Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

 

Amnesty : Zes dingen die je moet weten over het WK voetbal in Qatar

Doordat Qatar gastland is van het WK voetbal 2022, dat op 20 november van start gaat, staat de Golfstaat wereldwijd in de schijnwerpers. Sinds de FIFA het toernooi in 2010 aan Qatar toekende, is de erbarmelijke situatie van arbeidsmigranten in het land breed uitgemeten. Bouwvakkers, huishoudelijk personeel en anderen worden nog steeds geconfronteerd met het te laat of het helemaal niet betalen van loon, dwangarbeid en uitbuiting.

De behandeling van arbeidsmigranten is slechts een van de vele mensenrechtenschendingen die in Qatar plaatsvinden. De autoriteiten onderdrukken de vrije meningsuiting, de persvrijheid en de vrijheid van vereniging. Het is bovendien zorgwekkend dat mensen berecht worden in oneerlijke processen. Vrouwen worden nog steeds gediscrimineerd, zowel in de wet als in de praktijk. En lhbti+-ers worden eveneens gediscrimineerd.

Hier zijn zes dingen die je moet weten.

1 – Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid

De Qatarese autoriteiten gebruiken oneigenlijke wetten om mensen die kritiek uiten op de staat, onder wie zowel burgers als arbeidsmigranten, de mond te snoeren. Amnesty International documenteerde zaken van Qatarese burgers die willekeurig werden vastgehouden na kritiek op de regering en die werden veroordeeld na oneerlijke processen op basis van onder dwang verkregen bekentenissen. Zo werd Malcolm Bidali – een Keniaanse bewaker, blogger en activist voor de rechten van arbeidsmigranten – slachtoffer van een gedwongen verdwijning. Hij zat een maand lang in eenzame opsluiting omdat hij de benarde situatie van arbeidsmigranten onder de aandacht bracht.

Qatar heeft weinig onafhankelijke of kritische media. De autoriteiten perken de persvrijheid in door beperkingen op te leggen aan omroepen. Zo is het verboden om op bepaalde locaties te filmen, zoals overheidsgebouwen, ziekenhuizen, universiteiten, accommodaties voor arbeidsmigranten en privéwoningen.

2 – Vrijheid van vereniging en vergadering

Arbeidsmigranten mogen geen vakbonden oprichten en er ook geen lid van worden. In plaats daarvan mogen ze Arbeiderscomités vormen, een initiatief van werkgevers om de vertegenwoordiging van werknemers mogelijk te maken. Tot op heden is het initiatief echter niet verplicht en wordt slechts 2 procent van de arbeidsmigranten vertegenwoordigd. Dat voldoet bij lange na niet aan het fundamentele recht om vakbonden op te richten en er lid van te worden.

Zowel burgers als arbeidsmigranten worden geconfronteerd met represailles als ze wilden demonstreren of zich op een andere manier vreedzaam uitten. Zo werden in augustus 2022 honderden arbeidsmigranten gearresteerd en door de autoriteiten gedeporteerd nadat ze in de straten van de hoofdstad Doha hadden geprotesteerd omdat hun werkgever herhaaldelijk hun loon niet had betaald.

3 – Oneerlijke processen

Eerlijke processen zijn niet gegarandeerd in Qatar. In de afgelopen 10 jaar documenteerde Amnesty International oneerlijke processen waarbij de beweringen van beklaagden over marteling en mishandeling nooit werden onderzocht. Ook werden straffen uitgesproken op basis van gedwongen ‘bekentenissen’. Vaak werden beklaagden verhoord terwijl ze in incommunicado gevangengehouden werden, dus zonder toegang tot een advocaat of vertaler.

Abdullah Ibhais uit Jordanië zit bijvoorbeeld een gevangenisstraf van 3 jaar uit na een oneerlijk proces, dat was gebaseerd op een ‘bekentenis’ die volgens hem onder dwang is verkregen.

4 – Vrouwenrechten

Vrouwen worden nog steeds gediscrimineerd in Qatar, zowel in wet als in de praktijk. Onder het voogdijsysteem hebben vrouwen de toestemming nodig van hun mannelijke voogd – dat is meestal hun echtgenoot, vader, broer, grootvader of oom – om te trouwen of om in het buitenland te studeren met een overheidsbeurs. Ook hebben zij toestemming nodig voor veel overheidsbanen, om naar het buitenland te reizen (als jonger zijn dan 25 jaar) en voor toegang tot reproductieve gezondheidszorg.

Het familierecht discrimineert vrouwen, die meer moeilijkheden ondervinden dan mannen bij het aanvragen van een echtscheiding. De economische nadelen van een scheiding zijn voor vrouwen veel groter in vergelijking met gescheiden mannen. Vrouwen worden ook nog steeds onvoldoende beschermd tegen huiselijk en seksueel geweld.

5 – Lhbti-rechten

Qatarese wetten discrimineren lhbti’ers. Artikel 296, lid 3, van het Wetboek van Strafrecht stelt een reeks seksuele handelingen tussen mensen van hetzelfde geslacht met wederzijds goedvinden strafbaar. Voor iedereen die ‘een man op welke manier dan ook aanzet of verleidt tot het plegen van een daad van sodomie of losbandigheid’ kan een gevangenisstraf krijgen. Ook stelt artikel 296, lid 4, iedereen strafbaar die ‘een man of een vrouw op welke manier dan ook aanzet of verleidt tot het plegen van handelingen die in strijd zijn met de goede zeden of die onwettig zijn’.

