De voorbije jaren konden we ook in België ervaren wat klimaatopwarming in de praktijk betekent: hittegolven, aanhoudende droogte, en krachtiger onweer. De komende maanden gaat Reset.Vlaanderen op onderzoek naar de gevolgen van deze klimaatontregeling voor ons welzijn op het werk. Zijn onze werkplekken aangepast aan deze nieuwe realiteit? Hoe gaan werkgevers en werknemers hier mee om? En wordt er bij de aankoop van materiaal of nieuwe infrastructuur rekening gehouden met de toekomstige klimaatscenario’s? Uit een aantal eerste gesprekken in de zorgsector blijkt een groeiend bewustzijn. Maar op het terrein is het nog vaak behelpen.
Onlangs verscheen voor het eerst een uitgebreide studie naar de sociaaleconomische gevolgen van klimaatverandering in België. Het rapport, dat werd besteld door de Nationale Klimaatcommissie, onderzoekt in detail de gevolgen van verdere opwarming voor tal van gebieden en sectoren: gezondheid, productiviteit, landbouw, infrastructuur, industrie, en andere. Voor het eerst worden ook een aantal sociale aspecten in kaart gebracht. De studie maakt duidelijk dat er bij ongewijzigd beleid verstrekkende en zeer ongelijk verdeelde gevolgen zullen zijn voor onze gezondheid, de economie, en onze leef-en werkomgeving.
De gemiddelde temperatuur is in ons land al met 2°C gestegen. Bij verdere opwarming moeten we ons voorbereiden op steeds meer hittegolven (gemiddeld tot bijna een maand per jaar in de komende decennia), frequente en intense droogtes, meer overstromingen en toenemende stormschade. Ook de zeespiegel zal tegen het einde van de eeuw met meer dan een halve meter stijgen.
De gevolgen zijn navenant: er zullen miljarden verloren gaan door stormschade en misoogsten, terwijl cruciale infrastructuur onder druk komt te staan: “met onder meer effecten op het kromtrekken van spoorrails, het wak worden of smelten van asfalt en schade die wordt toegebracht aan het elektriciteitsnet”. De hitte zal ook wegen op de werkomstandigheden (en dus productiviteit) in tal van sectoren, niet alleen in ‘buitenberoepen’ zoals de bouw of landbouw, maar ook in industriële en zelfs kantoorjobs. Alles bij mekaar voorziet het rapport meer dan €9 miljard per jaar aan schade, zowat 2% van het BBP.
Een uitgebreide studie naar de sociaaleconomische gevolgen van klimaatverandering in België is duidelijk. Alles bij mekaar zou ons land meer dan 9 miljard per jaar aan schade ondervinden. “Het kromtrekken van spoorrails, het wak worden of smelten van asfalt en schade die wordt toegebracht aan het elektriciteitsnet” zijn zaken waar we ons in de toekomst meer aan mogen verwachten. - Copyright Ivan Aleksic
Door via een ambitieus klimaatbeleid verdere opwarming te voorkomen, beperken we ook de toekomstige schade. Maar sommige gevolgen zijn vandaag al onvermijdelijk. Er is dan ook nood aan een vooruitziend adaptatiebeleid: om onze infrastructuur, onze werkplekken, voedselproductie, huisvesting en gezondheidszorg leefbaar te houden.
Zo’n cijferwerk is van groot belang, toch blijven deze statistieken over BBP of productiviteitsverliezen te abstract. Wat betekenen dit alles nu concreet voor het leven van alledag? En hoe moet zo’n adaptatiebeleid er uitzien in de praktijk?
Om op deze vragen een antwoord te vinden ging Reset.Vlaanderen deze herfst van start met een nieuw project. We willen met zoveel mogelijk verschillende sectoren en werkplekken in gesprek gaan over de gevolgen van klimaatverandering. Worden zij daar vandaag al mee geconfronteerd, en hoe gaat men daar mee om? Nemen de vakbonden dit mee naar het overleg met werkgevers en overheden? En worden er vandaag al voorbereidingen getroffen voor de toekomst? We gaan hiervoor in gesprek met de werknemers zelf, als ervaringsdeskundigen wat betreft de kwaliteit en klimaatbestendigheid van de omgeving waarin ze werken, de kwaliteit van de voorradige uitrusting en kledij, of werkgevers hier in hun plannen (bv. bij nieuwe infrastructuur, aankopen materiaal) al rekening mee houden, en of dit vandaag al een gespreksonderwerp is bij collega's of ‘klanten’.
