Onderzoek pleit Corbyn volledig vrij, media en partijleiding volharden, Corbyn blijft verbannen
Een tweede onderzoek over de interne partijwerking van Labour tijdens het voorzitterschap van Jeremy Corbyn door 4 juristen pleit hem opnieuw volledig vrij van antisemitisme en bevestigt dat media én rechterzijde van Labour doelbewust een hetze hebben gecreëerd om zijn voorzitterschap te saboteren en de verkiezingscampagne in 2017 en 2019 hebben ondermijnd.
Het zal de volgers van deze nieuwssite niet verbazen dat een grondig onderzoek door vier eminente experten andermaal heeft vastgesteld dat er wel degelijk een hetze tegen partijvoorzitter Jeremy Corbyn werd gevoerd door de Britse media en door het partijapparaat van Labour en de rechterzijde van de parlementaire fractie van Labour.
De rechtervleugel van Labour was schuldig aan het instrumentaliseren van antisemitisme tegen hun eigen partijvoorzitter, zo luidt het besluit van een panel van vier Labourleden van de onverkozen Britse senaat, de House of Lords.
Het besluit van hun onderzoek werd gepubliceerd als The Forde Report, naar de voorzitter van een panel bestaande uit Martin Forde, voormalig rechter, Ruth Lister, professor emeritus sociologie, Debbie Wilcox, gepensioneerde lerares en onderwijsactiviste, en Larry Whitty, voormalig Labour-secretaris-generaal (hoogste administratieve functie).
Voor het media-narratief dat Jeremy Corbyn actief zou zijn tussengekomen om onderzoeken naar antisemitisme binnen de partij te blokkeren werd geen enkel bewijs gevonden. De toenmalige partijvoorzitter hield zich integendeel scrupuleus aan de geldende interne partijregels en respecteerde de normen voor interne onderzoek naar de letter.
Reactie op gelekt intern rapport
De vier eminente leden van de House of Lords1 kregen de opdracht voor hun onderzoek in 2020, nadat een intern rapport van hogere functionarissen van het Labour-partijapparaat was uitgelekt op 11 april 2020.
In dat eerste interne rapport werd reeds bevestigd dat leden van het partijbestuur, in samenwerking met de rechtervleugel van de parlementaire fractie, onderzoeken naar antisemitisme en andere vormen van racisme hadden gesaboteerd, verhinderd en/of vertraagd tijdens het voorzitterschap van Corbyn.
Ondermeer uit berichten op WhatsApp bleek dat leden van het partijpersoneel en parlementsleden in feite vooral de volgens hen ‘te linkse aanpak’ van Corbyn aanpakten. Daarbij gebruikten zij racistische, misogyne en beledigende termen om hun tegenstrevers te omschrijven. De nieuwe Labourvoorzitter Keir Starmer gaf onmiddellijk na de lek van dit interne rapport een opdracht voor dit onderzoek aan Martin Forde.
Uit dit nieuwe onderzoek blijkt andermaal dat hogere kaderleden van de partij en parlementsleden van de rechtervleugel van de partij actief de campagnes van pro-Corbyn-parlementsleden in hun kiesdistricten tegenwerkten en informatie achterhielden voor de partijvoorzitter tijdens de verkiezingscampagne van 2017.
Hoewel dat eerste interne rapport nog steeds zeer vaag was, kon er niet naast worden gekeken: leden van het partijestablishment hadden actief meegewerkt aan de ondermijning van de verkiezingscampagne van de eigen partij.
“Antisemitisme”
“Een aantal tegenstanders van Jeremy Corbyn zagen antisemitisme als een middel om hem aan te vallen en gebruikten het verwijt als een politiek wapen.” Bovendien is het rapport zeer kritisch voor het officiële trainingsprogramma van Labour over antisemitisme, dat de voorbij jaren werd georganiseerd door de Jewish Labour Movement (JLM) en suggereert dat de andere pro-Corbyn Joodse organisatie Jewish Voice for Labour (JVL) ook moet kunnen deelnemen aan dit vormingsprogramma.
