De kracht van een gedragen klimaatplan
De klimaatuitdagingen zijn groot, maar dat zijn ook onze ambities. In de herfst pakken we uit met een klimaatplan dat duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid combineert. Samen met onze leden, experts en sociale professionals gingen we op zoek naar nieuwe ideeën. Yelter Bollen, onze beleidsexpert klimaat, blikt terug op die wisselwerking en vertelt hoe inzichten van sociale organisaties, vakbonden en de milieubeweging onze oplossingen in het plan sterker maken.
Hoe kunnen we de uitstoot van broeikasgassen in de industrie, gebouwen, transport, landbouw en voeding drastisch terugdringen tegen 2030? Hoe wapenen we onze leefomgeving en natuur beter tegen droogte en overstromingen? Maar ook en vooral: hoe financieren we dit alles op een sociaal en rechtvaardige manier? Begin juni gingen we met een twintigtal organisaties uit het brede middenveld in gesprek over deze vragen. Doel: tegen de herfst klaar staan met een gedragen klimaatplan om politici op zowel Europees, nationaal en Vlaams niveau de (juiste) weg te wijzen.
Blik verruimen
Waarom is het voor Bond Beter Leefmilieu zo belangrijk om niet enkel leden maar ook sociale organisaties bij dit klimaatplan te betrekken?
Yelter: We zijn de laatste tijd binnen onze verschillende thema’s sterk bezig met die sociale transitie, maar merken dat we niet over alles de juiste kennis of ervaring in huis hebben. Zo weten we bijvoorbeeld op vlak van wonen wel dat 40 procent van de huishoudens de financiële middelen niet heeft om hun woning energiezuinig te maken, maar kennen we andere praktische of financiële drempels nog onvoldoende. Ook weten we dat er in de industrie een ingrijpende transformatie zal moeten plaatsvinden, maar zijn we onvoldoende experts op vlak van de gevolgen hiervan voor werknemers, of hoe je hen kan begeleiden.
Armoedeorganisaties, vakbonden en andere sociale bewegingen hebben die expertise wel. We wilden deze gelegenheid aangrijpen om samen met hen te werken aan concrete beleidsvoorstellen. Houden we voldoende rekening met de leefwereld van mensen in armoede en met werknemers wiens job er binnen zoveel jaar misschien totaal anders zal uitzien? Leggen we de juiste accenten? Hanteren we een goede toon? Zien we praktische of financiële zaken over het hoofd? Enkel door onze ideeën te voeden met de expertise, terreinkennis en ervaring van andere (sociale) partners zullen we er in slagen om de juiste prioriteiten te leggen en keuzes te maken.
Botsen op de praktijk
Welke verrassende zaken kwamen er uit de gesprekken naar boven? Tot welke nieuwe inzichten zijn jullie gekomen?
Yelter: Wat me sterk opviel is dat onze visies en eisen in theorie vaak sterk overlappen. Denk bijvoorbeeld aan energierenovaties die de factuur helpen drukken, of het belang van beter en betaalbaar openbaar vervoer. Ook in de industriële transitie heeft iedereen baat bij een beleid dat vooruitblikt, plant en ondersteunt. Alleen botsen we op praktische problemen als we die gedeelde agenda willen uitvoeren. Of zien we ongelijkheidseffecten opduiken die niet zomaar met het klimaatbeleid op te lossen zijn.
Zo moet je bij grootschalige renovatieplannen rekening houden met de enorme noden die er nu al zijn op de woningmarkt, er zijn vandaag veel mensen wiens eerste zorg noodgedwongen ligt bij het aanpakken van schimmels of elektrocutiegevaar, en niet bij diepe energierenovaties . Of moeten we bij het idee van een kilometerheffing de arbeider of verpleegkundige niet vergeten die door een gebrek aan openbaar vervoer geen andere keus heeft dan voor een nachtshift de auto te nemen.
Hoe vertalen al die inzichten zich concreet in het klimaatplan?
Yelter: Enerzijds zit je dus met heel veel domeinen waar deze agenda's samenvallen. Daarnaast heb je gebieden waar dat niet per sé zo is, maar waar je volgens ons de asociale gevolgen wel kan corrigeren. Tot slot heb je soms ook sociale gevolgen die je niet zomaar kan opvangen via het milieubeleid zelf. Dat wijst op het belang van een algemeen sociaal beleid, denk aan rechtvaardige fiscaliteit, voldoende sociale woningen of een sterke sociale zekerheid. Hoe gelijker de verdeling van inkomens, vermogen en (dus) draagkracht, des te eerlijker de uitkomsten van zowel ons klimaatbeleid, als van de klimaatschade die ons te wachten staat.
Dat klinkt misschien nogal abstract, maar we proberen het zo concreet mogelijk te maken in de hoofdstukken erna, die gaan over alles van energie tot landbouw. Daar komen we met tal van voorstellen, bijvoorbeeld rond sociale woningbouw, betaalbare basismobiliteit, circulaire tewerkstelling of rechtvaardige energietarieven.
Samen sterker
Wat zijn de volgende stappen? En welke rol krijgt het brede werkveld daar nog bij?
Yelter: We kregen heel wat feedback, zowel uit sociale als uit milieuhoek. Deze input gaan we nu met BBL verwerken in de teksten, om vervolgens na de zomer ons plan te presenteren. Daar gaan we dan mee de boer op tijdens wat een heet klimaatnajaar belooft te worden. We gaan campagne voeren rond de aanpassing van het Nationaal Energie- en Klimaatplan, en onze stem laten horen op het stakeholdersoverleg van de federale en vlaamse overheden. We zijn ook weer present tijdens de internationale klimaattop (COP27) in november. Ik hoop dat we zoveel mogelijk een gezamenlijke boodschap kunnen uitdragen met de partners die ons klimaatplan mee hebben vormgegeven. Dat zal onze boodschap des te sterker maken!
Van denken naar doen
Op 23 oktober organiseert de Klimaatcoalitie een grote klimaatmars. Wat verwacht je precies van die dag?
Yelter: De grote mobilisaties van de afgelopen jaren hebben het klimaatgesprek totaal veranderd, zowel in Europa als in ons land. Daarom is het belangrijk dat we opnieuw massaal op straat komen. Net als toen staat deze mars in het teken van een ambitieus én sociaal klimaatbeleid. Ik hoop dus dat we samen met onze (sociale) partners tonen dat we elkaars bondgenoten zijn en samen sterker staan. Dat we laten zien dat we niet enkel een brede groep mensen vertegenwoordigen, maar hen ook op straat kunnen brengen.
Wel geloof ik niet dat ons werk na dit klimaatplan en de klimaatmars af is. We zullen de komende jaren moeten blijven hameren op een beter beleid met hogere ambities. Maar dit najaar is zeker en vast hét moment om de juiste toon te zetten en scherp te stellen wat er precies op het spel staat.