In oktober 2022 documenteerden mensenrechtenorganisaties de arrestatie van lhbti’ers door leden van de veiligheidstroepen. Dat gebeurde uitsluitend omdat ze voor hun gender uitkwamen. Ook hun telefoons werden onderzocht. Ze zeiden ook dat het voor gedetineerden van trans vrouwen verplicht was om therapie te volgen als voorwaarde voor hun vrijlating.

6 – Arbeidsrechten

Ondanks de voortdurende inspanningen van de regering om het arbeidssysteem van Qatar te hervormen, zijn er in het hele land misstanden. Hoewel de omstandigheden voor sommige werknemers zijn verbeterd, hebben duizenden nog steeds te maken met vertraagde of onbetaalde lonen, het weigeren van rustdagen, onveilige arbeidsomstandigheden, belemmeringen voor het veranderen van baan en beperkte toegang tot de rechter. Ook wordt de dood van duizenden werknemers niet onderzocht. Hoewel een fonds is opgericht om aanzienlijke bedragen aan werknemers met achterstallig loon uit te betalen, zijn honderdduizenden arbeidsmigranten nog steeds niet gecompenseerd voor de uitbuiting waarmee ze in het afgelopen decennium te maken hadden.

Gedwongen arbeid en andere vormen van uitbuiting gaan onverminderd door, met name in de particuliere beveiligingssector en van huishoudelijk personeel, waarvan de meeste vrouwen zijn. De betaling van buitensporige wervingsvergoedingen tussen de 1.000 en 3.000 euro om een baan in Qatar te kunnen krijgen, blijft wijdverbreid. Het kost veel arbeiders maanden of zelfs jaren om de schuld terug te betalen, wat hen uiteindelijk gevangenhoudt in een cyclus van uitbuiting.

Het recht om zich te verenigen

Het oprichten van een vakbond of er lid van zijn is een fundamenteel recht van werknemers. Toch mogen arbeidsmigranten in Qatar dat nog steeds niet.

De belofte

Qatar en de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) kwamen in oktober 2017 een samenwerkingsprogramma overeen om een ​​breed scala aan hervormingen door te voeren, waaronder de oprichting van comités die bestaan uit vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers en verbetering van het functioneren van arbeiderscomités. 

De realiteit

Het oprichten van een vakbond of er lid van zijn is een fundamenteel recht van werknemers, dat is verankerd in internationale verdragen die Qatar heeft geratificeerd. Het is een van de cruciale middelen om rechtvaardige en gunstige arbeidsvoorwaarden in te voeren, te handhaven en te verdedigen. Toch mogen arbeidsmigranten in Qatar nog steeds niet lid worden van een vakbond. Als gevolg hiervan kunnen ze niet collectief optreden om hun arbeidsomstandigheden te verbeteren en arbeidsmisbruik tegen te gaan.

Het is opmerkelijk dat in de ILO-overeenkomst met Qatar geen toezeggingen zijn gedaan over het oprichten van vakbonden voor arbeidsmigranten. De Speciale VN-rapporteur merkte naar aanleiding hiervan op dat arbeidsmigranten wegwerpbaar, laagbetaald personeel zijn geworden, dat is uitgesloten van rechtsmiddelen of realistische kansen om collectief te onderhandelen over betere lonen en arbeidsomstandigheden.

In mei 2018 ratificeerde Qatar het Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten en het Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten. Maar het land maakte een belangrijk voorbehoud: arbeidsmigranten mogen geen vakbonden oprichten of er lid van worden.

Arbeiderscomités

In 2019 en 2020 lanceerden het ministerie van Arbeid en de ILO initiatieven voor proefprojecten om arbeiderscomités in bedrijven en organisaties op te richten. In augustus 2020 waren er 107 mensen die bijna 17.000 werknemers in 20 bedrijven vertegenwoordigden. De cijfers voor 2021 zijn niet bekendgemaakt. Ook werd een besluit aangenomen dat de voorwaarden en procedures regelt voor de verkiezing van werknemersvertegenwoordigers in de comités. Hoewel dit misschien beter is dan niets, is het bij lange na niet hetzelfde als het fundamentele recht van alle werknemers om vakbonden op te richten en zich bij vakbonden aan te sluiten.

Hoewel de arbeiderscomités de arbeidsmigranten vertegenwoordigen, blijven ze geplaagd door ernstige gebreken. Zo kunnen werknemers de comités  niet oprichten zonder voorafgaande toestemming van werkgevers. Arbeidscomités die worden gevormd en geleid door werkgevers, missen mechanismen voor collectieve onderhandelingen en kunnen werknemers niet de cruciale bescherming bieden die wordt geboden door onafhankelijke vakbonden.

Huishoudelijk personeel

Voor huishoudelijk personeel is de situatie nog nijpender, omdat zij meestal geïsoleerd zijn in het huis van hun werkgever, met slechts beperkte of geen toegang tot de buitenwereld. Voor hen is het recht zich te organiseren en collectief voor hun rechten te pleiten heel belangrijk om hun isolement te doorbreken en hun arbeidsomstandigheden te verbeteren. Er zijn echter geen initiatieven genomen om de vertegenwoordiging van huishoudelijk personeel in arbeiderscomités te regelen.