“Deze herfst gaan we van start met een nieuw project. We willen met zoveel mogelijk verschillende sectoren en werkplekken in gesprek gaan over de gevolgen van klimaatverandering. Worden zij daar vandaag al mee geconfronteerd, en hoe gaat men daar mee om?”
ZORG ONDER DRUK
Onze eerste gesprekken voerden we met een sector die vandaag onder extreme druk staat: ziekenhuizen en ouderenzorg. De zorgsector zal helaas ook al in de frontlinie van klimaatverandering staan. In 2019 waren er dagelijks naar schatting 2000 extra ziekenhuisopnames in België tijdens de hittegolf. In onder meer Antwerpen zijn ziekenhuizen en woonzorgcentra ook bovengemiddeld gevestigd in hitte-eilanden. Deze problemen zullen enkel toenemen. Tegen 2050 kunnen we ons verwachten aan maar liefst 60.000 bijkomende ziekenhuisopnames door hittestress. Ook toenemend overstromingsgevaar vormt een bedreiging: de hoeveelheid ‘kwetsbare’ instellingen zoals kinderopvang, ziekenhuizen, woonzorgcentra of scholen die in gevaarlijke overstromingsgebieden liggen, zou tegen 2100 verdubbelen (tot 15%). Daarnaast zal deze sector natuurlijk de gevolgen zien van andere, meer indirecte gevolgen op onze gezondheid, zoals de toename in allergene ziekten.
“Tegen 2050 kunnen we ons verwachten aan maar liefst 60.000 bijkomende ziekenhuisopnames door hittestress.” ”
Personeel en patiënten werden de voorbije jaren al geconfronteerd met deze nieuwe realiteit, zo bleek uit ons gesprek met drie vakbondsvertegenwoordigers uit het Universitair Ziekenhuis in Gent: Geert Jacobs (verpleegkundige hartbewaking, ACOD), Katrien Van Keirsbilck (ondervoorzitster ACOD UZ Gent) en Yves Derycke (voorzitter ACOD UZ Gent en ACOD Overheidsdiensten). “Afgelopen zomer is regelmatig aan de bel getrokken geweest: jongens, we zijn hier aan het stikken van de warmte! De voorbije jaren liep de temperatuur in het ziekenhuis soms op tot meer dan 38°C”. Dat is niet alleen voor het personeel zwaar, maar natuurlijk ook voor de patiënten: “stel je voor dat je zelf zo in je bed ligt te slapen, dat is al moeilijk als je gezond bent. Laat staan als je een patiënt bent met een transplant of met een zware hartkwaal’. Om de situatie draaglijk te maken werd er mobiele airconditioning ingezet, werden de werkschema’s aangepast, en werden de patiënten voorzien van extra water en ijs.
