België verhoogt bijdrage aan klimaatfonds voor armste en minst ontwikkelde landen
Stockholm – 9 maart 2023 | België zal zijn bijdrage aan het klimaatfonds voor de armste en minst ontwikkelde landen ter wereld verhogen zodat ze zich beter kunnen wapenen tegen de gevolgen van de klimaatcrisis. Dat maakt minister van ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez bekend tijdens de tienjaarlijkse VN-conferentie van deze ‘Least Developed Countries’.
België verhoogt zijn bijdrage aan het VN-fonds dat de armste en minst ontwikkelde landen ter wereld helpt om zich aan te passen aan de gevolgen van de klimaatcrisis. De strijd daartegen is dan ook een van de prioriteiten van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
“De klimaatcrisis is de grootste bedreiging voor onze welvaart. De gevolgen van steeds extremere weerfenomenen gelinkt aan de klimaatcrisis worden overal ter wereld duidelijk zichtbaar. Ook bij ons: denk maar aan de aanhoudende droogte van de afgelopen zomer, en de zondvloed in de Vesder-vallei het jaar daarvoor. Die impact is op dit moment nog groter en verwoestender in de armste en minst ontwikkelde landen ter wereld,” aldus minister Gennez.
België zal daarom 12,5 miljoen euro toezeggen voor het ‘Least Developed Countries Fund’ (LDCF), bovenop de huidige bijdrage van 15 miljoen euro per jaar in de periode 2021-2024. De bijdrage ondersteunt projecten die de bevolking in sommige van de armste gebieden ter wereld moet helpen zich beter voor te bereiden op de gevolgen van de klimaatcrisis, zoals langdurige droogtes, stormen, bosbranden en overstromingen. Dat gaat van het beschermen van bossen en het ontwikkelen van duurzame landbouwtechnieken tot het opzetten van waarschuwingssystemen die de lokale bevolking tijdig alarmeert als er een natuurramp aankomt.
De ‘Least Developed Countries’ (LDCs) liggen allemaal in Afrika of Zuid(oost)- Azië. Ze worden driedubbel getroffen door de klimaatcrisis: door hun ligging, vaak in het Zuiden of dicht bij de evenaar, zijn de opwarming en de daaraan gelinkte weerfenomenen nu al voelbaar. Tegelijk hebben ze te weinig middelen om zich voor te bereiden op extremere weerfenomenen, of om de transitie te maken naar een economie met minder uitstoot. Stormen, droogte en overstromingen veroorzaken er doorgaans meer doden en meer schade dan in rijkere landen. Omdat veel mensen in deze landen afhankelijk zijn van lokale landbouw voor hun voedsel en inkomsten, is ook hongersnood na een klimaatramp een reële dreiging.
En dat heeft een impact op ons allemaal. De humanitaire noden ten gevolge van de klimaatcrisis nemen jaar na jaar toe. De Wereldbank schat dat tegen 2050 daarom meer dan 216 miljoen mensen gedwongen op de vlucht zullen moeten slaan.
“De klimaatcrisis is dé uitdaging bij uitstek waarbij internationale solidariteit absoluut noodzakelijk is,” voegt minister Gennez nog toe. “Iedereen moet zijn steentje bijdragen. Maar dan moet je daar ook wel toe in staat zijn. Neem de bossen in het Congobekken. Naast het Amazonewoud zijn zij de grootste opslagplaats van CO2 ter wereld. Als die verdwijnen, zullen ook wij de gevolgen daarvan ondervinden. Maar veel mensen in de regio zijn nog altijd afhankelijk van hout uit boskap om zich te warmen en eten te koken. Als zij door dit fonds hun levensstijl kunnen aanpassen waardoor zij minder of geen hout meer moeten kappen, betekent dat ook voor ons minder CO2 in de lucht.”
De Least Developed Countries-conferentie is gewijd aan de duurzame ontwikkeling van de armste en minst-ontwikkelde landen ter wereld en vindt elke 10 jaar plaats. Het LDC-fonds heeft al honderden klimaatprojecten mogelijk gemaakt en al meer dan 52 miljoen mensen bereikt. Zo’n 8 miljoen hectare grond is resistenter gemaakt tegen de klimaatcrisis. In de Sahel-regio helpt het fonds bij de bouw van de zogenaamde ‘Great Green Wall’, dat de verdere verwoestijning van kostbare natuur en landbouwgrond moet tegengaan.
Op dit moment zijn er nog steeds zo’n 46 landen die als LDCs worden beschouwd: Afghanistan, Angola, Bangladesh, Benin, Bhutan, Burkina Faso, Burundi, Cambodia, Central African Republic, Chad, Comoros, Democratic Republic of Congo, Djibouti, Eritrea, Ethiopia, Gambia, Guinea, Guinea-Bissau, Haiti, Kiribati, Laos, Lesotho, Liberia, Madagascar, Malawi, Mali, Mauritania, Mozambique, Myanmar, Nepal, Niger, Rwanda, São Tomé and Príncipe, Senegal, Sierra Leone, Solomon Islands, Somalia, South Sudan, Sudan, East Timor, Togo, Tuvalu, Uganda, Tanzania, Yemen, Zambia.
In deze 46 landen wonen 1,1 miljard mensen (14% van de wereldbevolking). Meer dan 750 miljoen van hen leven in armoede.
Woordvoerster Kabinet van Minister Caroline Gennez
Mobiel