Verlenging van de levensduur van Doel en Tihange ? Veel te gevaarlijk!
Foto: 11 maart beweging, december 2019, mensenketting voor het klimaat Betogers eisen dat het klimaat niet misbruikt wordt om kernenergie te promoten.
Het project van looptijdverlenging van twee oude kernreactoren, Tihange 3 en Doel 4, mag om verschillende redenen niet doorgaan. De Vivaldi-regering moet gestopt worden.
Er zijn verschillende redenen om dit project te stoppen:
De eerste reden is dat België niet op voet van gelijkheid mag onderhandelen met een privé-maatschappij, een Franse multinational.
Zonder een overeenkomst, geen elektriciteit meer? Om deze chantage te vermijden, zijn er twee radicale oplossingen. Het eerste is de nationalisatie van de elektriciteitsproductie, met uitzondering van de burgercoöperatieven.
De tweede oplossing is te kijken naar de vraagzijde van de vergelijking. Wie gebruikt de stroom waarvoor? Enkele bedrijven, gegroepeerd in FEBELIEC die veel stroom verbruiken produceren soms nutteloze of zelfs schadelijke goederen.
Er werd reeds aangetoond dat de uitbreiding van twee reactoren overbodig is, volgens een verslag van de CREG (noot 7). En dat zelfs geen twee nieuwe gasgestookte centrales moeten gebouwd worden zonder verlenging van de kernenergie.
Tenslotte is het gevaar dat de bevolking in de omgeving van de centrales loopt onaanvaardbaar geworden door de veranderingen in de omgeving van de reactoren (havengebied van Antwerpen, luchthaven van Bierset), het onvermogen van het FANC om de kernenergie te controleren en de veroudering van de installaties zelf: lekkende gebouwen, verouderde informatica, verdwijning van leveranciers, verlies van knowhow, vertrek en veroudering van gekwalificeerd personeel.
Is de verlenging van de levensduur van de kerncentrales gevaarlijk?
De voorstanders van kernenergie zullen het nucleaire risico verdrinken door de risico’s en emissies te vergelijken met die van andere industrieën. Er zit, zoals in alle succesvolle drogredenen, een kern van waarheid in deze bewering. Het gaat erom het restrisico te vergelijken, het risico dat die op een bepaald moment door een samenleving aanvaardbaar worden geacht.
Risico mag niet worden verward met waarschijnlijkheid. Risico is het product van de waarschijnlijkheid dat een ongeval zich voordoet en de gevolgen ervan. Een bekend voorbeeld van deze redenering: een verzekeraar bepaalt de premie van uw autoverzekering door via uw bonus-malus te kijken naar de kans dat je een ongeluk krijgt, en de impact ervan via de prijs van je wagen. De vermenigvuldiging van de twee factoren stelt hem in staat jouw risico te vergelijken met het aanvaardbare risico voor zijn onderneming.
Hetzelfde geldt voor de nucleaire industrie. Er blijft een restrisico bestaan wanneer alle momenteel denkbare voorzorgsmaatregelen zijn genomen. De anti-kernenergiebeweging heeft het risico dat onze samenleving aanvaardbaar vindt aanzienlijk beperkt door in te spelen op de grote catastrofen in de geschiedenis van de kernenergie: Mayak (USSR 1957), Three Mile Island (VS ’79), Tsjernobyl (Oekraïne ’86), Fukushima (Japan 2011).
De gouden regel in de referentieteksten van de atoomindustrie is dat het restrisico dat bestond op het moment van het ontwerp van een reactor nooit mag toenemen: wijzigingen kunnen worden uitgevoerd met een gelijkblijvend of bij voorkeur verminderd risico, rekening houdend met de kennis en de technologieën op het moment van de interventie. Dit levert ernstige problemen op voor de verlenging van de bedrijfsduur van reactoren. Gezien hun leeftijd zijn zij ontworpen in een tijd waarin het aanvaardbare restrisico veel groter was dan het risico dat nu, na de rampen, aanvaardbaar wordt geacht. Bovendien neemt door de slijtage die optreedt tijdens tientallen jaren gebruik het risico van storingen toe, wat bij deze technologie al snel tot een ramp leidt.