“Afgelopen zomer is regelmatig aan de bel getrokken geweest: jongens, we zijn hier aan het stikken van de warmte! De voorbije jaren liep de temperatuur in het ziekenhuis soms op tot meer dan 38°C”
De hitteproblematiek stijgt wel op de agenda. “We hebben er de afgelopen jaren allemaal mee te maken gehad, de temperaturen stijgen. In de ziekenhuizen groeit dan ook de aandacht voor het probleem, wat voordien helemaal niet het geval was. Het begint nu toch stilletjes aan wel in hoofden van de mensen te spelen: in het kader van het welzijn van zowel de werknemer als de patiënt”. Er werd de voorbije jaren ook al actie ondernomen. Zowel de instellingen en de overheid als het personeel zelf proberen deze problemen het hoofd te bieden. Dat gaat soms over zeer concrete, onmiddellijke ingrepen. Zo wordt in het UZ in Gent de oude, veel te zware kledij vervangen door een minder warm alternatief “We starten van een dunne laag kledij die kan opgebouwd worden als het koud is. Dat zijn bijvoorbeeld kleine dingen waar dan wel rekening mee gehouden wordt voor de toekomst”. Sinds enige jaren wordt er in de meeste instellingen ook gewerkt aan een hitteplan, dat aangeeft welke maatregelen er onder bepaalde omstandigheden genomen worden. Dat gaat over waterbedeling en verkoeling, maar bijvoorbeeld ook over de impact van hitte op bepaalde medicatie. Ook door de minister van volksgezondheid wordt deze realiteit onderkend, zo belooft zijn beleidsnota meer aandacht voor ‘de uitdagingen die de klimaatverandering op ons gezondheidszorgsysteem legt, op middellange en lange termijn’, en een ‘herziening van het het crisisbeheer met betrekking tot hitte en ozon’.
Dweilen met de kraan open
Een deel van de oorzaak is echter structureel: “de ziekenhuisinfrastructuur in ons land is behoorlijk verouderd. Deze gebouwen zijn echt niet aangepast aan de nieuwe omstandigheden, die we nu leren kennen”. Het Gentse UZ, bijvoorbeeld, heeft op veel plekken slechts enkel glas, een gebrek aan isolatie en een gebrek aan beschikbare koeling. “Er zijn gebouwen waar het gewoon binnen waait, en waar het veel te warm wordt. Ze proberen dan tussenoplossingen te zoeken, maar die zijn niet functioneel of bieden veel te weinig resultaat”. Bij de bouw van nieuwe infrastructuur probeert men er wel rekening mee te houden: “Men is daarvoor een stuk een inhaalbeweging aan het doen”. Het UZ Gent plant momenteel bijvoorbeeld een nieuw, beter uitgerust gebouw. Deze veranderingen gaan echter traag: “over negen jaar kunnen we beginnen verhuizen, als alles goed loopt.Tot dan zullen we het spijtig genoeg nog letterlijk en figuurlijk moeten uitzweten. Ondertussen doet men zijn best om het comfort van de werknemers te verbeteren, maar het is een beetje dweilen met de kraan open.”
“Er zijn gebouwen waar het gewoon binnen waait, en waar het veel te warm wordt. Ze proberen dan tussenoplossingen te zoeken, maar die zijn niet functioneel of bieden veel te weinig resultaat.”
Uit deze eerste gesprekken blijkt dat de zorg de voorbije jaren steeds vaker werd geconfronteerd met de gevolgen van klimaatverandering. Er is dan ook een groeiend bewustzijn dat we voorbereidingen moeten treffen voor een warmere toekomst, en er worden vandaag al maatregelen getroffen om de situatie draaglijk te houden. Maar het is ook duidelijk dat dit een ingewikkelde opdracht wordt, die we niet los kunnen zien van bestaande uitdagingen zoals personeelstekorten, structurele onderfinanciering en verouderde infrastructuur.
Het UZ Gent plant momenteel een nieuw, beter uitgerust gebouw. Deze veranderingen gaan echter traag: “over negen jaar kunnen we beginnen verhuizen, als alles goed loopt.Tot dan zullen we het spijtig genoeg nog letterlijk en figuurlijk moeten uitzweten. Ondertussen doet men zijn best om het comfort van de werknemers te verbeteren, maar het is een beetje dweilen met de kraan open.”
De komende maanden gaan we met nog tal van andere werkplekken in gesprek. We kijken daarbij zowel naar de concrete gevolgen, als naar de rol die overheden en de sociale partners kunnen spelen om de gevolgen van klimaatverandering leef- en werkbaar te houden.
Veel dank aan Dries Goedertier (ACOD) voor zijn ondersteuning bij de voorbereiding van dit artikel.
Anne Marie Correia & Yelter Bollen (Reset.Vlaanderen)
Bron: https://reset.vlaanderen/2021/03/25/te-warm-op-de-werkvloer-adaptatie-in-de-zorg/