LAURIEN SPRUYT
“Het openbaar vervoer speelt een essentiële rol, voor iedereen, nu en in de toekomst. Ondersteun daarom eerst de trein, tram, bus en metro, en niet de luchtvaartmaatschappijen, die slechts door een minderheid gebruikt worden en vervuiling met zich meebrengen. Dat vragen TreinTramBus, Bond Beter Leefmilieu, Greenpeace en Inter-Environnement Wallonie. Trein, tram en bus worden dubbel getroffen door de coronacrisis. Ook voor hen blijven de vaste kosten doorlopen, terwijl de inkomsten bijna volledig wegvallen. De NMBS bijvoorbeeld heeft op dit moment een verlies te verwerken van 70 miljoen euro per maand en een extra kost van 3,5 miljoen euro voor de aankoop van ontsmettingsmateriaal.
Openbaarvervoersmaatschappijen bieden een essentiële dienst aan, zowel op sociaal als milieu- en economisch vlak. De hele samenleving heeft er baat bij dat ze financieel gezond blijven. “Het openbaar vervoer is een oplossing voor de klimaatcrisis die we nu al hebben. Het kan die rol enkel opnemen als we ervoor zorgen dat het daarvoor de nodige middelen heeft. Dat gaat niet gebeuren als we vervuilende alternatieven voor internationale treinen, zoals de luchtvaart, nu bevoordelen. De crisis verplicht ons slimme en strategische financiële keuzes te maken. Dat geldt des te meer voor de overheden, die beslissen over de toekomst van onze samenleving”, verklaart Peter Thoelen van TreinTramBus.
Het gebruik van openbaar vervoer is voor kwetsbare groepen vaak de enige manier om inkopen te doen, te gaan werken of op school te geraken. Dat in tegenstelling tot de meeste vliegtuigverplaatsingen, die vaak niet of veel minder essentieel zijn.
Bond Beter Leefmilieu, IEW, TreinTramBus en Greenpeace vragen de Belgische beleidsmakers op federaal en regionaal niveau om enkel staatssteun te geven aan sectoren die een bijdrage leveren aan het realiseren van de Europese Green Deal en de internationale klimaatdoelstellingen. De luchtvaartsector krijgt al jaren financiële en fiscale voordelen die niet te verantwoorden zijn. De milieu-organisaties vragen daarom dat middelen prioritair gaan naar het openbaar vervoer. Als er toch steun voor de automobiel- en luchtvaartsector komt, kan dat alleen onder strikte voorwaarden op het vlak van taxatie (zoals een kerosinetaks) en klimaatengagement (bindende doelstellingen voor de broeikasgasuitstoot).