Ten slotte heeft de ramp in Fukushima ons geleerd dat risico’s niet alleen van binnenuit komen, maar ook van buitenaf, in Japan door de tsunami.
Het ENGIE/Vivaldi-project
Wij zullen ons buigen over de twee risicofactoren voor het project van ENGIE/Electrabel en mevrouw Van der Straeten(Groen), minister in de regering-Vivaldi.
De impact
Een reactor mag nooit in een dichtbevolkt gebied worden gebouwd. Drie Staten hebben deze regel overtreden door een mogelijke enorme impact te aanvaarden, en dus een enorm nucleair risico, zelfs met een verminderde waarschijnlijkheid: Zuid-Korea, Nederland… en België. Japan bouwde de centrale van Fukushima toch op 240 km van Tokio, om de gevolgen van een onvoorstelbare ramp te beperken. Maar Doel ligt op 12 km van het Antwerpse stadhuis, Tihange in de stad Hoei, vlakbij Luik, Maastricht en Aken. Een ramp in Doel zou 9 miljoen mensen treffen binnen een straal van 75 km, in Tihange 5 miljoen.
Het risico
Wie kan een risico beter inschatten dan een verzekeraar? Het feit dat geen enkele verzekeraar bereid is meer dan een zeer beperkt deel van het risico van een kerncentrale te verzekeren is veelzeggend, evenals het feit dat uw “brandverzekering” dit risico eveneens uitsluit.
De gemakkelijkste manier om het risico te verkleinen is het aantal reactoren te verminderen en dus ook hun levensduur.
Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie van ECOLO in 2003, verhoogde het risico op een kernramp met 33%. Hij had al ingestemd met de verlenging van de Belgische reactoren, die voor 30 jaar waren ontworpen, tot 40 jaar in ruil voor de verbintenis van ENGIE om de exploitatie definitief stop te zetten op deze 40e verjaardag “tenzij er een probleem is met de elektriciteitsvoorziening”.[1] Het bevoorradingsprobleem kwam -of werd veroorzaakt- op het juiste moment: het is de reden die werd geciteerd om de reactoren van Doel 1, Doel 2 en Tihange 1 tot 50 jaar te verlengen.
Oude en vervallen reactoren
De verlenging van Doel 1 heeft de stad Antwerpen in april 2018 bijna van de kaart gevaagd. Door een breuk in een pijp in de nucleaire zone kwam radioactieve stoom vrij die gelukkig door het reactorgebouw werd opgevangen. Michel Nollet, huidig covoorzitter van ECOLO, verklaarde toen: “De kerncentrale van Doel is sinds 2015 verouderd…. Vandaag de dag is deze veroudering ronduit gevaarlijk aan het worden. Het is dringend noodzakelijk deze verouderde elektriciteitscentrales voorgoed te sluiten en over te schakelen op duurzame, betrouwbare energiebronnen die de gezondheid van de burgers niet in gevaar brengen”.(mijn vertaling) Deze woorden zijn bitter actueel geworden in 2022. Het Grondwettelijk Hof heeft sindsdien geoordeeld dat de verlenging van Doel 1 en 2 onwettig was en dat een openbaar onderzoek had moeten worden gehouden voordat de vergunning voor nog eens tien jaar werd verleend.[2] Na de uitspraak is met slepende voeten een openbaar onderzoek ingesteld dat waarschijnlijk zal duren tot de geplande sluitingsdatum, ondertussen laat het Hof de verdere exploitatie toe.
Doel 1 en 2 en Tihange 1 behoren tot de eerste generatie reactoren. Kenmerkend voor deze centrales is, naast andere zwakke punten, dat ze één enkel betonnen containment hebben met een stalen voering. De andere reactoren van de Belgische vloot hebben een dubbel gebouw in gewapend beton. De politici die in 2022 voorstellen om Tihange 1 te verlengen zijn nog onverantwoordelijker dan de andere.
