Kan een bank overschrijvingen naar Cuba weigeren na uitspraak van Hof van Justitie van de EU?
25 01 22: Een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie zou wel eens de deur kunnen open zetten voor een rechtszaak tegen ING en BNP-Paribas-Fortis.
De feiten
Kort nadat de Verenigde Staten zich hadden teruggetrokken uit het nucleair Iran-verdrag, zegt het Duitse bedrijf Telekom Deutschland GmbH de samenwerking met Bank Melli Iran op. Deze bank is eigendom van de Iraanse overheid, reden waarom de VS de bank op de sanctielijst heeft gezet. Omdat de contractopzegging vrij onmiddellijk na de VS-beslissing viel, argumenteerde Bank Melli Iran dat de beslissing van Telekom Deutschland was ingegeven door de VS-sancties. Daarom dient de bank een klacht in bij een Duitse rechtbank. Aanklacht: het Duitse bedrijf schendt Artikel 5 van de EU-Verordening Blocking Statute dat EU-bedrijven verbiedt sanctiewetten van een derde land na te leven. Om een beslissing te kunnen nemen, vraagt de Duitse rechtbank dat het Hof van Justitie van de EU zich eerst over de kwestie uitspreekt. Dat is nu gebeurd.
Hof van Justitie legt motivatieplicht op
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 21 december 2021 een belangwekkende uitspraak gedaan. Het Hof bevestigt dat de Blocking Statute economische spelers verbiedt om sancties van een derde land op te volgen.
Het Hof van Justitie gaat ook dieper in op de motivatie van de maatregel van Telekom Deutschland. De Duitse wetten laten toe dat een bedrijf een contract zonder motivatie opschort. Het is aan de benadeelde partij om te bewijzen dat het bedrijf in de fout ging. Het EU-Hof van Justitie draait de redenering nu om. Het Hof van Justitie gaat niet zover om te stellen dat elke opschorting van een contract met duidelijke argumenten moet onderbouwd worden. Maar interessant ook in de context van Cuba is dat het Hof van Justitie het verband legt met de VS-sancties.
Het Hof stelt: als de benadeelde partij (Bank Melli Iran) een zwaar vermoeden heeft dat het contract werd stopzet om zo aan de VS-sanctiewetten tegemoet te komen, in dit geval valt de bewijslast bij het bedrijf dat het contract heeft opgezegd. Met andere woorden: als het bedrijf niet kan aantonen dat de beslissing om andere redenen dan de VS-sancties is genomen, is beslissing onwettig. Dit is nieuw.
Er is slechts één situatie waarbij het bedrijf aan deze motivatieplicht kan ontkomen. Het Blocking Statute voorziet namelijk de mogelijkheid dat een bedrijf aan de Europese Commissie een uitzonderingsstatuut aanvraagt, om ontheven te worden aan het verbod om sanctiewetten van een derde land na te leven. Voorwaarde is dat het bedrijf kan aantonen dat het anders zware economische schade zou oplopen. In de aangehaalde case, was Telekom Deutschland niet in deze situatie.
ING en BNP-Paribas-Fortis voor de rechter?
Is de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU over een case in Duitsland ook geldig in België?
Toegepast op België, kan een bank die een rekening opzegt van een organisatie die solidair is met Cuba, voor het gerecht uitgedaagd worden om die beslissing grondig te verantwoorden. Valt ook elke weigering om een transactie naar Cuba te weigeren onder dit arrest, dat vraagt meer juridisch onderzoek.
verder: Voor zover we weten heeft geen enkele Belgische bank een uitzonderingsstatuut bij de Europese Commissie aangevraagd. Hierover bevraagd door een journaliste van nieuwswebsite APACHE, bleef het overigens stil bij ING.
Alleszins opent deze recente rechtspraak perspectieven om de banken ING en BNP-Paribas-Fortis gerechtelijk uit te dagen. Spijtig genoeg is het opstarten van een juridische procedure een lange en dure aangelegenheid.