De oorlog in Oekraïne: reflecties van een vredesactivist
28 Februari 2022
Affiche van Käthe Kollwitz
Een crisis met een nucleair armageddon om de hoek
De Russische agressie-oorlog tegen Oekraïne beroert de gemoederen. De beelden van een volk dat zich verzet tegen de invallers in een ongelijke strijd doet de emoties hoog oplopen. Maar als politici en commentatoren zich door die emoties laten leiden in een conflict met potentieel desastreuze gevolgen, niet alleen in Oekraïne, maar voor heel Europa en de planeet, dan is dat alles behalve een goede zaak. Dirk Verhofstadt, broer van, tweette onlangs: “Geen getalm meer. De NATO moet ingrijpen in Oekraïne. Poetin moet gestopt worden. Hij is een massamoordenaar”. De verontwaardiging is begrijpelijk en terecht, maar zijn oproep is onverantwoord en roekeloos. De Russische militaire doctrine bepaalt dat kernwapens kunnen ingezet worden als het bestaan van Rusland in gevaar is. Stel dat de NAVO zou ingrijpen. Kunnen we er dan op vertrouwen dat Poetin, die we met zijn allen immers als onberekenbaar achten, in ultimo beroep doet op zijn nucleair arsenaal? Terwijl ik dit schrijf lees ik net dat Poetin verordend heeft om de kernwapens op scherp te zetten.
Hoe verzoen je het recht op verdediging tegen een aanval met het potentieel gevaar dat het verder opdrijven van de oorlog kan leiden tot een wederzijdse nucleaire vernietiging? Het is een dilemma met weinig keuze. De VS en Rusland beschikken samen over meer dan 11.000 Kernwapens. De Minuteman III, een ballistische raket in het VS-arsenaal, is 22 keer krachtiger dan de atoombom die Hiroshima vernietigde. De VS heeft ook Trident-raketten op duikboten, waarvan een aantal met 30 keer de kracht van de Hiroshimabom. Rusland beschikt over RS-20V (SS-18) met meer dan 73 keer het kilotonnage van de Hiroshimabom. Het inzetten van een fractie van die arsenalen is voldoende om het leven op deze planeet in gevaar te brengen. Het is goed om de politiek niet te reduceren tot wat gespierde tweets en goed na te denken over de consequenties van oproepen zoals die van Verhofstadt. Ik weet dat je daarmee geen antwoord geeft op hoe Oekraïners dan kunnen gesteund worden in hun verzet, maar ik weet wel dat de gevolgen vele malen het drama van Oekraïne kunnen overtreffen.
Had Oekraïne zijn kernwapens dan beter niet afgestaan na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie? Dan zou het nu niet zijn binnengevallen. Dat is wat je zo hier en daar hoort opwerpen. De Oekraïense ambassadeur in Berlijn dreigde er vorig jaar in april alvast mee dat het kernwapens wil, als het geen lid van de NAVO kan worden.
Los van het feit dat dit, gezien de instabiele geschiedenis van het land, niet alleen geen goed idee is, is het ook de verkeerde vraag. De vraag moet zijn, waarom er 52 jaar na het afsluiten van het non-proliferatieverdrag (NPV) überhaupt nog altijd 13.000 kernwapens wereldwijd staan opgesteld. In het NPV beloofden de kernwapenstaten dat ze in ruil voor niet-verspreiding van kernwapens naar andere landen, zullen onderhandelen over een verdrag dat kernwapens de wereld moet uit helpen. Daar is een halve eeuw later nog niets van in huis gekomen. Er is zelfs geen poging toe ondernomen. In de plaats daarvan zien de kernwapenstaten het verdrag vandaag als een monopolierecht op kernwapens en blijven ze investeren in het onderhoud en de modernisering ervan.