Mevrouw Van der Straeten was een uitstekend advocaat voor ze minister werd. Zij heeft met grote overtuiging gepleit voor de sluiting van Tihange 2, op verzoek van 90 Duitse en Nederlandse steden en gemeenten. Zij is goed op de hoogte van de deplorabele toestand van de wanden van de hogedrukvaten van de reactoren Tihange 2 en Doel 3, die verzwakt zijn door talrijke scheuren. Deze situatie is door de antinucleaire beweging dermate aan de kaak gesteld dat zelfs ENGIE niet voorstelt deze twee vervallen reactoren te verlengen. Mevrouw Van der Straeten is misdadig laks door toe te staan dat deze twee reactoren in bedrijf blijven. Elke dag, elke seconde van de werking stelt de inwoners bloot aan onomkeerbare straling. Tihange 2 kende op 19 augustus 22 opnieuw een noodstop, een scram, die nogmaals zonder breuk van het reactorvat verliep. Dat laat me toe verder te schrijven.
Onderhandelen op voet van gelijkheid
Alvorens over te gaan tot de bespreking van de twee overblijvende reactoren, moeten we eerst de merkwaardige situatie zien waarvan we nu getuige zijn: een rijke en geïndustrialiseerde Staat die op voet van gelijkheid onderhandelt met een particuliere onderneming. Het lijkt meer op een bananenrepubliek die onderhandelt met United Fruit! De Belgische staat is op gevaarlijke wijze afgeweken van het voorschrift dat de Staat het algemeen belang en in de eerste plaats de veiligheid van zijn burgers moet waarborgen, waardoor hij het recht heeft politieke keuzes op te leggen aan particuliere belangen, zelfs die van grote multinationals en hun aandeelhouders. Liberale politici van alle kleuren geven er de voorkeur aan toe te geven aan de eisen van megaconcerns. Too big to fail, too big to fight!
De zwendel van 21 juli: deze regering loog toen ze een princiepsakkoord met ENGIE aankondigde. Het bedrijf heeft alleen een “niet-bindende intentieverklaring” onderschreven, zegt ENGIE. De koning staat in zijn blootje. Dit betekent dat ENGIE aan de volgende ronde van besprekingen zal beginnen zonder enige verplichting: we kunnen voorspellen dat de onderneming haar lijst van voorwaarden zal afrollen als een rol toiletpapier: beperkingen van de veiligheidsmaatregelen, vermindering van het openbaar onderzoek, vermindering van de kosten voor het kernafval, economische betrokkenheid van de Staat bij de centrales, fiscaliteit op maat…
Volgens La Libre Belgique[3] worden onderhandelingen aangevat om tegen januari 2023 tot een solide akkoord te komen. Wat zou de door ENGIE voorgelegde niet-bindende intentieverklaring inhouden?
ENGIE had aangekondigd dat het onmogelijk was om Tihange 3 en Doel 4 vóór de winter van 2026-27 opnieuw op te starten. Dat was heel aannemelijk: als we de periodes optellen die nodig zijn om de onderhandelingen af te ronden, het parlementaire debat te voeren, een serieus openbaar onderzoek in te stellen en de werkzaamheden die uiteraard pas na de milieueffectbeoordeling (MEB) kunnen beginnen, dan duurt dat minstens twee jaar, tot het voorjaar van 2027. M. Saegeman zou deze zomer echter hebben gezegd dat het mogelijk is om vóór 1 november 2026 opnieuw te starten. Dit kan alleen als hetzij de noodzakelijke werkzaamheden en testen, hetzij de parlementaire en openbaar onderzoeken en debatten worden ingekort, of waarschijnlijk beide.
Wie gaat dat betalen? De rekening voor de opslag van kernafval, met inbegrip van verbruikte splijtstofstaven, die gedurende meer dan honderdduizend jaar hoogradioactief zijn, wordt momenteel geraamd op 41 miljard euro. Alle geïnformeerde waarnemers schatten dat het nog veel duurder zal worden. Om in dit bedrag te voorzien heeft ENGIE 13 miljard “opzijgezet” in haar dochteronderneming SYNATOM[4], die dit bedrag uitleent aan…. Electrabel. De Staat beschikt nochtans over een bank speciaal voor dit doel: de Deposito- en Consignatiekas van het Ministerie van Financiën. Daarover heeft de Staat en niet ENGIE de controle. Wat maakt het uit voor ENGIE-fans?
