Het EVV en het ABVV willen een socialer Europees Klimaatbeleid
In juni dit jaar werd de Europese klimaatwet aangenomen door de Europese Raad. Daarin staan twee belangrijke doelstellingen verankerd: tegen 2050 moet de Europese Unie klimaatneutraal zijn, en tegen 2030 moet de CO2-uitstoot met 55% teruggedrongen zijn tegenover 1990.
2030 is niet meer zo ver weg, en op 14 juli stelde de Europese Commissie al een pakket maatregelen voor om die doelstelling van 55% reductie van de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 te bereiken: het Fit for 55 package. De komende maanden/jaren zal over dit Fit for 55 pakket onderhandeld wordt tussen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de nationale lidstaten.
Bij de voorgestelde maatregelen vinden we onder meer, naast vele andere maatregelen:
- Een nieuw, apart emissiehandelssysteem (ETS) voor de sectoren verwarming van gebouwen en transport, waardoor ook in die sectoren producenten een prijs per ton CO2-uitstoot betaald zullen moeten worden. Het gevolg zal zijn dat verwarming en transport met fossiele brandstoffen duurder zullen worden voor de gezinnen en bedrijven.
- Een Sociaal Klimaatfonds dat bestaat uit een deel van de inkomsten van dat nieuwe ETS (25-50%), en waarmee lidstaten kwetsbare huishoudens en kwetsbare micro-ondernemingen kunnen beschermen tegen prijsstijgingen (via compensaties, renovatiesteun, goedkoper openbaar vervoer, …)
Op 8 en 9 december keurde het Europees Vakverbond (EVV) twee documenten goed, ter aanvulling op een eerdere positie over het hele Fit for 55 pakket. Het eerste document eist een juridisch framework voor een rechtvaardige transitie ter aanvulling van het Fit for 55 pakket. De klimaatmaatregelen kunnen immers belangrijke (positieve en negatieve) gevolgen hebben voor werknemers in verschillende sectoren. Daarom wil het EVV onder meer dat de gevolgen op vlak van werkgelegenheid en de nodige skills per land, regio en sector in kaart worden gebracht; dat er massaal publieke en private investeringen gemobiliseerd worden voor de rechtvaardige transitie; dat werknemers het recht op informatie en consultatie krijgen in de ontwikkeling van rechtvaardige-transitieplannen; dat landen een Strategie voor een Rechtvaardige Transitie moeten toevoegen aan hun Nationale Energie- en Klimaatplannen (NEKP); en dat de sociale bescherming en openbare diensten versterkt worden.
Het tweede document gaat over het nieuwe ETS voor gebouwen en transport, en het daaraan gelinkte Sociaal Klimaatfonds. Het EVV blijft zich verzetten tegen het nieuwe ETS, omdat het heel wat nadelen kent (regressieve verdelingseffecten, niet per se effectief in het terugdringen van de uitstoot, …). Wel is het EVV voorstander van een Sociaal Klimaatfonds, omdat het sowieso nodig is om te investeren in duurzame huisvesting en mobiliteit, zeker voor kwetsbare huishoudens. Daarom stelt het EVV voor om zo’n Sociaal Klimaatfonds op te richten en te spijzen met andere inkomstenbronnen dan de ETS-inkomsten.
Als de Europese beleidsmakers tóch zouden beslissen om zo’n nieuw ETS op te richten voor gebouwen en transport, wil het EVV een veel sterker Sociaal Klimaatfonds. Alle inkomsten uit het nieuwe ETS zouden naar het Fonds moeten gaan (plus andere inkomstenbronnen), er zou al geld moeten zijn om kwetsbare huishoudens te ondersteunen in de transitie minstens drie jaar vóór het nieuwe ETS van start gaat, en de activiteiten die gefinancierd worden door het Sociaal Klimaatfonds moeten additioneel zijn bovenop wat lidstaten vandaag al doen.
Het ABVV ondersteunt de ambitie om op alle niveaus een rechtvaardige transitie te institutionaliseren, en ijvert net als het EVV voor een Sociaal Klimaatfonds en tegen een nieuw ETS voor gebouwen en transport. We blijven erop hameren dat het klimaatbeleid zich moet voltrekken met planning, sterke openbare diensten, regulering en industrieel beleid, in plaats van met onrechtvaardige en ineffectieve marktmechanismen.
Sacha Dierckx
Dit artikel verscheen eerder in Echo, Publicatie van de Studiediensten van het ABVV, december 2021