Als kunstenaars en hun werk worden herleid tot pure commercie is er uiteraard een probleem. Afgaand op de foto’s van de tentoonstelling is er alvast niets dat me kan beroeren en iets doen begrijpen over de harde en tegelijk passionele wereld van Frida Kahlo. Dat kan wellicht alleen in het ‘Blauwe Huis’ in Mexico Stad, waar ze heeft geleefd en heeft gewerkt, het kan alleen als je iets begrijpt van het Mexico van vóór de tweede wereldoorlog, als je iets begrijpt van de Mexicaanse revolutie en van haar man, Diego Rivera.

Het werk van Frida Kahlo dwingt bewondering af, maar de strijd om het intellectuele eigendomsrecht van de vele poppetjes en tassen en kopjes, oorringen en portemonnees is voorlopig beslecht in het voordeel van een Panamese firma: Frida Kahlo Corporation, neen, men schaamt zich niet. Aan het hoofd van dit bedrijf staat Carlos Dorado, veelvuldig vernoemd in de Panama Papers. Vanaf nu kan ook Mattel zijn Barbie Frida-pop probleemloos verkopen.

In 2005 had Isolda Pineda Kahlo, dochter van Frida’s zus de rechten verkocht. Dat werd echter aangevochten door haar dochter en kleindochter die het pleit voorlopig verloren. Frida is nu een ‘merk’ in handen van een privé-bedrijf dat er behoorlijk winst mee maakt. Zijzelf én haar socialistische minnaars moeten zich omdraaien in hun graf.

Voor het plastische werk van de kunstenares had Diego Rivera gelukkig een trust in het leven geroepen. De rechten op haar werk gaan naar het onderhoud van het Blauwe Huis en naar Diego’s adembenemend museum Anahuacalli.

Op de website van Frida Kahlo Corporations wordt ook een lekker wijntje aangeboden, een cabernet sauvignon. Wie bedenkt het, dit zijn beslist ‘westerse waarden en normen’…