Opdat de regering de heropening op 1 november 2026 zou kunnen verkrijgen, vraagt ENGIE haar in ruil om het geplande bedrag voor afvalbeheer te beperken tot 40 miljard of minder. Dit is een kat in de zak kopen: niemand heeft vandaag een geloofwaardige oplossing voor de definitieve berging van nucleair afval. Bovendien is noch de hoeveelheid, noch de kwaliteit van het afval tegen 2037 bekend. Alle toegepaste oplossingen zijn jammerlijk mislukt, bijvoorbeeld Yucca Mountain (VS) of de Asse-mijn (Duitsland).
Mevrouw Van der Straeten heeft het Parlement[5] – unaniem – laten stemmen over het beginsel “de vervuiler betaalt”. In de praktijk zullen de Ministeriële Besluiten bepalen wat er gebeurt. Misschien wordt de tekst tijdens geheime onderhandelingen op tafel gelegd?
Tihange 3 en Doel 4[6]
Hoe zit het met de twee van de zeven reactoren waarover momenteel wordt gesproken tussen ENGIE en Vivaldi?
In de eerste plaats is de uitbreiding van hun werkingsduur overbodig. Dit blijkt uit een goed gedocumenteerde studie van de parastatale CREG[7]. Zelfs als alle reactoren uiterlijk in 2025 sluiten, hoeven er niet eens twee extra gasgestookte centrales te worden gebouwd. Dat was voor de oorlog in Oekraïne. Maar België importeerde slechts 6% van het gas uit Rusland voor zijn binnenlands verbruik. Wanneer men natuurlijk de internationale gashandel en de onevenredige groei van de chemische industrie in aanmerking neemt, verandert het perspectief.
ELIA, dat zich opwerpt als een neutraal expert op energiegebied, is wel een beursgenoteerde multinational. Fluxys, dat zichzelf omschrijft als een “onafhankelijke beheerder” van de gasdistributie, is genoteerd op Euronext: het is ook een multinationale onderneming met activiteiten in acht Europese landen en actief in het globale Zuiden. Fluxys beschikt over belangrijke aardgastransitinstallaties in Zeebrugge en Duinkerke, die weinig te maken hebben met het binnenlands verbruik maar veel met de financiële resultaten. Het zijn deze spelers, gesteund door de grootindustrie met haar onlesbare stroomdorst, die een beslissende invloed uitoefenen op het overheidsoptreden. De uitbreiding van de levensduur van die twee reactoren heeft geen verband met de Russische agressie tegen Oekraïne.
De verlenging is ook te gevaarlijk. Herinner je: het risico mag niet toenemen in verhouding tot het ontwerprisico. Maar voordat we naar de interne problemen kijken, is het al duidelijk dat de omgeving van de reactoren een verhoogd risico inhoudt.
De kerncentrale van Doel, die in de jaren zeventig midden op het platteland werd gebouwd, wordt nu omringd door het enorme chemische en petrochemische complex in het Antwerpse havengebied[8]. Een zwaar ongeval in deze SEVESO-zone zal onvermijdelijk gevolgen hebben voor de veiligheid van de centrale. Antwerpen krijgt dan te maken met radioactieve chemische wolk.
In Tihange is de omgeving nog gevaarlijker geworden. Vrachtvliegtuigen stijgen op en landen ‘s nachts op de enige landingsbaan van de luchthaven van Bierset, waardoor zij bij overheersende wind over de atoomcentrale van Hoei vliegen[9]. Bij het opstijgen worden enorme hoeveelheden kerosine vervoerd, soms naast de gevaarlijke, explosieve en radioactieve stoffen die tot de specialiteiten van de luchthaven behoren[10].
Het risico is ook toegenomen door de opslag van kernafval in een zeer kwetsbaar koelbassin in Tihange en in een nucleair containerpark in beide kerncentrales. In Tihange heeft dit park een betonnen dak van 80 cm dik. In Duitsland heeft een soortgelijke structuur, ver van de luchthavens, een dak van 2 m gewapend beton.