De vredesbeweging heeft altijd gezegd dat hoe langer we de volledige nucleaire ontwapening uitstellen hoe groter de kans wordt dat ze zullen worden ingezet. We zijn nu dicht bij dat momentum. Als Wit-Rusland zijn dreiging waarmaakt om het land als kernwapenvrijezone uit de grondwet te schrappen (ook in Wit-Rusland stonden kernwapens opgesteld ten tijde van de Sovjet-Unie) is de weg geopend om er nieuwe Russische kernwapens op te stellen. Het internationaal protest dat daarop zou volgen zal Moskou pareren door te stellen dat de VS ook kernwapens hebben opgesteld in België, Duitsland, Italië, Nederland en Turkije die binnenkort trouwens worden vernieuwd. En wellicht wordt dan de deur opengezet voor een nieuwe Eurorakettencrisis (cfr de geplande Russische vervanging van raketten eind de jaren ’70 door SS-20 en het NAVO-dubbelbesluit in 1979 met de ontplooiing van VS-Pershing II- en Kruisraketten in Europa) omdat de VS/NAVO kunnen reageren met het opstellen van nieuwe kernraketten. Terzijde: het democratisch debat over de aanwezigheid van VS-kernbommen in de genoemde ‘nuclear sharing’-landen is onbestaande, want officieel mogen bevolking, noch parlementairen weten dat ze er liggen.
Er is geen alternatief dan onderhandelen, maar dan echt onderhandelen
Wat is het alternatief? Wel op een verzekerde wederzijdse vernietiging is er geen alternatief dan te werken aan de-escalatie. Maar de politieke oren daarvoor zijn vooralsnog potdicht in beide kampen. Hoe moeilijk ook, de meeste conflicten worden uiteindelijk beslecht aan de onderhandelingstafel. Poetin heeft daar geen oren naar? Dat is moeilijk zeggen, maar vermoedelijk wil hij vooral geen gezichtsverlies lijden en reageert hij scherp op gepercipieerde vernederingen.
Laat ons eerst eens kijken naar de voorgeschiedenis, want de Russische protesten tegen de NAVO-politiek dateren al van voor Poetin. Al drie decennia lang van Gorbatsjov, over Jeltsin en vervolgens Poetin, reageert Moskou heftig op de uitbreidingen van de NAVO (je kan een uitgebreide bespreking van lezen in dit artikel dat dateert van voor de Russische oorlog tegen Oekraïne, die ook voor mij verrassend grootschalig is opgezet, ttz gericht tegen heel Oekraïne en niet alleen het oosten). De ‘open deur’-politiek van de NAVO was van meet af aan een serieuze doorn in het oog van het Kremlin. Een uitbreidende militaire alliantie die Rusland de jongste jaren omschrijft als een strategische rivaal, met een lange gedeelde grens is iets dat in Rusland gepercipieerd wordt als een inbreuk op de veiligheidsbelangen. Legitiem of niet, maar de VS zouden een pact tussen Rusland of China en een of meerdere Latijns-Amerikaanse landen, evenzeer als een inbreuk op de veiligheidsbelangen zien. Ik denk niet dat Washington zou tolereren dat er Russische of Chinese militaire basissen en marineschepen de VS-grenzen zouden bedreigen.
Tegen de wil in van landen als Frankrijk, Duitsland en België werd de NAVO-deur in 2008 opengezet voor Oekraïne en Georgië, waarover Rusland altijd heeft verklaard dat het om een ‘rode lijn’ gaat. Rusland stelde midden december vorig jaar twee documenten voor om tegemoet te komen aan deze en andere veiligheidsgaranties. Maar de VS reageerde met de arrogantie van een grootmacht die zichzelf nog altijd als de overwinnaar van de Koude Oorlog ziet met een mentaliteit van ‘the winner takes it all’. De VS is een militaire supermacht met 800 militaire basissen verspreid langs strategische routes en grondstoffenrijke gebieden. Het is onvermijdelijk dat de VS daar in contact komt met andere ambitieuze grootmachten, het opkomende China in de eerste plaats. Maar dat is een ander lang verhaal waar we het nu niet over kunnen hebben, maar waar een hele problematiek aan vasthangt die ik hier beschrijf.
