PERSBERICHT 6 januari 2022 “HET VERTROUWEN IN VLAAMS MINISTER SOMERS GESCHONDEN” Aanleiding
Op 30 augustus 2021 neemt de raad voor maatschappelijk welzijn (RMW) van het OCMW van Oostende de beslissing om de thuiszorgdiensten van het OCMW te privatiseren en over te dragen aan de vzw i-mens. ACV Openbare Diensten en ACOD Lokale en Regionale Besturen tekenen tegen de beslissing van de RMW beroep aan bij de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen en het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) onder andere omdat de beslissing in strijd is met de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur en bovendien een schending inhoudt van het syndicaal statuut doordat er voorafgaand aan de beslissing met de vakbonden geen onderhandelingen werden gevoerd.
Beslissing van Vlaams minister Somers
De verbazing bij de vakbonden was groot dat het antwoord op de klacht niet kwam van ABB of van de gouverneur, wat gebruikelijk is, maar van het kabinet van Vlaams minister Somers (zie bijlage 1). Erger nog is dat in het antwoord niet werd verwezen naar de conclusies van ABB na het onderzoek van de klacht. De minister is in zijn antwoord van oordeel dat er geen redenen zijn om op te treden tegen de beslissing van de RMW van Oostende in het kader van het algemeen toezicht. De minister vindt zelfs dat het OCMW Oostende gepast inspeelt op de noden die zich op het terrein en de veranderingen in het zorglandschap voordoen. Dat alles, samen met een zeer gebrekkige juridische argumentatie, wekte bij de vakbonden argwaan op. Het volledige dossier werd dan ook in het kader van openbaarheid van bestuur bij ABB opgevraagd.
Hallucinante vaststelling
Uit het volledige dossier blijkt dat ABB de klacht zeer grondig heeft onderzocht en wel tot de conclusie komt dat de klacht van de vakbonden op de belangrijkste punten gegrond is. Er werd door ABB zelfs een ontwerp van ministerieel besluit opgemaakt en ter ondertekening voorgelegd aan de minister waarbij het besluit van de RMW wordt vernietigd (bijlage 2). Het vernietigingsbesluit laat niets aan de verbeelding over. De beslissing van de RMW van Oostende is op diverse punten onwettelijk. Minister Somers legt bijgevolg de conclusies van ABB volledig naast zich neer en keurt dus met andere woorden een onwettelijk genomen beslissing goed. De vakbonden zullen dan ook de beslissing van de minister aanvechten bij de Raad van State.
Privatisering en commercialisering van openbare dienstverlening als doel op zich?
De vakbonden van de openbare sector zijn sterk begaan met het algemeen belang en in het bijzonder met de openbare zorg, het welzijn en de sociale bescherming. Ze voeren al langer strijd tegen privatisering en commercialisering van maatschappelijke dienstverlening. Opnieuw moet vastgesteld worden dat afstoting, privatisering en commercialisering hier een doel op zich is en dat zelfs wettelijke bepalingen mogen genegeerd worden om de afstoting van openbare dienstverlening te realiseren.
Het vertrouwen in Vlaams minister Somers geschonden
Los van de politieke agenda waarbij afstoting, privatisering en commercialisering van openbare dienstverlening (zie bijvoorbeeld ook het voorstel van “privatiseringsdecreet”) in de hand worden gewerkt, stelt zich hier een ander groot probleem. Als minister van Binnenlands Bestuur moet hij erop toezien dat de lokale besturen de wettelijke bepalingen toepassen die het parlement of hijzelf hebben vastgelegd, zoals het decreet over het lokaal bestuur en de verschillende uitvoeringsbesluiten. Hij kan daarbij sanctionerend optreden. Met ABB, dat volledig onder zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid valt, beschikt hij over een sterke administratie die ook het juridisch onderzoek voert naar de wettelijkheid van bepaalde beslissingen.
Er mag minstens worden verwacht dat een minister zich houdt aan het wettelijk kader en geen beslissingen verdedigt of goedkeurt waarvan ABB zegt dat ze manifest in strijd zijn met de wet. Ook het feit dat er geen onderhandelingen werden gevoerd met de vakbonden voorafgaand aan de beslissing van de RMW van Oostende en die volgens ABB expliciet in strijd zijn met de bepalingen van het syndicaal statuut wordt door de minister genegeerd.
Dat uitgerekend een viceminister-president van de Vlaamse Regering, o.a. verantwoordelijk voor Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, het toezicht op en de naleving van de regels in de lokale en regionale besturen, de eigen regels overtreedt en hierbij zijn administratie overrulet is du jamais vu. De Vlaams minister begeeft zich op zeer glad ijs en zorgt ervoor dat er heel ernstige vragen kunnen worden gesteld over andere privatiseringsdossiers waarin hij niet wilde optreden en deze dus liet “passeren”. De vakbonden vragen zich af op welke manier er nog kan worden samengewerkt met de minister over andere dossiers, waarover volgens wettelijke procedures moet worden onderhandeld of overlegd, nu hij zelf het syndicaal statuut zo manifest aan zijn laars lapt. Het vertrouwen bij de vakbonden in minister Somers is dan ook volledig zoek. Het is ongezien en ongehoord dat een minister zo flagrant de wet naast zich neerlegt louter en alleen om zijn politieke agenda van afstoting van maatschappelijke dienstverlening en terugschroeven van sociale bescherming te realiseren.
Bijlagen: 1. Beslissing van Vlaams minister Somers van 25 november 2021 2. Ontwerp van ministerieel besluit tot vernietiging van de beslissing van de RMW van Oostende van 30 augustus 2021
ACV Openbare Diensten Christoph Vandenbulcke, nationaal secretaris ACV Openbare Diensten –CV
ACOD Lokale en Regionale Besturen Willy Van Den Berge, federaal secretaris ACOD LRB