In hun eindverslag pogen de onderzoekers het desalniettemin voor te stellen alsof de ondermijning van de voorzitter met het wapen van vermeend antisemitisme gelijke tred hield met de stelling dat “zijn (Corbyns) supporters dit zagen eenvoudig als een aanval op hun leider en zijn factie – waarbij ‘beide zijden’ de zaak instrumentaliseerden.”
Dit is een zeer oneerlijke voorstelling van zaken. De “supporters” van Corbyn verdedigden immers hun legitiem verkozen partijvoorzitter die tot tweemaal toe (in 2015 en 2016) met een overweldigende meerderheid werd verkozen door de partijleden. De “andere zijde” pleegde actief verzet tegen hun verkozen partijvoorzitter.
Bovendien gaat het Forde-rapport uit van de stelling dat er inderdaad een probleem was met toegenomen antisemitisme in de partij onder Corbyn, zonder daar enig bewijs voor te leveren. Het is op deze nieuwssite al meermaals vermeld, maar in werkelijkheid waren er onder Corbyn jaarlijks evenveel/even weinig klachten over antisemitisme binnen de partij als onder zijn voorgangers én evenveel als onder zijn opvolger Keir Starmer.
De disciplinaire aanpak van deze klachten werd onder Corbyn uitgevoerd volgens dezelfde procedures als onder zijn voorgangers. Het enige verschil met voor en na Corbyn is dat partijfunctionarissen tijdens zijn bestuur actief stokken in de wielen staken om tuchtonderzoeken naar antisemitisme te vertragen, waarna parlementsleden van de rechtervleugel van de partij de partijvoorzitter verweten dat hij de onderzoeken vertraagde. Dat kon Corbyn niet, omdat de bestaande procedures van de partij geen enkele inbreng van de partijvoorzitter toelaten.
Kritiek op Israël
Het onderzoek van Forde kan slechts één voorbeeld noemen van intern antisemitisme, door een staflid die stelt op vergaderingen verbaal aangevallen geweest te zijn omdat hij Jood is. De talrijke andere voorbeelden die het rapport wel geeft blijken daarentegen niet over antisemitisme te gaan maar over interne kritiek op “de acties van de staat Israël” .
De aanvallen van vermeend antisemitisme van partijvoorzitter Jeremy Corbyn en zijn vermeend saboteren van onderzoeken naar antisemitisme binnen de partij blijken uiteindelijk niet te gaan over zijn beweerd antisemitisme maar over zijn standpunten rond Israël en Palestina. Met Corbyn dreigde immers voor het eerst in de Britse geschiedenis het doembeeld van een eerste minister die van mening is dat Palestijnen dezelfde mensenrechten hebben als alle andere mensen.
Het rapport lijst een reeks e-mails die ‘gelekt’ werden naar de pers, waarin partijleden zogezegd hun beklag deden over de inmenging van de partijvoorzitter in de tuchtprocedures om vrienden en supporters te beschermen. Die e-mails zijn volgens het onderzoek “compleet misleidend door te suggereren dat er bewijzen zouden bestaan dat Corbyns secretariaat zich in het disciplinair proces zou hebben gemengd”.
Het Forde-rapport noemt geen namen – documenten werden geanonimiseerd. Forde verklaarde bij het begin van zijn onderzoeksopdracht dat hij meerdere mails kreeg van personen die in het eerste gelekte rapport werden vernoemd en brieven van hun advocaten die dreigden met klachten voor de rechtbank als hij mails zou onderzoeken die door hen als vertrouwelijk werden beschouwd.
Kritiek op Israël is ‘antisemitisme’
De doelbewust gecreëerde begripsverwarring tussen antisemitisme en kritiek op de bezetting van Palestina dateert reeds van voor Corbyn. Het is een strategie die al jaren met wisselend succes wordt toegepast door pro-Israël-organisaties. Met zijn verkiezing tot partijvoorzitter werd dit echter door de Britse media en politici van de eigen partij en van de Conservatieven tot het centrale argument gemaakt om Corbyn te saboteren.