Een oorlog die had kunnen vermeden worden, mogen we dat nog zeggen?
Terug naar de kwestie van de onderhandelingstafel. Met Poetin valt niet te onderhandelen, de diplomatie heeft gefaald en het heeft er Rusland niet van weerhouden om Oekraïne binnen te vallen. De eerste vraag is: was het wel diplomatie? De Russische voorstellen werden weggehoond of niet ernstig genomen, net wat je best niet doet met een leider die niet graag vernederd wordt. Het lijkt erop dat het niet echt een constructieve diplomatie, omdat het Westen amper bereid leek om over het Russische verlanglijstje te onderhandelen en natuurlijk ook omdat Rusland het been stijf hield. Achteraf zullen we lezen dat er veel politieke fouten zijn gemaakt, in beide kampen. Immers, om tal van redenen waren en zijn de meeste NAVO-leden er helemaal niet happig op om Oekraïne in het militair bondgenootschap op te nemen. Vorige zomer zei Biden daarover ‘that school is out’. Een Britse diplomaat verwoordde het zo: “Een aantal leden heeft weinig zin om een open conflict te erven, wat de NAVO zou doen als Oekraïne lid zou worden”. Omgekeerd, aan Russische kant had at geïnterpreteerd moeten worden als een tijdelijk moratorium op uitbreiding met Oekraïne, maar dat deed Moskou niet, vasthoudend aan een principiële op papier vastgelegde verklaring dat de NAVO niet verder zou uitbreiden. Het ziet ernaar uit dat de hele crisis onnodig is geëscaleerd omwille van diplomatiek haantjesgedrag. Wat had de houding van de VS/NAVO kunnen zijn? Gezien er sowieso weinig appetijt heerste bij de NAVO-leden om Oekraïne op te nemen, was het een kleintje om dat in een officieel standpunt te gieten richting Rusland, zoals bijvoorbeeld een langdurig moratorium op lidmaatschap. Dat had goodwill kunnen creëren om ook rond andere hete hangijzers (het interne conflict in Oekraïne en de Minsk-akkoorden, opgestelde wapensystemen, troepenontplooiingen…) wederzijdse win-win-deals te creëren. Van een dergelijke constructieve diplomatie was er weinig sprake. In transatlantische kringen was men niet bereid om een ‘knieval’ voor Rusland te doen en koos men ervoor om de risico’s van een dergelijke houding te aanvaarden.
Met de daarnet gemaakte analyse krijgt de vredesbeweging het verwijt dat ze de Russische oorlog op een gelijk niveau plaatst met de verantwoordelijkheid van de NAVO in het mee helpen creëren van de condities tot escalatie. In één adem wordt kritiek op de NAVO-politiek afgedaan als steun voor het Rusland van Poetin. Dergelijke verwijten zijn intellectueel oneerlijk en reduceren complexe internationale relaties tot zwart-wit dichotomieën en twitter oneliners. Als politici even de moeite doen om de geschiedenisboeken deftig te raadplegen over de periode na de Koude Oorlog, dan zullen ze moeten vaststellen dat er heel wat gezaghebbende stemmen – academisch, diplomatiek en politiek – waren die waarschuwden voor de gevolgen van uitbreiding en zelf spraken over legitieme Russische veiligheidsbelangen. George Kennan, de Amerikaanse architect van de naoorlogse ‘indammingspolitiek’ tegen de Sovjet-Unie, waarschuwde in 1997 met profetisch woorden: ”Ik denk dat [de uitbreiding van de NAVO naar het Oosten] het begin betekent van een nieuwe Koude Oorlog, misschien wel eindigend in een hete [oorlog]… Ik denk dat de Russen langzamerhand averechts zullen reageren en dat het hun beleid zal beïnvloeden… Het zal de nationalistische, antiwesterse en militaristische tendensen in de Russische publieke opinie aanwakkeren… Ik denk dat het om een tragische fout gaat.” En hij was lang niet de enige.