Interne agressie
Er zijn drie soorten veroudering aan het werk in alle industriële installaties. De meest voor de hand liggende is fysieke veroudering, de verloedering van structuren, systemen en onderdelen. De volledige koelbassins van elke reactor, het centrale koelbassin van Tihange, de twee droge containerparken: al deze kwetsbare installaties buiten de gebunkerde zones hebben een enorm destructief potentieel. Deze installaties verhogen het risico, wat niet toegelaten is. Toen de reactoren uitgedacht werden, waren de ingenieurs er 100% van overtuigd dat de definitieve berging van het kernafval zeer snel een oplossing zou vinden.
Maar er is ook niet-fysieke veroudering: de veroudering van het ontwerp en de gebruikte technologie. Tenslotte is er het verlies van know-how door veroudering en het vertrek van gekwalificeerd personeel.
Veroudering wordt ook gemeten in het algemene verlies aan betrouwbaarheid. Het Belgische kernpark brak in dit opzicht records in 2017 met een onbeschikbaarheid van 25%, terwijl het wereldgemiddelde 4% bedraagt. Een opeenvolging van “precursoren”, kleine incidenten (INES1) die toch tot een ramp kunnen leiden, zijn evenveel waarschuwingen. Doel 4 (bijvoorbeeld op 24 november 2021) en Tihange 3 (bijvoorbeeld op 28 maart 2022) kennen ook deze precursoren.
Fysieke veroudering
De Belgische reactoren werden ontworpen en gebouwd om 3 decennia te werken. Door een deel van de foutmarges en voorzorgsmaatregelen terug te nemen, heeft de exploitant zich er in 2003 van overtuigd dat de reactoren 40 jaar kunnen meegaan, mits werkzaamheden en controles worden uitgevoerd. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) was de waakhond van deze overeenkomst: het moest toezien op de veiligheid van de bevolking, punt. Helaas heeft het FANC jammerlijk gefaald in deze taak. De organisatie werd geleid door Mijnheer Jan Bens, een man met sterke banden met Electrabel, waar hij voordien een carrière van 30 jaar opbouwde. Zijn voorganger bij het FANC kwam ook van Electrabel. In alle referentieteksten is er nochtans sprake van de verplichting van een onafhankelijk controleorgaan. In Duitsland ressorteert de controlerende overheid onder het ministerie van Milieu, maar in België onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. En de persoon die aan het kabinet van de minister wordt verbonden om toezicht te houden op het FANC, wordt er traditioneel tijdelijk door het FANC gedetacheerd. Onafhankelijkheid is ver weg! De hele top van de AFCN die belast is met kernenergie moet eigenlijk worden vervangen door bekwaam, onafhankelijk personeel, misschien uit Duitsland waar ervaren experten werkloos werden door de sluiting van de reactoren daar.
Een ander probleem is de financiering van het FANC. Dit gebeurt niet via de staatskas, maar door de sector zelf. Door de sluiting van 5 reactoren in ’25 zou de financiering van het FANC, met 5/7 dalen. De verificatie van de kwaliteit van de nucleaire installaties zal echter enorm veel werk vergen voordat het groene licht kan worden gegeven voor de levensverlenging van twee reactoren. Wie gaat dat betalen?
Wie zal het FANC controleren? De Staat en ENGIE zouden samen een onderneming oprichten die eigenaar is van de twee verlengde reactoren. Tegelijkertijd wordt de staat verondersteld de AFCN te controleren via het ministerie van Binnenlandse Zaken. Deze laatste wordt dan zowel politie als bandiet, hetgeen leidt tot een vervaging van de normen op een gebied waar normvervaging onvergeeflijk is.
De ontmanteling van het reactorvat van Doel 3 moet het mogelijk maken de ernst en de precieze analyse van de gebreken uit te voeren. Er zijn tot 40 spleten per dm³ (=1 liter), die de reactordrukvatvaten van Doel 3 en Tihange 2, uiterst belangrijke veiligheidsbarrières, hebben verzwakt en nog steeds verzwakken, zonder in te gaan op de verbrossing van het staal. In de tussentijd zullen deze reactorvaten decennialang zijn gebruikt zonder dat de exploitant noch het controleorgaan de soliditeit ervan heeft kunnen aantonen, hetgeen had moeten, en moet leiden tot de buitenbedrijfstelling ervan. Dit is het falen van de AFCN in de praktijk.
