Stijging gas- en elektriciteitsprijzen Absolute faling van liberalisering energiesector
Ongeveer 20 jaar geleden vonden (bijna) alle politieke partijen en regeringen het nuttig om ook de Belgische energiesector op een getrapte wijze te liberaliseren. Reeds voor deze zeer ingrijpende transformatie hadden ook (bijna) alle politieke partijen en regeringen het al voor elkaar gekregen dat de grootste Belgische operator – die toen nog de activiteiten van distributie, transport, productie en verkoop van elektriciteit en gas integreerde – in de handen kon komen van buitenlandse aandeelhouders. De kwalijke gevolgen van deze beslissingen ondervindt de Belgische bevolking nu aan den lijve.
De liberalisering die door Europa gestuurd werd, is niet in alle landen op dezelfde manier uitgerold. Zo heeft bijvoorbeeld Frankrijk via EDF (Electricité de France) nog steeds zelf het grootste gedeelte van de Franse elektriciteitssector in handen. Meer nog, het is er zelfs in geslaagd om via dezelfde liberaliseringsgolf ook in België een belangrijk deel van onze energiesector te beheren via Luminus. Dat bedrijf is eigendom van EDF en ook nog steeds aandeelhouder van het Belgische nucleaire productiepark.
Momenteel worden de prijzen van elektriciteit en aardgas bepaald in een Europese context. Voor de liberalisering was dat niet het geval. Essentiële voorzieningen van openbaar nut, zoals elektriciteit, aardgas, water, riolering en aardolie, hadden nooit mogen overgelaten worden aan een geliberaliseerde marktwerking. Dat is nu wel het geval of dreigt het te worden. Daardoor kunnen de prijzen van elektriciteit, aardgas of aardolie gemanipuleerd worden door speculatie via een beurswerking of door ingrepen in de bevoorrading. Er is ook momenteel voldoende van die producten voorhanden in de wereld, maar toch aanvaarden wij collectief dat producenten extreme winsten kunnen genereren op de kap van een daardoor armer wordende bevolking.
Ontbrekend energiebeleid
Onder de toenemende druk van consumenten reageren sommige regeringen en politieke partijen nu op een situatie die ze zelf veroorzaakt hebben. Ze pleiten nu luid voor een soort regulering van de compleet losgeslagen marktwerking. Wij herinneren ons de bankencrisis, waarbij grote kapitalistische instanties moesten gered worden door een overheidsinterventie om te vermijden dat nog grotere collectieve financiële ongelukken zouden plaatsvinden. Maar eenmaal de redding er was, ontspoorde deze sector opnieuw in exact dezelfde richting als voordien. De liberale marktwerking die enkel gericht is op het realiseren van zoveel mogelijk winsten nam het opnieuw over. Zal hetzelfde gebeuren in de energiesector? Of zullen er lessen getrokken worden die zinvol en nuttig zijn voor de eindgebruikers op langere termijn?
ACOD Gazelco wijst er ook al gedurende decennia op dat België voor een eigen bevoorradingszekerheid moet zorgen voor alle uiterst noodzakelijke nutsvoorzieningen door er zelf voldoende in te investeren. Dat gebeurde absoluut niet. We klagen al lang het ontbrekende energiebeleid in België en Europa aan. We zijn te afhankelijk van buitenlandse voorzieningen – als die al voorhanden zijn – wat leidt tot een te grote onderwerping aan de volatiliteit van prijzen en bevoorrading.
Absurd prijsmechanisme
De huidige context toont aan hoe absurd de bepaling van de Europese marktprijs voor elektriciteit is. De elektriciteitscentrale (momenteel meestal een kleine gascentrale) die als duurste in Europa aangeboden wordt om te voldoen aan de vereiste netstabiliteit en bevoorrading op Europees vlak, bepaalt de elektriciteitsprijs voor geheel Europa waaraan verkocht wordt! Dat betekent natuurlijk dat hierdoor alle andere productievormen sowieso zeer hoge winsten maken. Kerncentrales, windmolen- en zonnepanelenparken (productiebron is gratis!), biomassacentrales en andere gascentrales: allemaal maken deze meer winst dan tot voor kort het geval was. Sommige gascentrales verkopen nu zelfs gas dat ze lang geleden aankochten tegen een veel lagere prijs nu tegen een superprijs, in plaats van dit te gebruiken in de gascentrale waarvoor het bestemd was.
