Zeer hoge winstmarges, maar lage lonen. Het tij moet keren.
Op basis van de loonnormwet voorspelt het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven een voor België ‘ongunstig’ loonverschil van 1,2% in 2022. Het keurslijf van de loonnormwet zal eerlijke loononderhandelingen begin volgend jaar dan ook verhinderen, ondanks de hoge winstmarges van bedrijven.
Volgens de cijfers van de Nationale Bank haalden Belgische ondernemingen nooit eerder zulke hoge winstmarges. Tijdens de laatste zeven jaar namen de winstmarges in België aanzienlijk toe: van 39% naar 42% in 2020. Deze stijging is beduidend hoger dan die van de buurlanden, waar de marges relatief stabiel zijn gebleven sinds 2014. In de eerste negen maanden van 2021, was de stijging van de winstmarges nog groter.
Samengevat betekent dit dat de gecreëerde meerwaarde niet doorstroomt naar de werknemers, van wie er tegenwoordig steeds meer niet rondkomen aan het einde van de maand. Het gevolg is dat de regering recent een aantal kortetermijnmaatregelen moest goedkeuren om de bevolking te wapenen tegen de stijgende levensduurte.
De steeds sterkere spanningen op de arbeidsmarkt doen de werknemers van dit land echter niet snakken naar de zoveelste eenmalige cheque. Wat ze echt nodig hebben, zijn betere brutolonen: die krikken het beschikbare inkomen op en dragen bij aan de financiering van de sociale zekerheid. Daarom moet de loonnormwet hervormd worden, zoals we vragen sinds 2017. Zonder een herziening van die wet zal de ruimte voor loonsverhoging in 2023 nihil zijn, wat elke onderhandeling voor een IPA verhindert. En zullen veel gezinnen en burgers het in hun dagelijkse leven nog moeilijker krijgen.