Het is ondenkbaar, maar zeer wel mogelijk, dat ENGIE aan mevrouw Van der Straeten zou trachten op te leggen dat de controle van bepaalde onderdelen op een “lichte” wijze gebeurt. Mevrouw Van der Straeten heeft een zodanige gehechtheid aan haar principes getoond, dat het heel goed mogelijk is dat zij ook in deze kwestie zal toegeven, als de effectieve controle op de onderhandelingen tussen Engie en België niet of onvoldoende tot stand komt. Tot op heden zijn deze onderhandelingen geheim…. Er is behoefte aan ten minste één Commissie die toezicht houdt op deze onderhandelingen, waaraan de partijen van de democratische oppositie moeten kunnen deelnemen. Bij gebrek aan een federaal burgerdebat over de elektrische toekomst van het land, zou de anti-kernenergie oppositie daar ook deel van moeten uitmaken.
De luchtdichtheid van de reactorgebouwen
De laatste barrière tussen ons en de radioactiviteit is het reactorgebouw, het containment. Het was dit gebouw dat Antwerpen van een ramp gered heeft toen een buis in het nucleaire gedeelte van Doel 1 brak op 28 april 2018. Helaas wordt de luchtdichtheid van de reactorgebouwen in België reactoren niet naar behoren gecontroleerd. In de VS en Frankrijk wordt voor soortgelijke reactoren de lektest uitgevoerd bij een luchtdruk van 5 bar in het containment, de berekende druk in het containment in geval van een breuk van het reactorvat. In België werd deze berekende druk willekeurig verlaagd tot een druk tussen 2,86 en 3,1 bar. Maar de testdruk die uiteindelijk gebruikt werd is nog lager, namelijk iets hoger dan HALF van deze druk, en het lekkagecriterium (% ontsnappende lucht) is “op klantbasis” herrekend, reactor per reactor. Het Tihange 2-gebouw werd gecontroleerd bij 1,6 bar (testdruk in juni 2015), waarbij de ongevalsdruk werd herrekend op 3 in plaats van 5 bar[11]. Dit ondanks het feit dat is aangetoond dat het gebruikte beton in de aangrenzende technische gebouwen zeer slecht bestand was tegen vocht.
Als zo’n cruciale en eenvoudige test wordt verknoeid, hoe zit het dan met de rest van de apparatuur? Alles werd ontworpen om 30 jaar mee te gaan: manometers, kleppen, hulpreservoirs, ventielen… De leveranciers van weleer kenden de normen die de kernenergie-industrie eiste. Veel van deze bedrijven zijn verdwenen of leveren apparatuur van mindere kwaliteit. Voor andere onderdelen komen de huidige eisen niet overeen met het ontwerp, of is het nieuwe type onderdeel niet compatibel met de installatie.
Tenslotte de term ALARA (As Low As Reasonably Achievable), ofte “zo laag (risico) als redelijk haalbaar” is. Dit is waar de financiële factoren hun vuile rol gaan spelen. In de praktijk plant de exploitant een jaarlijks “onderhoud”-budget en legt hij een lijst van redelijkerwijs haalbare doelstellingen binnen dat budget voor aan de controleur, die het met enkele kleine wijzigingen afstempelt. Je moet toch redelijk blijven, nietwaar?
Niet-fysieke veroudering
Dit gaat om veroudering door ontwerp. Bijvoorbeeld de “coriumval” die is gepland voor de EPR, het nieuwe type reactor van EDF-Luminus: de gesmolten kern van de reactor bij een zwaar ongeval zou in een ultra beschermde kelderruimte weglopen en daar veilig worden geneutraliseerd. Een Belgische reactor aanpassen om er deze veiligheidsverbetering in te bouwen is onmogelijk.
Het gaat ook om de besturing van de reactoren: deze werden ontworpen met behulp van computers met ponskaarten en analoge meetinstrumenten. Digitale besturing heeft belangrijke voordelen, maar de migratie van het oude systeem naar het nieuwe is uiterst moeilijk als men aan de veiligheidsnormen wil voldoen.