Hoewel de standpunten van Corbyn over Palestina in Israël zeker een belangrijk onderdeel waren van de hetze in de media, zou het echter te eenvoudig zijn om de redenen voor de sabotage van zijn voorzitterschap alleen daar te zoeken.
Corbyn stond voor een einde aan veertig jaar neoliberale hertekening van de Britse maatschappij. Hij wilde essentiële diensten als openbaar vervoer en gezondheidszorg terug volledig nationaliseren. Bovendien werd hij gezien als een gevaar voor het status quo van de grote media. Corbyn klaagde namelijk ook openlijk de eigendomsstructuur en de partijdigheid van de media aan. Dat zijn standpunten zeer populair zijn, werd bewezen door de massale toename van het lidmaatschap van de partij onder zijn bestuur (en bevestigd in opiniepeilingen).
De media hebben zeer voorspelbaar gereageerd door het Forde-rapport ofwel te negeren ofwel te herinterpreteren, waarbij door middel van selectieve citaten de schijn wordt gewekt dat ‘beide zijden’ in het conflict even schuldig zouden zijn aan ‘wat gebeurd is’. Als ze er al over berichtten was het om uit het rapport hun narratief over het antisemitisme van Corbyn te bevestigen (zie het artikel Labour’s Forde report is devastating on factional war against Corbyn van journalist Peter Oborne voor een overzicht van de reacties van de Britse pers).
Partijvoorzitter Starmer van zijn kant heeft amper gereageerd op het nieuwe rapport. Hij zit tot over zijn oren in een interne burgeroorlog tussen partijleden en linkse parlementsleden die willen dat de partij openlijk de sociale acties van het treinpersoneel en andere openbare diensten steunen. Tijdens zijn campagne voor het voorzitterschap had hij nog opgeroepen voor steun aan sociale acties en stakingen. Nu heeft hij een verbod uitgevaardigd voor de parlementsleden om aanwezig te zijn bij stakingspiketten. Verder dan vage uitspraken als ‘we moeten ons nu concentreren op de toekomst’ raakt hij niet.
Ondertussen blijft Corbyn geschorst als lid van de parlementaire fractie, omdat hij na het eerste gelekte rapport had bevestigd dat antisemitisme als intern probleem groter werd voorgesteld door zijn vijanden omwille van zijn standpunten over Palestina. Zolang die schorsing geldt kan Corbyn geen kandidaat zijn voor Labour in zijn eigen kiesdistrict.
De voorbije dagen hebben tien lokale afdelingen laten weten dat zij een alternatieve kandidaat zullen steunen in tien marginale kiesdistricten. Dit zijn kiesdistricten waar het huidige zetelende Labourparlementslid met een zeer nipte meerderheid van stemmen werd verkozen in 2019. Zij eisen dat Corbyn terug wordt opgenomen in de partij (en dus opnieuw kandidaat kan zijn bij de volgende verkiezingen), zoniet steunen zij een tegenkandidaat voor Labour.
Mediakritiek - Lode Vanoost
Bronnen:
Yes, Jeremy Corbyn Was Vilified Because He Criticized Israel
Labour right guilty of “weaponizing” anti-Semitism, inquiry finds
Note:
1 De House of Lords is de Senaat of het Hogerhuis in het Britse parlementaire systeem. Het bestaat volledig uit niet verkozen, door de regering benoemde leden. Het zijn in hoofdzaak voormalige parlementsleden met een lange staat van dienst, maar ook academici, journalisten, auteurs en kunstenaars maken er deel van uit. Het Hogerhuis heeft minder bevoegdheden dan het House of Commons of het Lagerhuis, maar meer dan bijvoorbeeld de Belgische Senaat.