Met andere woorden, de mogelijke gevaren van uitbreiding waren alom bekend. Het is dan ook meer dan legitiem om de vraag te stellen waarom de VS (in de eerste plaats) de NAVO-uitbreiding dan toch heeft doorgezet? Dat is een debat op zich, maar die kan misschien indirect kort worden beantwoord met de woorden van Lord Ismay, de eerste NAVO-secretaris-generaal van de NAVO aan het begin van de Koude Oorlog: “to keep the Russians out, the Americans in and the Germans down.
Velen vinden deze kwestie in het licht van de huidige oorlog in Oekraïne niet opportuun. De geschiedenis is wat ze is. Nu zijn de Russen de oorlog begonnen en moeten we ze een halt toeroepen. Klopt, maar het probleem is dat er niet uit geleerd wordt zodat er in de nabije toekomst een andere aanpak komt. Deze oorlog was niet alleen vermijdbaar als tegemoet zou zijn gekomen aan de veiligheidsbekommernissen van Rusland, vermoedelijk kan er ook een einde komen aan het geweld. De reactie luidt dan: “maar we onderhandelen toch niet met een brutale autocraat, een onberekenbare oligarch?” Wel ik denk dat het nog altijd beter is om te onderhandelen met zo’n onberekenbare autocraat dan er oorlog mee te voeren. Of we het nu graag hebben of niet, we kiezen niet met wie we onderhandelen, maar we kunnen wel keuzes maken in die onderhandelingen die wegen openen om tot een noodzakelijke stopzetting van de oorlog en de-escalatie te komen.
Wapens voor Oekraïne
Dat brengt me bij de kwestie van de wapenleveringen, een moeilijke kwestie omdat het ons opnieuw voor dat dilemma plaatst van recht op verdediging enerzijds en het verder laten escaleren van het conflict anderzijds. Samen met de kleine maar actieve Oekraïense vredesbeweging stellen we met de Belgische vredesbeweging, hoe groot het eerder gestelde dilemma ook is, dat het sturen van wapens naar Oekraïne geen goed idee is. De vredesbeweging heeft nooit gevraagd om een conflict aan te pakken door een van de partijen te bewapenen. Zij die nu beslissen om wapens te leveren hebben zo’n besluit overigens nooit genomen zodat de Palestijnen zich zouden kunnen verdedigen tegen de Israëlische bezettingsmacht, een koloniale Apartheidsstaat die tot de tanden is bewapend. Toen de VS Irak in 2003 aanvielen met het gelogen argument van Iraakse massavernietigingswapens, zonder een VN-mandaat – wat dus een agressie-oorlog is en een inbreuk op het VN-Handvest – heb ik niemand horen roepen dat we de Irakezen moeten bewapenen. Idem voor Vietnam, Cambodja,…en ga het rijtje maar af. Meer nog, westerse landen bewapenen agressors en maken zich zo medeplichtig aan het doden van onschuldige slachtoffers. Saoedi-Arabië voert al sinds 2015 oorlog in Jemen en doet dat met massaal verkochte wapens die het heeft aangeschaft in de Europese Unie (het is de belangrijkste klant) en de VS. Israël krijgt elk jaar 4 miljard militaire steun uit de VS ook al is Israël een bezettingsmacht die tal van VN-resoluties overtreedt.
