Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

 

Werknemers moeten verarmen, zoniet worden ze armer?

In heel Europa bestaat bij vakbonden een grote interesse in de Belgische automatische indexering. Maar net op het ogenblik dat de indexering door de hoge inflatie zijn nut toont, staat ze in België ter discussie. Ook Prof. Gert Peersman stelde recent dat werknemers te sterk verknocht zijn aan de indexering, met zogenaamd nefaste gevolgen voor onze “concurrentiepositie”.

Eerst enkele feiten. Eén: de lonen van werknemers stijgen al jaren niet aan hetzelfde ritme als de productiviteit van die werknemers. Dat betekent dat de verdeling van de welvaart wijzigt. Het loonaandeel in onze economie daalt al meer dan twintig jaar. Het deel dat naar de eigenaars van de productiemiddelen gaat, kapitaal, stijgt. Waar in 1999 de bruto winstmarges nog 35% bedroegen, zijn ze vandaag volgens de Nationale Bank gestegen naar 45%, een pak hoger dan in de buurlanden. Er zit iets scheef in de verdeling van onze welvaart.

De Belgische lonen stegen volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven sinds 1996 bijna zes procent trager dan in de buurlanden. Inderdaad, trager. In diezelfde periode explodeerden de winstmarges.

Twee: de Belgische lonen stegen volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven sinds 1996 bijna zes procent trager dan in de buurlanden. Inderdaad, trager. In diezelfde periode explodeerden de winstmarges. Er bestaat op dit moment geen loonhandicap sinds 1996 en deze zal de komende jaren ook geen dramatische proporties aannemen. België heeft zich voor de financiële crisis niet uit de markt geprijsd, zoals Prof. Peersman beweert. In Europa heeft één land zich hier wel in omgekeerde richting schuldig aan gemaakt: Duitsland. Door een decennium van lage lonen op te leggen, creëerde het land met zijn gigantische handelsoverschot een eurocrisis en een klasse van werkende armen in eigen land.

Drie: de regering-Michel gaf de bedrijven “om de concurrentiekracht te verhogen” vanaf 2015 een geweldig cadeau in de vorm van lagere sociale bijdragen en een lagere vennootschapsbelasting. Die taxshift leidde echter niet tot lagere exportprijzen en een verbetering van de concurrentiekracht, maar tot hogere winstmarges. Dat bleek niet alleen uit onderzoek van de Nationale Bank, maar ook uit onderzoek van … Gert Peersman.

Durven Belgische bedrijven hun bevoorrechte positie vandaag op te geven door de inflatieklap gedeeltelijk zelf te incasseren? Dat kunnen ze, zeker door hun historisch hoge winstmarges.

In deze feiten zit de kern van het herverdelingsdebat over wie de huidige inflatie moet dragen. Durven Belgische bedrijven hun bevoorrechte positie vandaag op te geven door de inflatieklap gedeeltelijk zelf te incasseren? Dat kunnen ze, zeker door hun historisch hoge winstmarges. Iedereen kan echter vaststellen dat hoofdzakelijk wordt gekozen voor het doorrekenen van de gestegen prijzen naar de eindconsument. Niet enkel individuele bedrijfscases, maar ook de winstmarges die de Nationale Bank vorige week bekendmaakte, wijzen daarop. En zo bestendigen bedrijven de inflatie.

Een aanpassing van het indexeringsmechanisme om de negatieve effecten van de inflatieopstoot te breken, is dus de wagen voor het paard spannen. De automatische indexering is momenteel het enige dat werknemers beschermt tegen collectieve verarming. Prof. Peersman pleit omfloers voor het ‘nemen van verlies door werknemers’. In tegenstelling tot wat hij beweert, worden in de praktijk vooral de lagere lonen getroffen door ingrepen in het indexsysteem. Zij zijn immers, in tegenstelling tot de hogere lonen, niet in de mogelijkheid om individuele voordelen te onderhandelen, zoals bedrijfswagens of aandelenpakketten.

De automatische indexering is momenteel het enige dat werknemers beschermt tegen collectieve verarming.

Bovendien zijn werknemers en hun lonen niet de oorzaak van de huidige inflatie. De oorzaak ligt in de eerste plaats bij excessieve energieprijzen. Wij hebben ons als werknemersorganisatie altijd gekant tegen de liberalisering van de energiemarkten, tegen de invloed van speculanten, en tegen pure prijsvorming door de markt. Het bedrijfsleven was echter tegen prijscontrole. We roepen ook al jaren voor een versterking van de concurrentiewaakhond op andere terreinen. Het gevolg: de ongeziene inflatieopstoot die samengaat met superwinsten voor de fossiele industrie en andere energiemultinationals zoals Engie. Verwachten dat werknemers hiervoor opdraaien, door in te boeten op hun indexatie, door een ‘beetje te verarmen’, zodat de bedrijven hun concurrentiepositie met het buitenland kunnen versterken, is wel erg cynisch.

Gelukkig neemt de inflatie sterker af dan verwacht en blijft Vlaanderen investeringsrecords kloppen. We blijken de belangrijkste nieuwe technologieën aan te trekken als motten op een lamp. En dat allemaal ondanks die verschrikkelijke indexatie en hoge loonkosten. Of zou de hoge productiviteit van onze werknemers, hun vorming en onze publieke infrastructuur hier iets mee te maken hebben?

Deze blog verscheen eerder als opinie in De Standaard.

Economisch adviseur Studiedienst Federaal ABVV.