Ook veranderingen in de omgeving vallen in deze categorie: oprichting van gevaarlijke installaties in de omgeving, overvliegen door zware vliegtuigen vol kerosine tijdens het opstijgen…
Verlies van knowhow
Know-how kan min of meer worden omgezet in procedures. Maar op het moment van een nucleaire crisis, een tiende van een seconde bijvoorbeeld, is alleen een zeer bekwaam en ervaren personeelslid in staat de juiste beslissing te nemen zonder de gebruiksaanwijzing te moeten inkijken.
Er is dus een deel van de “know-why” dat de oudere generatie moeilijk kan overdragen, voor zover dit het doel is van elke ingenieur. Deze generatie is weg of gaat weg. En ook de beste jongeren geven er de brui aan, wanneer ze zien dat de nucleaire sector tot nul of twee reactoren wordt gereduceerd. ENGIE zag zich genoodzaakt een bonus ter hoogte van een jaarsalaris aan te bieden aan degenen die hun baan behouden.
Bovendien is het personeel het vaak beu om dag na dag dezelfde tests en controles uit te voeren met hetzelfde resultaat, soms al tientallen jaren in ploegendienst. Het is onvermijdelijk dat de aandacht verslapt. Niemand kan deze vervelende taken volhouden gedurende tientallen jaren.
De rol van de bevolking
In de referentieteksten is men het erover eens dat de betrokken bevolkingen moeten worden betrokken bij de besluiten om kernreactoren te bouwen of ingrijpend te wijzigen. Bovendien is dit recht vastgelegd in de Verdragen van Aarhus[12] en Espoo[13], die België heeft geratificeerd en opgenomen in zijn federale wetten.
In de praktijk hebben de Belgische regeringen dit eenvoudigweg genegeerd. Het kostte Bond Beter Leefmilieu en Inter Environnement Wallonie een lange en kostbare procedure voor het Grondwettelijk Hof voordat ENGIE gedwongen werd een openbaar onderzoek in te stellen naar de uitbreiding van Doel 1 en 2 (noot 2). De procedure heeft zo lang geduurd dat de publicatie van de resultaten van deze milieueffectbeoordeling (MEB) ongeveer zal samenvallen met de sluiting van de twee 50 jaar oude reactoren, die al twintig jaar buiten bedrijf zouden moeten zijn. Het precedent maakt wel dat voor de verlenging van Doel 4 en Tihange 3 een ernstig en doortastend openbaar onderzoek moeten worden gehouden, voorafgegaan door diepgaande discussies.
Het is van belang dat de verenigingen die daartoe de middelen hebben, juridische stappen ondernemen om de hervatting van de activiteiten van de twee reactoren te voorkomen of zoveel mogelijk te vertragen. Maar we mogen de rol van een massamobilisatie niet verwaarlozen, zoals de betogingen met tienduizenden deelnemers we die tijdens de bouw van de reactoren hebben meegemaakt. De massamobilisatie kan alleen los van elke manipulatie door partijen, niet-gouvernementele of para-gouvernementele organisaties of door het sektarisme dat bepaalde organisaties bezielt die dicht bij de partijen staan die zich nog niet zo lang geleden antinucleair verklaarden. Een dergelijke mobilisatie van de burgers zou een tegenwicht vormen tegen de tastbare invloed van de nucleaire lobby op de rechtspraak.
Het afval
Aan het eind van de dag zal er afval zijn. Je moet wel denken dat je een god bent – of een duivel – om een industrie te beginnen waarvan het gevaarlijke afval nog duizenden eeuwen zal blijven bestaan. Het is duidelijk dat dit probleem moest worden opgelost voordat de eerste steen werd gelegd, anders moet het project opgegeven worden.
De liberale politiek is overgegaan tot het lanceren van de geldmachine en vertrouwt erop dat de technologische vooruitgang de rest zal doen. De ecomodernisten herhalen dit argument 50 jaar later en verliezen zo elke resterende geloofwaardigheid.
Om het afvalprobleem op te lossen, moeten we beginnen met de productie van die smurrie stop te zetten. Verlenging met tien jaar betekent dat er nog eens tien jaar splijtstofstaven bijkomen, waar we geen raad mee weten. Behalve dan dat het een voet tussen de deur zou zijn om, via het privaat-publieke partnerschap dat is opgericht om eigenaar te worden van de uitgebreide reactoren, de kosten van het afval door te schuiven naar de Belgische belastingbetaler, nadat Electrabel 1 miljoen euro per reactor per werkdag heeft verdiend.