Blijft nog de vraag wat er met die wapens die we massaal aan Oekraïne leveren zal gebeuren. Voor de Russische invasie leverde de VS alleen al voor enkele miljarden aan oorlogsmaterieel. Turkije leverde Drones, het Verenigd Koninkrijk investeerde in de maritieme capaciteit van het land, naast wapenleveringen door andere NAVO-landen. Het ontlokte professor David Criekemans van de Universiteit in Antwerpen afgelopen week de bedenking dat het Rusland met zijn invasie van Oekraïne wel eens tot een “preemptive strike’ zou hebben bewogen. Voor Rusland werd de wapenleveringen gezien als een voorbereiding op een offensief tegen de opstandige regio’s van Luhansk en Donetsk. Moskou misbruikte ze als bijkomend argument om het land binnen te vallen.
Wapens leveren is niet zonder gevaren, omdat in Oekraïne extreemrechtse milities zich de jongste weken uitermate actief tonen met trainingskampen in een 20-tal steden. Een van deze milities is de Azov-brigade die het neonazistische Wolfsangel symbool draagt. Azov speelde een belangrijke rol in de strijd om Mariupol (Oost-Oekraïne, 2014), dat de organisatie veel aanzien gaf, waarna ze opgenomen werd in de Nationale Garde van Oekraïne. Right Sector is een andere extreemrechtse militie met enkele duizenden gewapende troepen in de rangen. Volgens een doctoraal onderzoek kregen ze de steun van duizenden buitenlandse neonazi’s. Dat gebeurde overigens ook aan de andere kant van de frontlijn. Gezien hun inzet en integratie in de reguliere strijdmachten komen de wapens ook bij hen terecht. Dat doet denken aan de bewapening van ‘gematigde’ Syrische strijders door Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk nadat de Europese Unie het wapenembargo tegen het land eenzijdig ophief. Later bleek dat die gematigde strijders de rangen van de Islamitische Staat vervoegden.
Media van waakhonden naar schoothonden
Tot slot is er de rol van de media. We zijn het er met zijn allen – of toch bijna allen – over eens dat Rusland intens gebruik maakt van propagandatechnieken. De rol van de neonazi’s in de strijd wordt door Rusland uitvergroot als een belangrijke legitimatie om Oekraïne binnen te vallen. Rusland overwaardeert hun rol voor propagandadoeleinden en doet alsof Kiev onder hun controle staat. Ze speelden inderdaad een belangrijke rol in de ‘Maidancoup’. Svoboda, de fascistische ‘Vrijheidspartij’, bevolkte de daaropvolgende overgangsregering van 2014 met 4 van de 20 ministers. Maar daarna deemsterden ze electoraal weg en vielen ze onder de kiesdrempel.
In het Westen klopt men zich nogal graag op de borst dat we gelukkig over een vrije pers beschikken. In werkelijkheid wordt het debat over Rusland en Oekraïne verengd tot wat – ongeschreven – aanvaardbare opinies worden geacht. De afgelopen weken konden we zien hoe vooral experts aan het woord kwamen die behoorlijk meegingen in de oorlogsretoriek en alles behalve een de-escalerende toon aansloegen. De historische verantwoordelijkheden van het ‘eigen kamp’ werden onderbelicht en ze gaven graag een platform aan alarmerende berichten over de ondergefinancierde slechte staat van de Europese militaire capaciteiten (die nochtans in absolute middelen 6 keer het militaire budget vertegenwoordigen van Rusland). De vredesbeweging die al tweemaal op straat kwam en duidelijke standpunten vertolkte over de aard, verantwoordelijkheden en aanpak van de crisis met onder meer een duidelijk pleidooi om rekening te houden met de Russische veiligheidsbekommernissen werd ofwel genegeerd of gediscrediteerd als pro-Poetin. Er heerst een opgezweept sfeer van intimidatie tegen die stemmen die een ander geluid laten