliteit van het Europees netwerk van natuurgebieden op korte termijn verbeteren en de lidstaten tot meer actie aanzetten.
Eén jaar later maken 18 natuurorganisaties het bilan op. BirdLife, European Environmental Bureau en WWF verzamelden de gegevens op Europees niveau. De informatie voor België werd aangeleverd door Natuurpunt, Natagora en WWF België.
Het Zoniënwoud
EUROPESE NATUURWETTEN OMGEZET IN NATIONALE WETGEVING
In ons land beslaat het Europese natuurnetwerk (Natura 2000) in totaal 5.158 vierkante kilometer, verspreid over 310 gebieden. In Vlaanderen vallen daar bekende natuurgebieden als de Kalmthoutse Heide, het Zwin en het (regio-overschrijdend) Zoniënwoud onder. Voor Wallonië zijn dit onder andere de Hoge Venen en het reservaat van Virelles.
Het rapport duidt aan op welke punten ons land goed scoort: de Europese natuurwetten zijn omgezet in de nationale wetgeving en het monitoringsysteem dat de natuurkwaliteit in kaart brengt, is goed uitgerold.
EEN KETTINGREACTIE VAN VOORDELEN
Slecht scoort ons land dan weer op connectiviteit: de natuurgebieden zijn te versnipperd om een vlotte en veilige verplaatsing van soorten te verzekeren of om de negatieve impact van buitenaf (vooral door stikstof uit landbouw en verkeer) voldoende te bufferen. Bestaande natuurgebieden verbinden betekent:
- Meer kansen voor biodiversiteit zoals bestuivende soorten (bijen en andere insecten), zo belangrijk voor onze landbouw.
- Vogels en kleine zoogdieren die het vandaag moeilijk hebben op het platteland profiteren mee.
- Ook de mens profiteert mee, want corridors kunnen ook plaats bieden aan fiets- en wandelpaden.
- Ze brengen naast ecologische ook esthetische voordelen mee: ze geven landschappen weer structuur en onderbreken de monotonie van de industriële landbouw, wat goed is voor regionaal toerisme.
Een kettingreactie van voordelen dus, die momenteel onvoldoende worden aangeboord.
De Hoge Venen
'Intussen is het al vier jaar geleden dat de Vlaamse Regering de natuurdoelen voor de Vlaamse Natura 2000-gebieden heeft goedgekeurd. Toch is er na jaren overleg nog steeds onvoldoende duidelijkheid over hoe Vlaanderen die doelen wil halen', zegt Benno Geertsma, beleidsmedewerker van Natuurpunt. 'In de praktijk zien we dat de overheid de Europese natuurbescherming in haar vergunningenbeleid niet ernstig neemt: denk aan de uitbreiding van transportbedrijf H.Essers in Genk', aldus Geertsma.
Sofie Ruysschaert, expert in wilde soorten, WWF-België: 'De natuur in ons land is erg versnipperd. Bovendien geniet slechts een beperkt deel Europese bescherming via het Natura2000 statuut. Op deze manier zijn ecosysteemdiensten, zoals herbergen van biodiversiteit, waterzuivering, CO2 opslag en recreatie, in gevaar. We hebben dringend nood aan een overkoepeld beleid dat natuur naar haar werkelijke waarde schat en dit laat doorwerken in al de beleidsdomeinen. In een volgebouwd land als België waar over elke m2 gediscussieerd wordt, zijn ecologische verbindingen essentieel zodat soorten kunnen migreren en mensen kunnen profiteren. Dat is goed voor de veerkracht en gezondheid van onze natuur en dus van ons allemaal.'
Het Zwin
Het rapport lijst ook andere punten op die beter kunnen in ons land. Zo is er het dossier van de Vlakte van de Raan: deze zandbank in de Noordzee verdient bescherming, en na jaren talmen is het gebied begin 2018 eindelijk als dusdanig erkend door België. Ook voor soortbescherming is het tijd om een tandje bij te steken: veel actieplannen liggen klaar, maar de goedkeuring en concrete acties op het terrein blijven uit. Tot slot blijft het budget voor natuur onvoldoende om de nodige investeringen te doen.