Conclusies
Dit project van looptijdverlenging mag om verschillende redenen niet doorgaan.
De eerste is dat het Koninkrijk geen bananenrepubliek mag worden, aan de voeten van een Franse multinational. Als de onderhandelingen geheim zijn, dan is dat omdat onze vertegenwoordigers, Mevr. Van der Straeten en M. De Croo, werken aan een overeenkomst met ENGIE die ongunstig zal zijn voor de burgers van dit land.
Zonder een overeenkomst, geen elektriciteit meer? Om deze chantage te vermijden, zijn er twee radicale oplossingen. Het eerste is de nationalisering van de elektriciteitsproductie, met uitzondering van de burgercoöperatieven zonder vergoeding en onder democratische controle. Deze eis werd na de oorlog door het verzet geformuleerd en staat nog steeds in de beginselverklaring van het CGSP. Frankrijk, onder Macron, die echt geen groen-linkse taliban is, denkt dat een soort nationalisatie van EDF onvermijdelijk wordt.
De tweede oplossing is te kijken naar de vraagzijde van de vergelijking. Er wordt voortdurend alleen naar het aanbod, de capaciteiten gekeken. Maar wie gebruikt de stroom waarvoor? Door voor enkele dagen of enkele weken de activiteit op te schorten van enkele installaties die veel stroom verbruiken en soms nutteloze of zelfs schadelijke goederen produceren kan plotseling een veel kleinere capaciteit volstaan om de winter door te komen. Heeft de wereld die we wensen al deze munitie nodig, al dit plastic? Gewone huishoudens, die vaak met de vinger gewezen worden, verbruiken slechts een derde van de elektriciteit; de rest gaat naar de industrie en de export.
Bovendien hebben wij aangetoond dat de verlenging van twee reactoren overbodig is, volgens een rapport van de CREG (noot 7). En dat er zelfs geen twee nieuwe gasgestookte centrales moeten worden gebouwd zonder uitbreiding van kernenergie.
Tenslotte is het gevaar dat de bevolking in de omgeving van de centrales loopt onaanvaardbaar geworden door de veranderingen in de omgeving van de reactoren (havengebied van Antwerpen, luchthaven van Bierset), het onvermogen van het FANC om de sector te controleren en de veroudering van de installaties zelf: lekkende gebouwen, verouderende informatica, verdwijning van leveranciers, verlies van knowhow, vertrek en veroudering van gekwalificeerd personeel.
Notes
[1] https://etaamb.openjustice.be/nl/wet-van-31-januari-2003_n2003011096 Art. 9, waarvan de tekst werd overgenomen in de regeringsverklaring De Croo
[2] Arrest Grondwettelijk Hof Rolnr.6328 Arrest nr.34/2020 van 5 maart 2020
[3] La Libre Belgique du 27/7/22
[4] https://www.synatom.be – laatste jaarrapport opladen. Recentste nu is. 2020 p.11
[5] Belga, 7 juli 2022
[6] Voor dit laatste deel deed ik beroep op “Risiken von Laufzeitverlängerungen alter Atomkraftwerke”, april 2021 van INRAG – International Nuclear Risk Assessment Group, bij BOKU te Wenen (Oostenrijk)
[7]https://www.creg.be/nl/publicaties/voorstel-e2064PDF p.24.pdf p24
[8] https://www.rd.nl/artikel/693135-burgemeesters-bezorgd-over-kerncentrale-doel
[9] [9] https://www.sortirdunucleaire.org/La-vulnérabilité-des-centrales-nucléaires par John Large & Associates, client Greenpeace 2014
[10] https://www.challenge-handling.be/en/expertise-2/dangerous-goods/
[11] Mail van het FANC aan de auteur (Sylvain Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. van 29.05.18 om 9.33u
[12] https://unece.org/fileadmin/DAM/env/pp/documents/cep43f.pdf art. 6
[13]https://treaties.un.org/pages/ViewDetails.aspx?src=IND&mtdsg_no=XXVII-4&chapter=27&clang=_fr ; Annexe 1, Art.1(v) |
Analyse - Leo Tubbax, vzw Stop kernenergie .