horen. De Morgen pakte uit met het hoefijzermodel waarbij de ‘extreme’ partijen elkaar in de uiteinden weer raken in hun veronderstelde pro-Russische houding. De linkse PVDA wordt in dat model op gelijke voet geplaatst met het racistische Vlaams belang dat autoritaire leiders in overeenstemming met de ideologie inderdaad graag omarmt. Nochtans steunt de PVDA heel expliciet het standpunt van de vredesbeweging die de Russische invasie van Oekraïne duidelijk veroordeelt. De meeste media kunnen het blijkbaar niet smaken dat er kritiek wordt geuit op de expansionistische NAVO die zich in de periode na de Koude Oorlog ook niet erg vredelievend heeft gedragen en een confrontatiekoers is gaan varen met de ‘systemische rivalen’ Rusland en China. Dat de NAVO verantwoordelijk is voor moordende luchtaanvallen op Servië zonder toestemming van de Verenigde Naties, vervolgens een marionettenregering in Afghanistan ten koste van tienduizenden mensenlevens 20 jaar lang in het zadel hield en in Libië het VN-mandaat veranderde in luchtsteun aan de rebellen om het land in chaos achter te laten, wordt niet aan het papier van de lezer toevertrouwd. De Morgen verleende onlangs het woord aan Jamie Shea, de woordvoerder van de NAVO tijdens de oorlog om Kosovo, die een hele pagina lang zijn visie mocht geven op de crisis in Oekraïne, zonder ook maar even te herinneren aan zijn rol als NAVO-spreekbuis, zeg maar propagandist, tijdens die maandenlange durende oorlog.
Diezelfde De Morgen verstond het zelfs om de volgende kop te plaatsen boven een artikel dat nochtans veel genuanceerder was: “Van PVDA tot Vlaams Belang. De bondgenoten van Poetin in het parlement: wat hebben die extremen toch met Rusland?”. De framing is van een dichotomisch simplisme: als je kritiek uitoefent op de NAVO omwille van haar verantwoordelijkheid in het ontstaan van de huidige crisis ben je pro-Poetin. Er is geen ruimte voor de soms complexe lange voorgeschiedenis die aan het conflict vooruitgaat. Ondertussen wordt de Oekraïnecrisis dankbaar aangegrepen om een sterke stijging van het militair budget met gecumuleerd 14 miljard euro extra tegen 2030 door te duwen. Debat: nul. Wie tegen is wordt verketterd als onverantwoord of gewoon doodgezwegen. De verdedigers van de stijging van het militair budget, die bijna allemaal deel uitmaken van het ‘militair industrieel complex’ (een term die van Eisenhower afkomstig is om te waarschuwen voor de invloed ervan), krijgen een ruim platform om te poneren dat het leger op ‘zijn tandvlees’ zit. Het zit alleen maar op zijn tandvlees omdat ervoor gekozen is geen defensieleger, maar ook een interventieleger te zijn. Tot voor enkele jaren vonden velen het in Europa niet vanzelfsprekend om de door de NAVO geëiste 2 % van het BBP te besteden aan het militaire apparaat. Verkoop dat maar eens aan de publieke opinie die met een pandemie, een klimaatcrisis, armoede en een energiecrisis opgescheept zit. Maar sinds de Oekraïnecrisis – nogmaals, die vermeden kon worden – is geëscaleerd ziet het ernaar uit dat de militaire budgetten zonder enige discussie verder de pan zullen uitswingen. Duitsland kondigde zopas 100 miljard aan investeringen aan in het militaire apparaat en zal voortaan zelfs meer dan 2% van het BBP aan militaire uitgaven besteden. Tot voor kort was dat gewoon ondenkbaar. Maar geen denken aan dat ik de vraag mag opwerpen of er misschien een andere agenda achter zit? Een die de militaire industrie die een bewezen grote invloed heeft op de Europese besluitvorming, op de wenken bedient? Geen denken aan want dat politiek ongepast in dergelijke crisistijden en te complotterig.
