Laat niet alleen groene maar ook vuile beleggingsfondsen kleur bekennen
Hoe vuil is jouw belegging? Stel deze vraag aan een gemiddelde belegger, en die heeft geen flauw idee waarom je die vraag stelt, laat staan hoe te beantwoorden. Vuile beleggingsfondsen hoeven namelijk niet te waarschuwen voor de schade die ze toebrengen aan bijvoorbeeld biodiversiteit. Terwijl fondsen die zeggen duurzaam te zijn, wel expliciet moeten maken waar die claim op gebaseerd is. Hoog tijd om deze weeffout te repareren, want elke belegging heeft impact, en die is meestal niet positief.
Eind vorig jaar werd de beleggingsindustrie flink op z’n kop gezet.
Het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico en Follow the Money publiceerden namelijk ‘Great Green Investment Investigation’, een grootschalig onderzoek waaruit bleek dat ongeveer de helft van Europa’s donkergroene fondsen, de artikel-9-fondsen, nog altijd doodleuk beleggen in kolen, gas of luchtvaart. Ruim 8 miljard euro aan duurzaam gemarkeerde beleggingen stroomt op die manier naar vervuilende industrieën.De enige terechte vraag die hierbij gesteld kan worden: hoe is dit in vredesnaam mogelijk? Een vaak gehoord argument is dat de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) niet helder is en ruimte voor interpretatie biedt. Laten we hier duidelijk over zijn: voor ons is de wet- en regelgeving glashelder, beleggingen in fossiele bedrijven horen niet thuis in een artikel-9-fonds. En zelfs al zou de wetgeving niet volstrekt helder zijn, het zou toch zo moeten zijn dat de financiële sector niet alleen de letter maar vooral de geest van de wet volgt.
Terecht dus en goed dat dit onderzoek de boel op scherp zet. Als belegger moet je er op kunnen vertrouwen dat de informatie die je krijgt ook klopt. Zodat je aan de hand van die informatie weloverwogen beleggingskeuzes kunt maken. Alleen dan krijgt SFDR de kans om te doen waar het voor is ontworpen, namelijk meer kapitaal in richting van duurzame initiatieven laten stromen en greenwashing tegengaan.
8 miljard euro klinkt als veel geld – en dat is het ook. Toch is het slechts een heel klein deel van de markt. Het overgrote deel van alle investeringen wordt nog altijd belegd in fondsen die geen of nauwelijks duurzaamheidskenmerken claimen. Laten we deze voor het gemak de ‘vuile fondsen’ noemen.
En daar zit wat ons betreft een weeffout: want waarom bestaat er wel wet- en regelgeving om aan te tonen hoe duurzaam een fonds is, maar slechts beperkte wet- en regelgeving die beleggers waarschuwt voor al die duizenden fondsen die schade toebrengen aan mens, aarde of milieu? Natuurlijk moeten groene producten niet onder valse voorwendselen verkocht worden, maar wellicht nog belangrijker is om te laten zien dat ‘gewone’ beleggingsproducten over het algemeen vrij doeltreffend helpen de toekomst van de mensheid te vernietigen. Net zoals er waarschuwingsstickers op sigarettenpakjes worden geplakt en er nutri-scores zijn om de consument te helpen gezonde keuzes te maken, zou je ook voor beleggingen beide kanten van de medaille moeten laten zien.
Dit is een vrij eenvoudig te repareren weeffout. Niet door nieuwe wetgeving, daarvan heeft de financiële sector al genoeg. Maar wel door het veranderen van de reikwijdte ervan. Door alle fondsen te verplichten te openbaren wat hun impact is; positief én negatief. Alleen dan krijgen we een eerlijk en transparant speelveld. Meer verplichte duidelijkheid van vuile fondsen over de schade die ze aanbrengen is als stenen verleggen in een rivier: het zal de kapitaalstroom veranderen, zodanig dat de transitie naar de duurzame wereld zal versnellen.
Want hoe we vandaag beleggen, bepaalt hoe onze toekomst er later uit zal zien. In een oogopslag inzichtelijk maken van zowel positieve als negatieve impact, maakt het nemen van de juiste beleggingskeuzes een stuk eenvoudiger.