De coronacrisis dwingt Marleen Temmerman – gynaecologe, ex-politica, UGent-onderzoekster en -professor – tot creatieve oplossingen in haar werk in Kenia. Dat werk is ook haar levenswerk: de rechten én levens van vrouwen en kinderen verbeteren. Als ze erover vertelt, hoor je vooral veel vechtlust en vertrouwen in een betere toekomst.
Op het moment van het gesprek gaat België in een tweede lockdown. De coronacrisis sloeg ook in Kenia toe, maar veel minder hard dan in België, vertelt Marleen Temmerman. Sinds 2015 woont ze in Nairobi, na haar mandaat als hoofd van het Departement voor Reproductieve Gezondheid van de Wereldgezondheidsorganisatie. Ze is er onder meer diensthoofd Verloskunde en Gynaecologie aan het Aga Khan University Hospital.
COVID-19 is misschien niet het grootste gezondheidsprobleem in Kenia, het heeft wel een impact op haar werk. “We verwachten bijvoorbeeld een babyboom. Mensen zijn meer thuis en het is moeilijker om vrouwen te bereiken voor geboorteregeling. Ze hebben schrik om besmet te worden en komen niet naar het ziekenhuis voor prenatale zorg of om te bevallen. Ik werk in een grote materniteit in een armere wijk van de stad. Normaal zijn er zo’n tachtig à honderd bevallingen per dag, dat is vandaag ongeveer de helft.”
Vrouwenrechten wereldwijd onder druk
Wat ze in Kenia ziet, gebeurt ook elders. Pas in 1994 haalden vrouwenrechten voor het eerst de agenda van een belangrijke internationale conferentie: de VN-conferentie in Caïro. In de vijfentwintig jaar die volgden, werd veel vooruitgang geboekt op het vlak van seksuele en reproductieve rechten.
Maar de coronacrisis is erin geslaagd om die vooruitgang serieus terug te draaien. “Vandaag hebben vrouwen minder toegang tot prenatale zorg en zien we meer thuisbevallingen omdat ze niet meer in de ziekenhuizen raken. Dat betekent opnieuw een stijging in moedersterfte, meer prematuur en doodgeboren kindjes, meer tienerzwangerschappen... Ook geweld en seksueel geweld tegen vrouwen nemen overal in de wereld toe. Met het ICRH volgen we de trends van nabij op.”
Het ICRH, dat is het International Centre for Reproductive Health. Een multidisciplinair onderzoeksinstituut binnen de UGent, dat Marleen Temmerman in 1994 oprichtte. Ondertussen zijn er fysieke antennes in Kenia en in Mozambique. Samenwerkingen in Europa, Afrika, Latijns-Amerika en China en met organisaties als de WHO versterken de internationale expertise en reputatie van het ICRH.
Prenatale zorg op afstand
Marleen en haar team pasten zich aan en doen nu veel meer aan zorg op afstand. “Om de vrouwen uit de dorpen naar de gezondheidscentra te krijgen, verspreiden we via radio en televisie de boodschap dat het risico op corona niet groter is in een ziekenhuis dan op de markt. We doen aan teleconsultatie via videobellen, we leveren medicatie aan huis, …”
Maar het ICRH doet meer: “We denken mee met de overheid over hoe we iedereen, vooral vrouwen en meisjes toegang kunnen blijven geven tot gezondheidszorg, tot geboorteregeling, ... We moeten lessen trekken uit de huidige pandemie voor een volgende epidemie, want die komt er zeker.”
Dat de Keniaanse regering zoveel aandacht heeft voor vrouwen en kinderen, is deels te danken aan het ICRH. “Ik had nooit gedacht dat we zo groot zouden worden toen we twintig jaar geleden begonnen in Kenia. Nu zijn we een grote ngo met zo’n honderdvijftig medewerkers en een van de langst bestaande organisaties die werken rond seksuele en reproductieve gezondheid. We hebben de problematiek op de wereldkaart gezet. We zijn nog even relevant als in 1994, en we zijn een grotere speler. Nu luistert de overheid naar ons. Als er beleid wordt uitgestippeld, zitten we mee aan tafel.”
Oprichting Fonds Marleen Temmerman
“Ik heb het geluk gehad dat ik kon rekenen op enthousiaste medewerkers. Ik was in ‘94 al zes maanden bezig om het ICRH te starten, in mijn vrije tijd. Maar ik had medestrijders nodig. Toen kwam Patricia Claeys erbij. Zij heeft het centrum mee groot gemaakt. Jammer genoeg is zij in 2008 op haar vijftigste overleden aan borstkanker.”
Naast enthousiaste medewerkers kan het ICRH sinds enkele jaren rekenen op giften van het Fonds Marleen Temmerman. Dat richtte Marleen vijf jaar geleden op, samen met het Universiteitsfonds van de UGent. “Ik ben verrast dat zoveel mensen en organisaties ons steunen (lacht). Ik had dat nooit verwacht.”
“Met giften aan het fonds steunen we onderzoek van het ICRH. Maar ook vele projecten in Kenia en Mozambique, vaak getrokken door enthousiaste jonge mensen. Dat doen ze met schitterende resultaten. Zo maakte een vroedvrouw in Mozambique een filmpje over het betrekken van de man bij de zwangerschap en de zorg voor de kinderen. Dat heeft zelfs een prijs gewonnen op een internationaal congres. Zoiets zou onmogelijk zijn zonder de werking van het fonds. De lijst van projecten waar de bijdragen van het fonds mee het verschil maken, is lang: rond vrouwenverminking, kindhuwelijken of geweld tegen meisjes en vrouwen. Elke euro steun is welkom, want er zijn altijd noden en de pandemie brengt nieuwe noden met zich mee.”
(Nog niet) met pensioen
Ondertussen woont en werkt ze twaalf jaar in Kenia. “Met COVID-19 klaagt men steen en been in België over de maatregelen. Mensen komen bij wijze van spreken op straat omdat ze niet naar hun tweede verblijf kunnen. Ongelooflijk! Terwijl het land over een van de beste gezondheidssystemen van de wereld beschikt. Hier in Kenia verliezen de mensen door de lockdown hun inkomen want er is geen sociale zekerheid. Ze zien veel meer af dan in België. Maar je hoort ze veel minder zagen en zeuren. De weerbaarheid is ongelooflijk.” Een definitieve terugkeer naar België zit er dus niet meer in, denkt ze. “In België moet je met pensioen, hè. Hier kan ik blijven werken en er is nog zoveel te doen… (lacht)”
Bron: https://www.durfdenken.be/nl/ugenters/de-strijd-van-marleen-temmerman