Gent stuurt initiatief 'Recht op Protest' met kluitje in het riet
Vandaag boog de Gentse gemeenteraad zich over het burgerinitiatief 'recht op protest' van vakbonden en een dertigtal middenveldorganisaties. Het initiatief vroeg een verandering van de politieverordening omdat die volgens de initiatiefnemers belemmeringen bevat op het betogingsrecht (het ‘recht op vergaderen’).
Om in Gent een betoging te organiseren moeten actievoerders in principe een maand op voorhand een aanvraag indienen bij de burgemeester die vervolgens toelating moet verlenen. Van de aanvraagtermijn kan worden afgeweken in geval van 'overmacht', zonder dat daar criteria voor bestaan. Inbreuken kunnen, aldus het reglement, beboet worden met het maximumbedrag van 350 euro. Dat was ook de aanleiding voor het initiatief. Drie maanden na een symbolische vakbondsactie op 8 september 2020 tegen de omstandigheden waarin werknemers in de coronaperiode moest werken, kregen de initiatiefnemers een GAS-boete van 350 euro in de bus omdat ze geen toestemming hadden gekregen voor de actie. Het is voor spoedacties nogal absurd om daar, als je het politiereglement letterlijk neemt, een termijn van 1 maand over te laten verstrijken. Dat is ook zo voor acties tegen homofoob of racistisch geweld, tegen verkeersonveiligheid of een oorlog die uitbreekt - om enkele voorbeelden te noemen - waarbij burgers onmiddellijk willen reageren.
Het burgerinitiatief vroeg de plicht om toelating te verkrijgen te veranderen in een meldingsplicht met een termijn van 24 uur (zoals dat in Amsterdam het geval is) in plaats van 1 maand en een loskoppeling van sanctionering.
Sociale acties behoren tot de fundamenten van een levende democratie. De geschiedenis toont dat protestacties van vakbonden, vrouwenorganisaties, milieu en -vredesbewegingen noodzakelijk zijn om het beleid bij te sturen. Zonder die acties zouden sociale wantoestanden, onrechtvaardigheid, milieuvervuiling en geweld ongemoeid worden gelaten. Ze zijn dus noodzakelijk in onze democratie en helpen bijdragen aan welvaart en welzijn. Daarom horen politieke overheden de voorwaarden te scheppen om ze zo sterk mogelijk te helpen garanderen en ze bijgevolg zeker niet belemmeren of sanctioneren als een vorm van openbare overlast.
Het resultaat van de discussie in de gemeenteraad, bijgewoond door een dertigtal leden van het initiatief, was ontgoochelend. Nadat ondergetekende en Thomas Saedelaere (ABVV) eerst nog eens de argumenten van het initiatief uiteenzetten voor een noodzakelijke aanpassing van het politiereglement, reageerde de burgemeester met veel lof op het belang van het initiatief om het vervolgens volledig te verwerpen. De burgemeester - en enkele fracties - schermden met artikel 26 van de grondwet dat weliswaar vrijheid van vergaderen garandeert, maar beperkingen oplegt aan dat recht in de openbare ruimte. Volgens de burgemeester impliceerde dat, dat een toestemming vereist is om daarvan gebruik te maken, wat onzin is. De grondwet verwijst naar ‘politiewetten’ die in de praktijk door de gemeente worden gemaakt en de vrijheid hebben om van toestemmingsplicht, een meldingsplicht te maken, of zelfs helemaal niets.
Ook het internationaal recht is kritisch voor dergelijke opgelegde beperkingen. In 2020 gaf het VN-Comité voor de mensenrechten een officiële commentaar op de interpretatie van artikel 21 van het Internationaal Verdrag voor Burgerlijke en Politieke Rechten (IVBPR), dat gaat over het recht op vergaderen. Het VN-comité stelt onomwonden dat een systeem van voorafgaande toelating nooit verenigbaar is met het IVBPR aangezien “[h]et moeten vragen van toestemming aan de autoriteiten het idee ondermijnt dat vreedzame vergadering een grondrecht is”
Het VN Comité stelt verder dat het gebrek aan melding niet mag leiden tot sancties, zoals een boete en dat de termijn van melding weliswaar kan variëren, maar niet excessief lang mag zijn.
Sowieso geeft een meldingsplicht aan de burgemeester nog altijd de mogelijkheid om een actie niet te laten doorgaan in het belang van de openbare orde. Meldingsplicht is dus geen absolute vrijgeleide voor het houden van sociale acties.
Een ander argument van de burgemeester was dat in deze ‘rebelse stad’ de praktijk anders is dan het reglement, dat acties en betogingen, ook bij het niet respecteren van de termijn, in goed overleg met bestuur en politiediensten, doorgaans toch kunnen plaatsvinden. Maar dat opent natuurlijk de deur voor willekeur. Want soms krijgen acties wel degelijk een GAS-boete. Bovendien, de huidige 'goodwill' is geen garantie voor de gedragingen van toekomstige besturen of politiediensten. Met goodwill koop je niets, met rechtszekerheid wel.
Het stadsbestuur deed een kleine geste, namelijk de termijn van de aanvraag terugbrengen naar 3 weken. Een kluitje in het riet... daar waren de initiatiefnemers het unaniem over eens.
(zie hier mijn tussenkomst in de gemeenteraad namens het initiatief 'Recht op protest')
PS LEF maakt deel uit van het samenwerkingsverband dat aan de basis van dit burgerinitiatief lag. Op enkele weken tijd werden 1300 handtekeningen van Gentenaars ingezameld, waarvoor onze woordvoerders het recht kregen om op de gemeenteraad gehoord te worden. Met een 50-tal actievoerders verzamelden wij aan het Stadhuis voor de zitting van de gemeenteraad en konden wij het debat volgen in de publiekstribune.
Onze reporter supporter was erbij en maakte enkele foto’s. zie https://photos.app.goo.gl/irNF4F91MNjRYgvh8
Bron: https://vrede.be/nl/nieuws/gent-stuuOrt-initiatief-recht-op-protest-met-kluitje-het-riet