Een normale winst maken is op zich geen probleem, maar door dit mechanisme kunnen veel producenten wansmakelijk hoge winsten maken. Bovendien worden sommige van deze producenten in hun activiteiten ook nog gesubsidieerd met overheidsgeld. Wie vindt dit nog aanvaardbaar, buiten een groepje superkapitalisten? Voorts zouden landen die zich niet in een vijandige internationale sfeer bevinden een andere houding kunnen innemen om te helpen deze hopelijk tijdelijke crisis op te vangen. Zo boekt het gas producerende Noorwegen momenteel megawinsten. Nederland draait zijn aardgaskraan toe waardoor er minder gas voorhanden zal zijn en waardoor ook zeer veel gezinnen in Vlaanderen hun aardgastoestellen zullen moeten vervangen om het ‘rijkere’ vervangende aardgas te kunnen verwerken.
Mogelijke oplossingen
De Belgische kerncentrales werden versneld afgeschreven. Als tegenprestatie moest er wel bevoorradingszekerheid tegen een redelijke prijs gegarandeerd blijven. Wat is daarvan overgebleven buiten een ogenschijnlijk collectief geheugenverlies onder politici? Door de recente gemeenschappelijke intentieverklaring van Electrabel en de federale overheid is er meer zekerheid (die nog steeds niet absoluut is) gekomen over een levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3. ACOD Gazelco zegt al een paar jaar dat levensduurverlengingen mogelijk zijn. Tegen welke prijs dit nu op deze manier zal gebeuren en vooral ook wanneer deze centrales zullen doorstarten, zal de nabije toekomst uitwijzen.
Regeringen hebben al een paar maatregelen genomen die goed zijn voor consumenten, zoals een uitbreiding van het sociaal tarief en de verlaging van de btw. Een zeer grote groep burgers zit echter nog steeds te wachten op bijkomende noodzakelijke ingrepen. Nog nooit heeft zo een grote groep consumenten behoefte aan prijsverlagingen. Wanneer zullen deze er eindelijk komen ? Hoe zal een overheid dat realiseren? Met prijzenplafonds en dus een overheidsregulering die bij de meeste regeringen niet in hun natuur ligt? Kan de eigen nationale productie van elektriciteit verkocht worden tegen een normale prijs, los van de losgeslagen Europese prijs, wat ook de investeringen in eigen productiecapaciteit ten goede zou kunnen komen? Blijft de huidige marktwerking bestaan, waarvan we weten dat deze geen oplossing biedt indien men rekening houdt met mogelijke prijsschommelingen en onzekerheid inzake bevoorrading?
Noodzaak: actievere rol voor overheid
Er zijn duidelijk nog veel openstaande vragen, die snel zullen moeten beantwoord worden om het begrip ‘energiebeleid’ te herdefiniëren. Het overgrote deel van alle consumenten lijdt onder de huidige energiecrisis, niet enkel burgers maar ook publieke instanties en bedrijven. Al voor het begin van de oorlog in Oekraïne zagen we de energieprijzen pijlsnel stijgen. De huidige crisis wordt dus niet enkel daardoor veroorzaakt. Het zou klaar moeten zijn op basis van de huidige ervaringen dat energie geen gewoon handelsproduct is. Het wordt via soms malafide en speculatieve beurswerkingen behandeld. De ontspoorde liberalisering blijft nog steeds verantwoordelijkheden en schuldgevoelens bij individuele investeerders leggen (bijvoorbeeld zonnepanelen, de uitrol van grootschalige elektrificatie…), terwijl er eigenlijk een zeer grote rol zou moeten weggelegd zijn voor overheden. Die spelen helaas onvoldoende hun rol.
De hele transitie naar meer hernieuwbare energie is opnieuw overgelaten aan privé-investeerders. Zij zullen er dan ook de smakelijkste vruchten van plukken. Er wordt nu uitgezocht hoe tijdelijk ‘overwinsten’ (hoe zal men die bepalen?) zouden kunnen herverdeeld worden. Beter zou zijn overheidscontrole te hebben op alle essentiële infrastructuur en dienstverlening van openbaar nut om deze te reguleren of zelfs volledig in handen te houden of te nemen, zodat steeds de bevolking ook de lusten ondervindt en niet enkel de lasten.
ACOD Gazelco is altijd een uitgesproken tegenstander geweest van liberaliseringen. Wij hebben immers als geen ander ondervonden welke negatieve gevolgen dit kan hebben op veel elementen in het dagelijks leven, niet in het minst op het algemeen niveau van tewerkstelling en op de loon- en arbeidsvoorwaarden.
Jan Van Wijngaerden
Dit artikel verscheen eerder in het september – oktober nummer van De Tribune, publicatie van ACO