Het staat in de sterren geschreven dat andere landen zullen volgen. België heeft immers het ‘gemiddelde van de niet-nucleaire staten’ als maatstaf genomen. De vorige regering heeft al 9,2 miljard investeringen in een programmawet gegoten, onder meer voor de aankoop van de F-35 gevechtsvliegtuigen, de huidige Vivaldi-coalitie doet daar 10 miljard investeringen in oorlogsmaterieel bij en nu al doemen er stemmen op om daar nog een schep bovenop te doen. Een debat daarover is onmogelijk. Wie het aandurft wordt met pek en veren overladen.
Het doet denken aan de periode voor het uitbreken van de eerste Wereldoorlog toen een paar moedige volksvertegenwoordigers in Duitsland en Frankrijk werden weggezet als landverraders omdat ze weigerden de oorlogskredieten te stemmen voor een oorlog van de elite met arbeiders als kanonnenvoer. Toen Karl Liebknecht zijn brochure uitbracht ‘militarisme en antimilitarisme’ kreeg hij 18 maanden gevangenisstraf wegens hoogverraad. Nadat hij in 1914 als volksvertegenwoordiger de oorlogskredieten weigerde te stemmen werd hij uit de Rijksdag gezet en gedwongen het leger ingelijfd. Hij zou zijn antimilitarisme en sociale strijd uiteindelijk in 1919 met zijn leven bekopen. In Frankrijk moest ook Jean Jaurès zijn anti-oorlogshouding nog voor het uitbreken van de oorlog bekopen met zijn leven. In de opgeklopte sfeer aan de vooravond van de oorlog, meldden jonge mannen zich in grote getale om aan het front te gaan vechten, toegejuicht door een uitgelaten menigte, opgezweept door aanhoudende oorlogspropaganda. Vandaag loopt het zo’n vaart niet, maar de mechanismen zijn niet veel anders.
Oekraïne in de electorale strijd
Politieke partijen lijken zich nu te hebben begeven in een beschamend electoraal spel rond de crisis in Oekraïne. Op 25 februari stuurde Vooruit-voorzitter Conner Rousseau een tweet de wereld in met een beeld met opschrift: “PVDA weigert de gruwelijke daden van Poetin te veroordelen.” Rousseau, die zich tot voor kort ver weg hield van de internationale politiek, zag zijn kans schoon om harten te veroveren van een potentieel PVDA-electoraat met een Trumpiaanse tweet. Zoals eerder gesteld, veroordeelde de PVDA nochtans ondubbelzinnig de Russische oorlog, maar was het niet eens met de volledige resolutie waarin het onder meer ook ging over sancties. Dat is legitiem als het om sancties gaat die de nu al verpauperde burgerbevolking in Rusland treffen. Je kan het daar niet mee eens zijn, maar dat is zeker niet zoals Rousseau het bestempelde “choquerend. Antisociaal. Antidemocratisch”. Dat is populisme van het laagste niveau, intellectueel oneerlijk, maar in dit hysterisch klimaat met een pers op zijn hand, passeert het zonder problemen. Ook andere partijen deden hun duit in het zakje. En zo kregen we afgelopen week een schouwspel dat meer draaide om politiek gewin dan om het ledigen van de noden van een hulpbehoevende bevolking.
Karl Liebknecht beschrijft in zijn redevoeringen en geschriften uitvoerig over hoe media en politiek een atmosfeer creëerden die kritische stemmen de mond moest snoeren. Hij citeert Bismarck die de (toen nog linkse) sociaaldemocratie als een ‘militair’ te behandelen probleem omschreef en de pers toen ook grotendeels op zijn hand had. De Kreuz-zeitung, een gezaghebbende krant die de militaire, politieke en economische elite tot zijn lezers mocht tellen, schreef: de sociaaldemocratie is “gevaarlijker dan de buitenlandse (vijand), omdat ze de zielen van het volk vergiftigt en ons de wapens uit de handen slaat, noch voor we ze hebben opgenomen”. Een andere tijdperk, maar met op elkaar gelijkende politieke rituelen om kritische stemmen te discrediteren en te verketteren.